Boris Spassky’s Best Games I door Tibor Karolyi


De Hongaarse IM Tibor Karolyi heeft vele boeken geschreven over grote spelers uit het verleden, waaronder een prachtige 3-delige serie over Tal, een boek over Fischer en een boek over de match Spassky-Fischer uit 1972 (en de rematch uit 1992). In het laatste boek borduurde hij voort op zijn boek over Fischer, maar wilde ook een introductie over Spassky schrijven. Hij kwam daarbij zoveel interessante, elegante aanvalspartijen tegen dat die introductie wel erg lang werd. De uitgeverij Quality Chess was bereid om deze introductie in twee delen uit te geven.  Het eerste, recent verschenen deel en beschrijft de carrière van Spassky tot het jaar voor hij wereldkampioen werd.

Het boek begint met een kort biografisch hoofdstuk over de zeer jonge Spassky. Geboren op 30 januari 1937, werd Spassky in 1942 met zijn moeder en broertje geëvacueerd uit het beleg van Leningrad. Daarbij had hij ongelofelijk veel geluk: de eerste en derde trein met vluchtelingen werden gebombardeerd, de tweede, waarin Spassky zat, bleef gespaard. Na de oorlog leefde Spassky, nadat zijn door de oorlog getraumatiseerde vader het gezin had verlaten, in bittere armoede. Karolyi vergelijkt dan de jeugdjaren van Spassky en Fischer – later vergelijkt hij herhaaldelijk schaaktechnische prestaties van Spassky en Fischer.  De voorgeschiedenis van het boek verklaart waarom, maar volgens mij had dit boek zonder gekund.

In 1948 werd Spassky op 11-jarige leeftijd gedeeld eerst in het junior kampioenschap van Leningrad en de jongste kandidaat-meester in de Sovjet Unie. Hij kreeg vanaf toen een maandelijkse toelage van de staat. Karolyi schrijft droogjes: “The investment of the communist authorities was a mixed success: they contributed to the development of the young Spassky who would go on to become World Champion, but Boris never became a fan of the communist system”.

Partijen, tournooien en gebeurtenissen worden chronologisch besproken in hoofdstukken die telkens een kalenderjaar bestrijken. Het boek eindigt in 1968, toen Spassky voor de tweede maal het recht verwierf op een WK-match met Petrosian. Op het wereldkampioenschap na had Spassky toen alles gewonnen wat er te winnen was, zoals het wereld jeugdkampioenschap, het kampioenschap van de Sovjet-Unie, gouden medailles op Olympiades en landenwedstrijden, zes kandidaten matches, alsmede de Piatigorsky Cup, een van de sterkste tournooien uit de jaren zestig, voor o.a. Fischer. In 1966 had hij nipt een match om het WK van Petrosian verloren. Sommige van zijn zwart openingen in die match waren ongehoord op dat niveau in die tijd zoals 1. Pf3,Pc6 2. g3, b5!? (14e partij) of 1. d4,Pf6 2.c4,e6 3. Pf3,b6 4. Pc3,Lb7 5.a3, Lxf3 (vraagteken van Karolyi). Naar Karolyi’s mening speelde Spassky veel minder partijen uit één stuk dan de andere wereldkampioenen. Zijn grote kracht was het middenspel.

Karolyi bespreekt volledige tournooien en matches in globale termen (bv. “Spassky begon rustig met vijf remises”), alsmede in verschillende mate van detail 103 van Spasskys mooiste of belangrijkste partijen. In de viewer ziet u vier partijen die in detail worden besproken: spectaculaire op en neer gaande partijen tegen Averbach, Kholmov en Fischer, alsmede een vlotte overwinning tegen Matanovic.  Vooral Spasskys 16e zet in zijn partij tegen Averbach uit de play-off voor het Sovjet kampioenschap van 1956  was zeer opmerkelijk. Zwart staat verkrampt en heeft geen tegenspel. Bij normaal spel wordt zwart over de h-lijn doodgedrukt. Wat te doen? Spasskys zet wordt Tim Krabbé https://timkr.home.xs4all.nl/chess/fant100.htm de mooiste zet aller tijden genoemd (dank aan Herman Grooten voor deze aanvulling).

En let bij het naspelen van Averbach-Spassky op zet 43: Spassky speelt op winst! Is dit de man die in de Interpolis tournooien van mijn jeugd vooral uitblonk in snelle remises? Maar zo word je natuurlijk geen wereldkampioen.

Karolyi toont met dit boek nogmaals zijn kwaliteiten als biograaf. Het goed uitgevoerde boek geeft een fraai overzicht van Spasskys levensloop, successen en mislukkingen uit het begin van zijn carrière, met zowel bekende partijen als minder bekende kunstwerkjes. Karolyi heeft veel uitgezocht, zo schrijft hij bij een foto van het kandidaten tournooi 1956: gelet op de vlaggen en de openingszet (1.Pf3)  moet dit de eerste ronde partij zijn, Filip-Spassky.

Het boek eindigt met handige indices van namen en partijen. Het stoorde me nogal  dat het boek geen bibliografie heeft. Karolyi citeert o.a. Soltis, Timman en Kasparov en uit een interview met Barden, maar zegt niet waar die citaten vandaan komen. Hopelijk wordt deze omissie goedgemaakt in deel 2 (en in een eventuele herdruk van deel 1). Een openingsoverzicht zou ook fijn zijn geweest.

Bibliografische gegevens:

Titel: Boris Spassky’s Best Games I

Auteur: Tibor Karolyi

Publicatiejaar: 2024

Aantal pagina’s: 344

Uitgever: Quality Chess

ISBN: 978-1-78483-200-1 (paperback), 978-1-78483-201-8 (hardcover)

Voorbeeldpagina’s https://www.newinchess.com/media/wysiwyg/product_pdf/8917.pdf

Prijs: € 27,99 (paperback), € 32,99

 

3 Reacties

  1. Avatar
    Wim Weehuizen 25 april 2025

    Dank voor dit goede overzicht van de inhoud van het boek over Spassky. Nadat Spassky als jongste deelnemer hoog geëindigd was in het kandidatentoernooi van 1956, had hij een mindere periode en veranderde hij van schaaktrainer en schaakstijl, waardoor hij in 1965 (weer) mee kon doen met de kandidatenmatches en de uitdager van Petrosian werd. Ik vroeg me af of de schrijver daar ook op ingaat. Verder had in een bibliografie natuurlijk ook dat boek van Euwe over het kandidatentoernooi van 1956 in Amsterdam moeten staan, want daar vind je alle partijen ook die van Filip tegen Spassky in de eerste ronde.

  2. Avatar
    Ludo Tolhuizen 25 april 2025

    Wim, dank voor je reactie. Inderdaad gaat de schrijver uitgebreid in op Spasskys verandering van trainer en stijl.

  3. Avatar
    Wim Weehuizen 25 april 2025

    Ik heb nog even gekeken in het WK matchboek van Flohr van 1966. Dat geeft een wat genuanceerder oordeel over de openingskeuze van Spassky in die WK match. Halverwege die WK match over 24 partijen had Petrosian twee partijen met wit gewonnen en was Spassky niet één keer door de verdediging van Petrosian gekomen, die vooral het Damengambiet en de Caro-Kann speelde. Nadat Spassky in de 13e partij de Caro-Kann van Petrosian in 90 zetten gekraakt had, koos hij in de 14e partij voor die 2e zet b7-b5. Flohr geeft hem daar een compliment voor: Spassky laat ons schaak spelen zonder boekenvarianten met het eigen hoofd. Toegegeven moet wel worden dat Flohr de onregelmatige openingskeuze van Spassky in de 16e partij heel ongelukkig vindt en de keuze van Spassky voor het Pools in de 22e partij helemaal afkeurt. Door die laatste partij te verliezen bleef Petrosian wereldkampioen. Dat zijn wel rare dingen voor een WK-match, zoals ook Flohr dat aangeeft.

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.