NK Algemeen Ronde 1
Ronde 1 van het NK in Venlo zit er inmiddels weer op. Na de eerste dag staan drie minimatches op 1-0; de andere vijf partijen werden remise.

De Kapelzaal. Foto © Henk van Gool
Stadsgenoten Jorden van Foreest en Sergei Tiviakov (ditmaal ben ik daar redelijk zeker van) lootten elkaar al in de eerste ronde. Beide heren hebben al minimaal een nationaal kampioenschap op hun naam staan. In een Catalaans voerde Wit de druk in het centrum routineus op. Zwart had hierop geen goed antwoord en moest al vroeg de duimen leggen voor zijn jongere opponent (die ooit voor een van diens boeken een voorwoord geschreven heeft).
Eveneens snel klaar waren Twan Burg en Loek van Wely. In een Taimanov-Siciliaan koos Wit ervoor de stelling in leven te houden en ging voor een va banque-aanval die hemzelf de kop kostte.
De enige andere partij die in een beslissing eindigde, was die tussen Sipke Ernst en Erwin l’Ami. Het was Wit gelukt om zijn stukken aanmerkelijk actiever neer te zetten, en in onderstaande stelling greep Zwart definitief mis:
De partij tussen Max Warmerdam en Liam Vrolijk eindigde in remise. Hoewel het objectief een behoorlijk correcte partij was, was niet iedereen even tevreden met de gang van zaken.
Daarentegen waren er in de partij tussen Ivan Sokolov en Robin Swinkels wel degelijk kansen voor beide partijen:
Ook Twitch-streamer Benjamin Bok kwam met de schrik vrij met Zwart tegen Martijn Dambacher:
Debutant Arthur de Winter maakte meteen een goede indruk door een kansrijke stelling tegen Erik van den Doel op te zetten. Hij miste echter op een kritiek moment een belangrijke voortzetting:
De meest interessante partij deed zich voor tussen eveneens-debutant Eelke de Boer en Thomas Beerdsen. Na een lang gevecht ontstond een eindspel van twee paarden tegen een pion. Dat eindspel was remise, maar geen van beide spelers wist van de hoed en de rand. Heel eerlijk gezegd wist ik dat ook niet, maar in de analyse kwam een hoop interessants naar voren, en ik heb van het naspelen en analyseren van deze partij voor dit verslag meer van dit eindspel geleerd dan ik ooit gedaan heb. Het was een interessante les vandaag.
In het kort de uitslagen:
Van Foreest – Tiviakov 1-0
Ernst – L’Ami 1-0
Warmerdam – Vrolijk ½-½
Burg – Van Wely 0-1
Sokolov – Swinkels ½-½
Dambacher – Bok ½-½
Van den Doel – De Winter ½-½
De Boer – Beerdsen ½-½
Van Foreest | – | Tiviakov | 1-0 |
Ernst | – | L’Ami | 1-0 |
Warmerdam | – | Vrolijk | ½-½ |
Burg | – | Van Wely | 0-1 |
Sokolov | – | Swinkels | ½-½ |
Dambacher | – | Bok | ½-½ |
Van den Doel | – | De Winter | ½-½ |
De Boer | – | Beerdsen | ½-½ |
~ Michaël van Liempt
Hoeveel tijd heeft Eelke de Boer dan wel geïnvesteerd aan die zeven overbekende zetjes?
Je kan dat zien op Lichess. De Boer had zelfs 2 minuten meer op de klok dan bij de de start. Het was Beerdsen die 20 minuten nadacht over c6.
Juist ja!
Het is Beerdsen die ook voor zijn vijfde en zesde zet minutenlang heeft gedacht.
In het toernooiboek van het wereldkampioenschap 1948 met analyses van Dr. Max Euwe is – afgezien van Keres – Smyslov in de tweede ronde, waarin via een andere volgorde een Grünfeldachtige stelling ontstaat – Pf3 en Db3 ook in de voorpartijen de enige manier waarop het Grünfeld-Indisch wordt aangepakt.
Mooi verslag Michael!
De opmerking “wat tijd geïnvesteerd” slaat uiteraard op de tempi in de opening. Zo’n breed centrum is niet gratis.
Prima verslag, waarvoor dank! Extra waardering voor het feit dat je het eindspel 2P vs p in De Boer – Beerdsen geanalyseerd hebt. Ik schat in dat menigeen dat overgeslagen zou hebben.
Arthur de Winter was al eens NK deelnemer eind 2022 in Groningen
Een paar weken geleden heb ik me ook verdiept in het eindspel van twee paarden tegen een randpion naar aanleiding van een partij tussen twee clubgenoten. Zo te zien heb jij geprobeerd dit eindspel te analyseren zonder gebruik te maken van de tablebases, lofwaardig! Ik heb dat wel gedaan, maar zo uiteindelijk wel enigszins een idee gekregen hoe het werkt.
Met een stevig geblokkeerde pion op de vijfde rij (zoals hier) wint de paardpartij altijd. Er is echter een probleem: wat te doen als de koning richting het blokkerende paard gaat? Het blijkt dat je hem daar niet mat kunt zetten; de enige winstmogelijkheid is hem uit die hoek te drijven!
Met een pion op de zesde rij is het remise met de koning in de verste hoek (hier dus h1), omdat dat voor het blokkerende paard net te ver is. Echter, als de koning die hoek niet kan bereiken, wint de paardpartij (met een kleine slag om de arm; ik weet niet zeker of er stellingen zijn waar de dreiging om naar de veilige hoek te lopen de paardpartij van winst afhoudt).
Met de pion op a6 en een paard op a7 blijkt dat het niet mogelijk is om de koning in de hoek h8 mat te zetten. Het is echter wel mogelijk om hem uit die hoek te verdrijven en dan blijkt de paardpartij een andere mogelijkheid te hebben gekregen: de witte koning kan weliswaar het paard op a7 gaan aanvallen, maar zwart hoeft dat paard niet te verdedigen! Dan blijkt het bekende eindspel te ontstaan waarbij koning en paard middels tempodwang de koning naar a8 en de pion naar a7 dwingen, om vervolgens met Pb6 mat te geven.
Dan komen we nu op de strategie voor dit eindspel. De koning zorgt ervoor dat hij niet in de verste hoek wordt opgesloten en gaat zo mogelijk richting a8. Daar drijven de paarden de koning uit die hoek, eventueel richting h8. Daarna zorgt de paardpartij dat het blokkerende paard dichter naar de koning (op h8) komt; de pion moet naar voren om mat te voorkomen en het andere paard moet klaar staan om op a7 te blokkeren. Vervolgens wordt de koning weer richting a8 gedreven, waar hij het paard niet mag slaan. Daarna is het mogelijk de koning richting h1 te drijven, en daar is wel mat mogelijk.
Dit zijn de cruciale stellingen.
De uitgangsstelling van dit eindspel. Volgens de tablebase is dit bij de beste verdediging mat in 152 zetten. Tot aan het moment dat wit zijn pion vooruit moet zetten zijn er dan 89 zetten gespeeld. Ook in de 63 zetten daarna heeft de zwartspeler een probleem met de 50-zettenregel.
Hier is de snelste winst 1… Pc5! 2.a6 Pa7. Daarna kost het bij de beste verdediging nog 92 zetten om mat te zetten.
De koning kan zich niet handhaven in de hoek h8: 1.Kh8? Pbc8 2.a7 Pd6 3.a8D Pf7#. Hij moet dus de hoek uit.
Remise? Nee dus! 1… Kd6! 2.Kxa7? Kc7 3.Ka8 Pd5 4.Ka7 Pe7 5.Ka8 Pc8 6.a7 Pb6#. Wit moet dus 2.Kb6! spelen met het vervolg 2… Pd7+ 3.Kb7 Pe5 4.Kb6 Pec6 5.Kb7 Pe7 6.Kb6 Pec8+ en nu moet 7.Ka5! (7.Kb7? Kd7 8.Ka8 Kc6 9.Kb8 Pb6 10.Kxa7 Pd7 en spoedig mat). Vervolgens moet de koning naar a1 gedreven worden en dat duurt nog steeds 37 zetten.
Dit is het resultaat. Zwart heeft nu mat in 4: 1… Pb5 2.a7 Pb4+ 3.Ka1 Pd4 4.a8D Pb3#.
U kunt dit naspelen in https://syzygy-tables.info/?fen=8/3n4/n7/P7/4k3/8/5K2/8_w_-_-_0_1.