Malcolm Pein: “Weg met de Fair Play Commissie!”
Maatregelen tegen valsspelen zijn nodig, daar is iedereen het wel over eens. Maar zijn die soms doorgeslagen? Volgens Malcolm Pein wel. En dat komt volgens hem vooral door de Fair Play Commissie van de FIDE, die volgens hem het leven van zowel spelers, arbiters als toernooiorganisatoren het leven zuur maakt.
In een editorial van Chess Magazine benoemt hij de volgende problemen.
* De medewerkers van de commissie gedragen zich volgens hem soms onbeschoft.
* De commissie werkt is onafhankelijk en heeft absolute macht.
* De relatie tussen (medewerkers van) de commissie en arbiters zou slecht zijn. Diverse arbiters zouden overwegen te stoppen.
* Toernooiorganistoren moeten verplicht geld en moeite besteden aan de commissie. Diverse organisatoren hebben zelfs gemeld er zo geen zin meer in te hebben.
* Sommige maatregelen gaan te ver, b.v. het verbieden van gehoorapparaten bij het WK Senioren.
chess.co.uk/pages/chess-magazine-april-2025-editorial-by-im-malcolm-pein
Niet alle voorbeelden die hij geeft vind ik even sterk, maar persoonlijk heb ik die onbeschoftheid ook ervaren. Of de commissie echt afgeschaft moet worden weet ik niet, maar ik denk wel dat de commissie de menselijke maat (te) vaak vergeet.
Wat vinden de lezers?
Update: Gerard Welling stuurde een lange reactie die ik in het geheel mag plaatsen.
Een bijzonder interessante bijdrage met de verwijzing naar de editorial van Malcolm Pein. Zelf ben ik als schaker op leeftijd alleen nog actief in een handjevol KNSB-wedstrijden en een paar toernooien per jaar, waaronder seniorenevenementen. De FIDE fair play-reglementen dragen inderdaad niet bij aan een prettiger beleving voor de spelers.
Het feit dat je je horloge moet afdoen voor een KNSB-partij is ver gezocht. Zeker als je, net als in mijn geval, rondloopt met een meer dan 40 jaar oud Seiko-horloge van de oude stempel, dat mijn vader zaliger op zijn 50e verjaardag van zijn kinderen kreeg. Opmerkingen daarover die ik ooit richting afgevaardigden van de FIDE fair play-commissie maakte, werden steevast geriposteerd met het nietszeggende antwoord dat men niet alle horloges uit elkaar kan houden. Dus wordt de hele populatie benadeeld (vaak heeft de speelzaal geen klok en raak je alle gevoel voor tijd kwijt), omdat men bij de FIDE stokoude horloges en moderne smartwatches niet uit elkaar kan houden? Het enige “probleem” lijkt mij een zeer gering aantal horloges die misschien wat van beiden weg hebben en niet direct herkenbaar zijn, maar verder is die redenering toch lariekoek?
De horlogeproblematiek is echter een kleinigheid vergeleken met wat er tegenwoordig in diverse internationale toernooien plaatsvindt, en inderdaad ook in seniorentoernooien waar de gezelligheid leidend zou moeten zijn. Ruim twee jaar geleden speelde ik het WK senioren in Assisi in Italië, en daar was een FIDE fair play-commissaris aanwezig (met hulptroepen), die alle grenzen van het fatsoen overschreed. Zo was ik zelf al een keer gescand en had daarbij zelfs de inhoud van mijn portemonnee moeten laten zien, maar mocht uiteindelijk doorlopen.
Tot ik een paar meter in de zaal was en ineens de commissaris hoorde schreeuwen dat ik moest terugkomen. Er werd mij toegebeten alsof ik een zware crimineel was, dat ik mijn broekzakken moest legen want de bolling was verdacht. Met een nijdig gebaar heb ik de twee zakdoeken op het tafeltje gesmeten en toen kreeg ik nog een opmerking dat ik voortaan wat meewerkender moest zijn. Hiermee was voor mij de limiet bereikt.
Weet dat ik niet de enige was die het slachtoffer werd van deze spelbedervers, die een zaal vol onschuldige schakers iedere dag opnieuw behandelden als potentiële terroristen.
De maat was nu echt vol en ik heb de hoofdarbiter van het toernooi benaderd, die heel medewerkzaam was. Hem heb ik heel duidelijk gemaakt dat ik niet langer zou accepteren als een crimineel behandeld te worden door een “FIDE-nazi” — een titel die ik al eerder had gebezigd en die daarna een eigen leven ging leiden onder de deelnemers — dat ik een officieel protest aantekende tegen de handelwijze van deze FIDE-commissaris, en tevens een kopie van dat protest aan de FIDE wilde doen toekomen. Verder dat ik er een zaak van zou maken als door deze bewuste FIDE-official geen officieel excuus zou worden aangeboden voor zijn schandalige gedrag.
Daarbij heb ik een brief ingediend in krachtige termen, mag ik wel zeggen, en heb ik afgewacht.
De volgende speeldag werd ik terzijde genomen door de hoofdarbiter. Of ik even tijd had om mee te komen. Om een lang verhaal kort te maken: de excuses van FIDE, en persoonlijk door de “FIDE-nazi”, die kreeg ik. Wat nog niet het belangrijkste was, maar wel dat we de resterende dagen van het toernooi eindelijk als normale mensen behandeld werden. Er werd niet meer geschreeuwd, er werd beleefd gevraagd en in sommige gevallen zelfs uitleg gegeven waarom men bepaalde zaken wilde weten. Het toernooi was ineens een stuk leefbaarder geworden.
De les van dit verhaal is dat het gelukkig nog wel helpt als je je verzet tegen de willekeur van een aantal van de FIDE-officials van de fair play-commissie. Zelf werd ik, toen ik onverwacht nog een keer random werd aangewezen voor een extra controle, ook normaal en vriendelijk behandeld, en niet meer als een misdaadverdachte.
Ook in het overigens verder prachtige toernooi om de Rilton Cup in Stockholm, rond nieuwjaar, had ik een jaar geleden aan de stok met de afgevaardigden van de fair play-commissie. Ook daar weer een aantal leden die geen maat weten te houden. Ongetwijfeld waren ze in een andere tijd goede kandidaat-kampbeulen geweest, gezien hun gedrag. Deze keer was de commissaris, de bekende grootmeester Colovic, vriendelijk en zakelijk in zijn uitvoering van de fair play-controles, maar helaas kon men dat niet van al zijn medewerkers zeggen, wat opnieuw veel irritatie opwekte.
Tenslotte was ik ook in het seniorenkampioenschap in Praag aanwezig, waar de editorial van Malcolm Pein over gaat. De Nederlandse afvaardiging had al snel in de gaten wie de redelijke mensen in de fair play-commissie waren en wie niet, en we zorgden gewoon dat we in het “goede” wachtrijtje stonden. Als dat een keer niet lukte, kon je zelfs je bankbiljetten één voor één uit je portemonnee halen om te laten zien dat er niets tussen verborgen zat. Ja, zózeer is dat FIDE-clubje doorgeslagen!
Ik merkte in Praag dat de organisatie en de hoofdarbiter hun uiterste best deden om de sfeer, ondanks alle opgelegde FIDE-maatregelen, zo prettig mogelijk te houden. Ook het arbitercorps verdient wat dat betreft een pluim.
Met verbazing lees ik ook over de gedragingen van Yuri Garrett tijdens de Olympiade van 2022, inclusief aanscherping van de bestaande anti-cheatingmaatregelen. Voor wie deze fanaat kent, is het niet helemaal een verrassing. Zeker vijftien jaar geleden was hij een actief toernooi-organisator, die onder meer een aantal edities van het toernooi in Bratto in Italië heeft georganiseerd. Toen al demonstreerde hij aan iedereen die geïnteresseerd was – en ook aan iedereen die niet geïnteresseerd was – het door hem ontworpen detectie-apparaat waarmee zaken als elektronica of metaal konden worden opgespoord. In de tussentijd is zijn apparaat standaarduitrusting van de FIDE fair play-commissie geworden, en heeft Garrett een leidende rol vervuld binnen de schaakbond op dit gebied.
Helaas is me opgevallen dat door hem steeds meer alle realiteit uit het oog werd verloren. Garrett zag overal het kwaad in de schaker en was naar mijn persoonlijke mening in zijn opstelling helemaal doorgeslagen. Als een Don Quichot beperkte hij zich niet tot toernooien waar veel op het spel staat en professionals deelnemen, maar terroriseerde zijn clubje ook zalen met oude mannetjes, die nog wel fanatiek spelen maar voor wie dergelijke toernooien vooral een reünie met oude vrienden zijn. Vechten tegen windmolens, een andere kwalificatie kan ik er niet aan geven. Te veel schakers hebben last van deze uitwas van een oorspronkelijk goedbedoelde poging om vals spel terug te dringen. Het is een opluchting te lezen dat Garrett zelf het veld heeft geruimd, maar zijn erfenis verstoort nog iedere dag het spelplezier van veel toernooispelers.
Een reactie in de mail van Gerard Welling (met toestemming) toegevoegd.
De kop van de vis stinkt. Dvorkovich, de FIDE president, is een afvaardiging van een totalitair regime dat zelf denkende en handelende mannen en vrouwen vreest. De beklemmende achterdocht en het stompzinnige legertje ´ordebewakers´zijn daar een gevolg van. Een patroon van een instelling die Malcolm en Gerard zo treffend geìllustreerd hebben.
Het is goed en wel dat Gerard zijn persoonlijke problemen met de uitvoering van de fair play-reglementen aankaart. De beschreven ervaringen in Assisi en Stockholm klinken inderdaad onprettig en roepen vragen op over de proportionaliteit van sommige controles. De vergelijkingen met nazi’s en kampbeulen vind ik echter zeer ongepast en onnodig kwetsend. Ik hoop dat de discussie zich kan richten op de inhoud zonder dergelijke extreme taal.
Ik heb het artikel niet gelezen, ben ik ook niet plan te gaan doen, maar als dat inderdaad zo is, is dat tamelijk droevig ja.
Gelukkig schijnt de zon! De baltsperiode van de futen is begonnen!
Moedig voorwaarts allen!
Ik haal de meerkoet en de waterhoen altijd door elkaar, maar de fuut herken ik altijd. Ik wist het trouwens niet, maar boerenkool of andijvie schijn je ze te kunnen voeren. Benieuwd hoe ze reageren op spinazie. Op naar het water!
Dag Leo,
daar kan ik enig begrip voor opbrengen ja. Boerenkool of andijvie voeren? Nog nooit van gehoord en lijkt me ook niet wenselijk.
Ik had gisteren geluk, lang naar het schouwspel van 2 baltsende futen mogen kijken! Er is zoveel fraais te zien in de natuur. Waarom toch altijd dat gekakel over die Dvorkovich. Afijn, je raadt het al,
Moedig voorwaarts maar weer!
Het lijkt mij ook apart, maar vogelbescherming adviseert, en die hebben ongetwijfeld toen het hoge gras nog nat van het dauw was, op hun buik gelegen met een paar flinke stronken in de aanslag.
Belangrijk hierbij is trouwens wel dat je de stilte kunt bewaren, het lijkt me dat baltsende watervogels niet gestoord wensen te worden. Wat dat betreft zijn de schakers bij dit bericht goed bezig, want er heerst toch een opvallende stilte, nu ik hier op het wanstaltige taalgebruik wijs.
Op naar de waterkant!
Wat vinden de lezers?
Ik vind het eerste punt in de opsomming van Dimitri het belangrijkste. Wat je ook handhaaft of bestrijdt, je hebt in alle gevallen ten minste enige fatsoensnormen te hanteren. Je kunt spelers gewoon vragen horloges af te doen, dat hoeft geen commando in woord en gebaar te zijn.
Ook vind ik dat het uitgangspunt moet zijn dat spelers in beginsel onverdacht moeten zijn. Als ik als reiziger door een scan moet voordat ik naar de gate kan wandelen, ben ik een reiziger die een procedure door moet die we nu eenmaal hebben afgesproken. Voor iedereen voor en na mij in de rij geldt hetzelfde. Dit principe dient ook in acht te worden genomen bij schakers.