Gemiste kansen op het EK jeugd
Het EK jeugd ging dit jaar beter dan verwacht voor de Nederlandse jeugd. Niet dat het een unaniem groot succes was, maar waar vorig jaar het zowel op het EK, WK als jeugdolympiade voor bijna iedereen slecht ging (in ieder geval op papier), waren dit keer best veel spelers die tevreden met hun toernooi konden zijn (en/of dat waren). Natuurlijk had het beter gekund als alle kansen waren benut, anderzijds kwamen onze spelers somsĀ ook wel eens goed weg. Hieronder vindt u zes voorbeelden van zulke gemiste kansen. Doet u het beter?
Leandro Slagboom (O18) had een solide toernooi met een TPR van 2377, mede dankzij een overwinning in de laatste ronde. Maar wat had wit in de diagramstelling moeten doen?
In dezelfde categorie won Alan Bakija 66 ratingpunten. Dat hadden er zelfs meer kunnen zijn. Waarom is 40.Db2 in de diagramstelling niet goed?
Rhys Arnold (O16) bleef ongeslagen. Twee keer hield hij een toreneindspel met twee pionnen minder remise, alsmede een eindspel met toren pion tegen toren loper. Zelfs met een toren meer werd het nog remise. Onderstaande stelling komt uit een partij waarin hij met zwart steeds ietsje minder stond. Waarheen moet de zwarte koning?
In de partijen van Dana Verheij (O18), die een kleine ratingwinst behaalde, gebeurde altijd wel wat. Zo had haar tegenstander op zet 14 de loper op g1 gezet en die bleef daar tot het einde van de partij. Maar wat miste Dana hier?
Fleur Westerhof (G16) was niet tevreden over haar resultaat, maar het was beter dan vorig jaar terwijl ze toen een categorie jonger speelde. In de diagramstelling hieronder stond haar tegenstandster met wit lang goed tot gewonnen, maar inmiddels is de stelling spannend. Wat speelt u?
Tommy Grooten (O14) was goed begonnen in Praag met 3 uit 3, maar daarna kwam de klad erin, net als bij de twee andere Nederlandse jongens in zijn categorie. Diverse gewonnen stellingen werden helaas niet benut door blunders. Soms pakte een blunder echter goed uit. 47.Lxf5 pakte goed uit en gaf wit snel een gewonnen eindspel, maar eigenlijk was het een blunder. Waarom?
U kunt de partijen naspelen waaruit deze fragmenten komen:
Het is zeer waarschijnlijk dat zwart wint in het pionneneindspel van Rhys Arnold, maar het vereist in ieder geval nog enige techniek. 1… Kc5 2.Kc3 c6 (2… g6? 3.Kb3 Kd4 4.Kb4 c5+ 5.Kb3 Kd3 6.Kb2 Kc4 7.Ka3 en hier heeft zwart geen tempozet) 3.Kb3 Kd4 4.Kb4 (4.a5? Kc5 5.Ka4 g6!) 4… c5+
Nu verliest het voor de hand liggende 5.Kb5? vanwege 5… c4 6.a5 c3 7.a6 c2 8.a7 c1D 9.a8D Db1+ en wit verliest zijn dame door een schaakje over de diagonaal of zijn koningsvleugelpionnen na 10.Ka6 Da1+ 11.Kb7 Dxa8+.
Dus doet wit 5.Kb3! Kd3 6.a5 (6.Kb2? Kc4 7.Ka3 g6!, vergelijk de eerste zijvariant) 6… c4+ 7.Ka2 (lijkt me beterĀ dan Kb2 of Kb4) 7… c3 8.a6 c2 9.a7 c1D 10.a8D. Dit zal inderdaad wel gewonnen zijn voor zwart; het simpelst wellicht met iets als 10… Dc4+ 11.Ka1 Dd4+ 12.Ka2 Df2+ 13.Ka1 Df6+ 14.Ka2 g6 en zwart kan veilig op weg naar pion g3.