Boris Spassky overleden op 88-jarige leeftijd

Vandaag werd bekend dat oud-wereldkampioen Boris Spassky op 88-jarige leeftijd is overleden. Hierbij een korte beschrijving van zijn schaakcarrière.

Boris Spassky (geboren op 30 januari 1937) gold lange tijd als ‘de jongste’. Hij was namelijk de jongste eerste categorie speler (10 jaar), de jongste kandidaatmeester (13 jaar) en de jongste meester (allemaal titels in de Sovjet-Unie). Spassky was (voordat Bobby Fischer dat later werd), ook de jongste grootmeester die deze titel in 1955 verwierf.

In 1955 bereikte Spassky voor het eerst de finale van het kampioenschap van de Sovjet-Unie. In dat jaar werd hij ook jeugdwereldkampioen en plaatste zich in het Interzonale toernooi van Göteborg voor het kandidaten­toernooi van 1956 in Amsterdam. Ook daar sloeg hij een uitstekend figuur en algemeen bestond het gevoel dat men met een toekomstig wereldkampioen te doen had. In de jaren daarna loste hij die belofte niet meteen in. Hij won een aantal grote toernooien, zoals het kampioenschap van de Sovjet-Unie in 1961, maar ging pas weer een rol spelen in de strijd om het wereld­kampioenschap nadat hij in 1964 het kandidaten­toernooi van Amsterdam (gedeeld) won. Het jaar daarop versloeg hij in de kandidaten­matches achtereenvolgens Paul Keres (6-4), Efim Geller (5½-2½) en Mikhail Tal (7-4). Zodoende mocht hij in 1966 aantreden voor een match om het wereld­kampioenschap tegen Tigran Petrosian, maar hij verloor nipt (11½-12½).

 

Kandidatenmatches en WK-match

In de volgende cyclus won Spassky wederom al zijn kandidatenmatches, ditmaal tegen Geller (5½-2½), Bent Larsen (5½-2½) en Viktor Kortchnoi (6½-3½). Hiermee verwierf hij opnieuw het recht Petrosian uit te dagen. In 1969 wist hij hem met 12½-10½ te verslaan en werd daarmee wereldkampioen. De tijd dat hij wereldkampioen was, was relatief kort. Want toen Boris Spassky in 1969 wereldkampioen was geworden, kon hij maar 3 jaar genieten van zijn wereldtitel want al in 1972 moest hij de titel verdedigen tegen de excentrieke Amerikaan, Robert James (Bobby in de wandelgangen) Fischer. In een match vol conflicten was de Amerikaan het met 12½-8½ de baas. Later bleek dat Spassky er niet rouwig om was onttroond te zijn, want hij was tegen zijn wil in het boegbeeld geworden van het Sovjet-Unie en zodanig dus ook betrokken in de “koude oorlog” met de Verenigde Staten. Spassky’s naam was vanaf dat moment onlosmakelijk met Fischer verbonden. Dat het zover kwam, lag vooral aan Fischer die voor een heleboel tumult zorgde tijdens de WK-tweekamp in Reykjavik in IJsland. Daarover valt veel meer te vertellen maar doet hier niet ter zake. Dat de Sovjets enige angst hadden dat deze Amerikaan, die in zijn eentje alles deed, de wereldtitel hen zou gaan afnemen, bleek later zeer gegrond. Spassky zelf was redelijk optimistisch over zijn kansen. Want in de periode tussen 1960 en 1970 trof hij Fischer vijfmaal op het schaakbord. De eerste onderlinge partij in 1960 paste Spassky het riskante (en wellicht ook wat dubieuze) koningsgambiet toe. Hij kwam slecht tot verloren te staan, maar won toch. De tweede partij was pas in 1966 en die was veel serieuzer. Het Grünfeld-Indisch, op dat moment Fischers belangrijkste wapen tegen 1.d4 werd door Spassky scherp tegengespeeld. In een uiterst gecompliceerd middenspel ging Fischer de fout in en hij werd daarna met krachtige hand naar de slachtbank geleid. In hetzelfde jaar volgden twee remises, waarin Fischer tweemaal wit had. Toen ze elkaar twee jaar later (het is dan dus 1970) opnieuw troffen tijdens de Olympiade, kwam nogmaals het Grünfeld-Indisch op het bord en opnieuw ging Fischer de boot in. Dat was dan dus al de derde nederlaag die de Amerikaan leed tegen de wereldkampioen en tegen wie hij de WK-match ging spelen. Uiteindelijk zal hij de Grünfeld niet meer gebruiken…

 

Sovjet-Unie – Rest van de wereld

In het schaakleven van Spassky kwam een nieuw memorabel moment in de schaakhistorie toen in 1970 de match Sovjet-Unie tegen de Rest van de wereld in Belgrado werd gehouden. Dat beloofde een interessante krachtmeting te worden en de Nederlander Max Euwe (die team captain van het Rest van de wereld team was) had Bobby Fischer met zijn rating van 2720 op bord 1 geplaatst en de Deen Bent Larsen op bord 2. Larsen, die in die periode ervoor recentelijk zeer goede resultaten had geboekt vond het niet terecht dat hij onder Fischer werd gezet omdat de Amerikaan juist een periode van inactiviteit had vertoond. Na (lange) onderhandelingen ging Fischer (toch wel tot ieders verbazing) akkoord! Dat betekende dat Spassky tegen Larsen zou spelen en Fischer tegen Petrosian. Toevallig zou Fischer later zowel Larsen en Petrosian persoonlijk op het bord tegenkomen in de beroemde kandidaten-tweekampen. We weten inmiddels hoe dat met beiden afliep… Van Fischer werd gezegd dat hij altijd wilde winnen en Petrosian altijd remise wilde hebben. In dat opzicht eindigde de tweekamp in een gelijkspel van 3-1: Fischer won tweemaal, Petrosian maakte tweemaal remise! Maar hoe verliep de onderlinge tweekamp tussen Spassky en Larsen? Die eindigde in een 1½ – 1½ gelijkspel omdat Spassky zich eenmaal liet vervangen door Stein. Die verloor overigens van Larsen waardoor de Deen kon zeggen dat hij met 2½ uit 4 aan het eerste bord het uitstekend had gedaan. Maar wat in onze collectieve geheugen overheerst, is de afschuwelijke nederlaag die Larsen met wit in 17 zetten leed tegen een geniaal spelende wereldkampioen.

Ik wil u graag deze geweldige partij tonen met uitgebreide analyses:

 

Spassky – Kortchnoi

Nadat Boris Spassky de wereldtitel was kwijtgeraakt aan Bobby Fischer en hij zich opnieuw via het kandidaten­toernooi probeerde te kwalificeren om de uitdager te worden, kreeg hij in 1977-1978 ineens te maken met de dissident Viktor Kortchnoi in de finale tweekamp van het kandidatentoernooi. Kortchnoi was de Sovjet-Unie ontvlucht en was nu inwoner van Zwitserland geworden. Hoewel hij werd “doodgezwegen” door de Sovjetautoriteiten, bleek hij een niet te onderschatten tegenstander. De tweekamp stond in het teken van grote rivaliteiten en vijandigheden en ging de wereld over als één van de meest conflictrijke schaaktweekampen. In deze tweekamp kwam Spassky met maar liefst 2½–7½ achter nadat hij de 10de partij had verloren. Maar hij won daarna maar liefst vier achtereenvolgende partijen. Na remises in de partij vijftien en zestien, Kortchnoi won de daaropvolgende twee partijen, waardoor deze als matchwinnaar het strijdtoneel verliet.

In deze match negeerde Spassky zijn tegenstander aanvankelijk door na elke zet in de rustruimte de stelling te bestuderen op het demonstratiebord en dan terug naar het podium te lopen om een zet te doen. Na verloop van tijd deed Kortchnoi hetzelfde, zodat het publiek op het podium lange tijd een tafel met een schaakbord zag, zonder dat de spelers zich lieten zien… Na een tijdje veranderde Spassky zijn psychologische oorlogsvoering door met een zonneklep op het hoofd achter het bord te gaan zitten (zogenaamd tegen de felle lampen). Dat leidde ertoe dat Kortchnoi zich hiertegen verweerde door een zware zonnebril op te zetten. Misschien dat dit hielp, want hij won de tweekamp.

 

Spassky – Fischer 2e match

We kunnen er niet omheen dat Spassky opnieuw met Fischer te maken kreeg, toen die – na 20 jaar niet geschaakt te hebben – hem uitdaagde een tweede tweekamp te spelen. Die werd gefinancierd door een Servische bankier en gespeeld op het Servische eiland Sveti Stefan. Van Fischer wist niemand hoe goed hij zou zijn, van Spassky was inmiddels wel duidelijk dat hij zijn beste jaren achter de rug had. Maar behalve deze schaaktechnische aangelegenheid werd het ook een heel politiek steekspel. Servië was in oorlog op de Balkan en de internationale gemeenschap (waaronder de Verenigde Staten) hadden sancties ingesteld tegen het land. De FBI sommeerde Fischer om de match niet te spelen zolang de sancties golden. Fischer had lak aan deze boodschap en scheurde voor de tv dit FBI-bevel in stukken en spuugde erop. Daarop vaardigde de VS een arrestatiebevel af dat na de tweekamp in werking zou gaan waardoor Fischer moest onderduiken. Bij al deze onrust zal Spassky zich ook niet op zijn gemak gevoeld hebben, maar hij speelde opnieuw deze tweekamp die hij wederom verloor. Daarna was Spassky sporadisch nog in het nieuws. Op een gegeven moment werd bekend dat hij tweemaal een hersenbloeding had gehad en dat hij in het ziekenhuis was beland. Daarover heen kwam een geruchtmakende zaak omdat hij een conflict had met zijn inmiddels ex-vrouw in Frankrijk waardoor hij zich uit de voeten moest maken uit het land waar hij vele jaren gewoond had. Hij ging terug naar Rusland en later verschenen er diverse artikelen over hoe volgens hem de vork in de steel zat.

 

Ter verantwoording: een deel van deze tekst heb ik ook gebruikt voor mijn videoshow op ChessBase: “Understanding before Moving”History in a Nutshell. Schakers met een Premium-account (ongeveer € 50,- per jaar, zie link) hebben toegang tot de hele videotheek van ChessBase en geïnteresseerden kunnen de drie afleveringen die ik over Spassky heb gemaakt terugkijken via onderstaande links:

Verder nog meer artikelen over Spassky:

 

Over Herman Grooten

Herman is ruim 40 jaar schaaktrainer. Hij verzorgde lange tijd de schaakrubrieken in Trouw en het ED. Daarnaast was hij Topsportcoördinator bij de KNSB en is hij auteur van diverse schaakboeken en werkt hij voor Schaaksite. Klik hier voor series die hij op Schaaksite heeft gezet.

6 Reacties

  1. Avatar
    renzoverwer 28 februari 2025

    Dank voor deze snelle herinneringen, Herman. Al wist ik al veel, van genoten.

    Die nederlaag van Larsen: AU.

    Spassky -Kortsjnoj: dat moet echt alle perken te buiten zijn gegaan, ik vraag me af wat nu de regels zouden zijn. Maar mss mag het allemaal, ook nu.

     

     

  2. Avatar
    LDBoutens 28 februari 2025

    Ofschoon ik de meeste anekdotes al kende, een bijzonder levensverhaal.

    Moedig voorwaarts Fide!

    • Avatar
      Peter Huisman 28 februari 2025

      De zin “Hij was vóór Bobby Fischer ook de jongste grootmeester die deze titel in 1955 verwierf” is wat ongelukkig. Zoals het er staat zou Fischer degene zijn geweest die in 1955 grootmeester werd, maar dat was juist Spassky. Fischer werd grootmeester in 1958, toen hij zich via het interzonetoernooi plaatste voor het kandidatentoernooi 1959.

  3. Avatar
    Wim Weehuizen 28 februari 2025

    Ik heb altijd veel bewondering gehad voor Boris Spassky. In de publieke herinnering leeft hij denk ik het meest voort als de verliezer van de WK match tegen Fischer in 1972. Maar een jaar later eind 1973 won hij het Sovjet kampioenschap met 11 1/2 uit 17, een heel punt voor Karpov, Petrosian, Kortchnoi, Polugajeveski en Kuzmin.  Ook deed hij nog mee aan de kandidatenmatches van 1974, 1977 en 1980. In 1985 deed hij op uitnodiging mee aan het kandidatentoernooi in Montpellier. En dan te bedenken dat hij 1n 1956 al meedeed aan het kandidatentoernooi in Amsterdam. Hij hoorde 30 jaar bij de absolute wereldtop.

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.