Ronde 4: de zware last van ratingpunten
Alle berichten over de Worldcup 2025 via deze pagina
De mannen achter Schaaksite hebben een paar maanden geleden eens gekeken welke stukken op deze site het best worden gelezen. Dit leidde tot twee belangrijke richtlijnen voor de verslaggevers:
- Richt je vooral op meespelende landgenoten
- Houd het kort
Blijkbaar hebben ook schakers in deze tijd van clickbaits en social media steeds meer moeite met teksten die niet op één A4-tje passen. Het is daarom een geschenk van hogerhand dat in ronde drie de laatste Nederlanders uit het toernooi vlogen, dat maakt het namelijk vandaag een stuk makkelijker om het verslag van ronde 4 niet al te lang te laten worden. We zijn er om de lezer te dienen, nietwaar?
Ook deze ronde liet zien dat ratingpunten niet meer zijn dan schimmige beleggingsproducten. Ze zijn gebaseerd op resultaten uit het verleden en geven absoluut geen enkele garantie voor de toekomst. Nadat in rondes twee en drie al veel favorieten waren uitgeschakeld, verdwenen in ronde vier nog meer grote namen uit het toernooi. Van de veertien hoogste ratinghouders die aan de start verschenen zijn er nu nog maar twee over. Van die twee zal zich bovendien hooguit één kunnen plaatsen voor het kandidatentoernooi.
Ronde 4, dag 1
Zestien partijen en slechts twee beslissingen. Ja, er werd voorzichtig gespeeld. De twee overwinningen die er waren kwamen trouwens op heel verschillende manieren tot stand.
In Sarana – Martinez Alcantara kwam het hypertheoretische Marshallgambiet op het bord, een opening waar de vele varianten je als zwartspeler al snel kunnen doen duizelen. Uit eigen ervaring kan ik vertellen dat het zelfs compleet onspeelbaar is wanneer het je (niet meer) lukt om tientallen verschillende zetvolgordes foutloos te reproduceren. Nadat de Nederlandse, maar al lang in Denemarken wonende, Sandra de Blécourt me in deze opening tijdens de ECCC 2023 keihard van het bord offerde, belandden mijn Marshall-aantekeningen als een dikke prop pure frustratie met een strakke worp direct in de prullenbak. Martinez Alcantara is echter een jonge vent met een nog goed werkend geheugen en hij durfde het wel aan tegen Sarana. Terecht, want nadat wit was uitgeraasd nam hij het initiatief over en wist de partij overtuigend te winnen.
In de partij Aronian – Wojtaszek zagen we juist geen cutting edge theorie. Levon trok eigenlijk een lange neus naar iedereen die thuis een kast vol openingsboeken heeft staan: 1. e4 e5 2. Pc3 Pf6 3. a3!? en even later ook nog 5.Dh5. Een welgemeend advies aan alle jeugdleiders van Nederland die hun pupillen de gouden regels van de opening proberen te leren: laat ze deze partij niet zien! Aronian lapt alle regels aan zijn laars en komt er nog mee weg ook.
Zelf mag u uiteraard de twee partijen wel naspelen in de viewer.
Bijna was er ook nog een beslissing in de partij Praggnanadhaa – Dubov. De Rus valt tot nu toe vooral in negatieve zin op door zijn klassieke partijen en ook zijn eerste rapidpartijen het liefst zo snel mogelijk remise te willen spelen. Pas vanaf het 10+10 tempo gaat hij zich inspannen. Pragg (houd het kort!) wilde er niet aan meewerken en ging voor een lange partij. Dat had zomaar slecht voor hem kunnen aflopen, want in een partij waarin zwart afwisselend goed tot heel goed stond, miste Dubov op zet 39 een kans voor open doel.
Ronde 4, dag 2
De twee winnaars van gisteren zijn door naar de volgende ronde! Martinez Alcantara had het makkelijk. Sarana koos al dan niet bewust voor een zeer dubieuze variant en mocht eigenlijk blij zijn dat de Peruaan, die tegenwoordig voor Mexico uitkomt, tevreden was met een zetherhaling. Aronian speelde op een manier die prima past bij de vrolijke prints op zijn overhemden. In onderstaande stelling staan de toren op a8 en het paard op f6 allebei aangevallen. Levon zette ze echter geen van beide weg! Hij ruilde rustig de dames met 22. .. Dd5. De stelling die overbleef bleek ondanks de dameruil en de extra toren voor wit volledig in evenwicht. Tegen het eind kreeg zwart zelfs nog kansen op winst, maar net als Martinez Alcantara was Levon stiktevreden met de veilige remisevariant die hij had gevonden.
Twee spelers wisten zich via het Grand Swiss te plaatsen voor het kandidatentoernooi: onze eigen Anish Giri en de Duitser Matthias Bluebaum. Reuzendoder Alexander Donchenko maakt in Goa nu indruk door beide kandidaten één voor één uit het toernooi te kegelen. Bluebaum dacht met zwart zijn paard mooi centraal op d4 te posteren, maar het bleek de eerste nagel aan zijn doodskist. Het paard had geen makkelijk weg terug en kon slechts ten koste van heel veel concessies gered worden.
Er waren nog twee winnaars op de tweede speeldag van ronde 4: de Oezbeek Nodirbek Yakubboev die Venkatesh Pranav, de huidige wereldkampioen bij de jeugd t/m 20 jaar, wist te verslaan nadat de Indiër zich verslikte in een giftig pionnetje en de Vietnamees Lê Quang Liêm die won van Karthik Venkataraman. De regerend kampioen van schaakgrootmacht India nam kort na de opening te veel risico. Lê speelde het vervolg niet foutloos, maar wel goed genoeg om zijn tegenstander niet terug in de partij te laten komen. In de viewer wat partijen van speeldag 2.
Vijf matches beslist, elf matches gaan op dag drie door met versneld tempo.
Ronde 4, dag 3
Na een dagje rapid- en snelschaak kunnen de wereldtoppers Praggnanandhaa, Richard Rapport, MVL, Vincent Keymer hun koffers pakken. Pragg is via het Fide Circuit zo goed als zeker van een plekje in het kandidatentoernooi, maar het ontbreken van Keymer, die dit jaar opstoomde naar plek vier op de wereldranglijst, zal zeker een groot gemis zijn.
Wie houdt van snelle partijen met veel fouten en wisselende kansen kan de partijen naspelen op de toernooisite of via Lichess. Ik volsta met de indeling van ronde 5:
Frederik Svane – Javokhir Sindarov
Pentala Harakrishna – Jose Eduardo Martinez Alcantara
Nodirbek Yakubboev – Gabriel Sargissian
Le Quand Liem – Alexander Donchenko
Daniil Dubov – Sam Shankland
Aleksey Grebnev – Andrey Esipennko
Wei Yi – Samuel Savian
Levon Aronian – Arjun Erigaisi
De grootste ratingkanonnen die nu nog in het toernooi zitten zijn Arjun Arigaisi (2769) en Wei Yi (2753). Mochten beiden winnen in ronde 5, dan komen ze elkaar in ronde 6 tegen. Hooguit één top tien speler bij de laatste vier dus.
Bij het woord Marshall gambiet dacht ik aan het Spaans, waar zo’n gambiet tot mooie, scherpe varianten kan leiden. Het bleek echter in de bovenstaande partij op het Slavisch betrekking te hebben. Semi-Slav Defense: Marshall Gambit. Main Line volgens de website.
Op eerdere momenten dan het in dit verslag getoonde fragment uit Prag – Dubov weigert Prag eerst de pionwinst in de Spaanse Marshall na wél 9.exd5 Pxd5 met 10.h3 en mist in het vervolg 29.Le7.
chessgames.com/perl/chessgame?gid=3005778
Ja, in het Spaans heb je ook een Marshallgambiet, maar dat is slappe hap vergeleken met zijn naamgenoot in het Slavisch. In de Spaanse versie zie ik in vrijwel alle varianten toch de logica, maar in de Slavische krijg ik vaak het gevoel dat er met een dobbelsteen wordt gegooid.
Ik heb een paar jaar geleden mijn spaarpot omgekeerd en de Chessable-cursus Triangle Slav van Erwin L’Ami aangeschaft. Erwin is een aardige jongen en ik gun hem die paar centjes graag, maar eigenlijk moet er een waarschuwingssticker op met de tekst “niet geschikt voor personen boven de 50”.
Wat de opening betreft in Aronian-Wojtaszek: 5. Dh5 is juist precies de bedoeling van 3. a3. Vergelijk dit met met Schots: Na 1.e4,e5 2.Pf3,Pc6 3.d4,exd4 4. Pxd4,Dh4 is 5.Pb5! de sterkste zet.
@Ludo: precies! Raar dat Tiggelman, toch geen zwakke speler, de Mengarini niet kent en met slappe retoriek doet alsof er geen diep voorbereide ideeën achter Aronians openingskeuze zitten.
Mengarini? Inderdaad nooit van gehoord…
Ik zie in de databases dat het door echt sterke spelers eigenlijk alleen maar in blitzpartijen wordt gespeeld, waar het inderdaad iets beter scoort dan 1. e4 e5 2. Ke2.
Grappig inderdaad! Wit doet net of ie zwart heeft, maar dan met een tempo meer! Er staan ook veel partijen in de database en wit heeft een goede score. Aronian weet wat ie doet :-).
Dus 3. a3 is om te verhinderen dat het paard, dat nu nog op b8 staat en zich drie zetten later gepend op c6 bevindt, niet naar b4 kan?! Ik leer veel bij vandaag.
Hallo René… het gaat niet om het paard van b8 maar om het paard van d5. :-). Op grond van een omgewisselde kleuren situatie zou dan na 5. Dh5 het antwoord 5. … Pb4 sterk zijn (zie Ludo zijn opmerking). Maar dat voorkomt wit dus met de zet 3. a3! En ja, dat zetje a3 heb ik zelf in 2015 al eens gespeeld :-), en ook nog eens in 2025. En grappig genoeg zie ik nu pas dat in beide gevallen de tegenstanders met 3. … c6 antwoordden. En na 4. d4 sta je dan prima met wit. Maar niveau onvergelijkbaar… ik weet het!
Ach ja, er kunnen 2 paarden naar b4. Dat had ik in mijn enthousiasme helemaal gemist. Eigenlijk best wel jammer, ik vond het concept met “dubbele dekking” door a3 én Lb5 juist zo mooi diepzinnig.
Je mag ook eerst nadenken voordat je wet post!
Of luisteren naar wat de winnaar zelf zegt: “Aronian himself explained the a3-move is equal, so playable, and, “It’s just it’s kind of desperation—you want to try all stupid ideas because regular ideas lead to a draw!”” ( chess.com)
Overigens is d5 misschien niet de zet om te profiteren. Met 3… Pc6 laat je wit bewijzen dat 3.a3 toegevoegde waarde heeft. Veel zal het niet zijn.
Die partij tussen Pragg en Dubov was leuk om na te spelen. Dubov had al eerder op zet 26. Ph5 en 27. Pg3 kunnen spelen, waarmee hij de witte koningsvleugel met zijn paarden had gedomineerd. Ik heb een monografie over de Marshall Angriff van GM Krogius uit het Russisch vertaald van 250 blz. Daarin komt de variant die Pragg speelt niet voor. Er staan alleen 29 varianten in, waarin wit het pionoffer wel aanneemt. In de allereerste partij met deze opening in 1918 nam Capablanca het pionoffer wel aan, ook al begreep hij dat hij in de voorbereiding van Marshall terecht zou komen en won die partij overtuigend. Euwe noemt dit alles de Marshall variant van het Spaans.
Aan René Tiggelman: Ik heb in de loop der jaren toch aardig wat versterkingen voor zwart gezien in het Spaanse Marshall gambiet, waardoor elke keer weer nieuwe spannende verwikkelingen ontstonden.
Met het Slavisch heb ik me nooit ingelaten, want dat vond ik te passief voor zwart. Meestal speelde ik Konings Indisch, dat m.i. meer initiatief aan zwart kan geven.