Schaakhistorie (9) : De vroege jaren van Schaakbulletin (1968 en verder)
Het tijdschrift Schaakbulletin (1968-1984) staat bekend als een blad waarin tegen de gevestigde orde werd geschopt door schakers met grote literaire capaciteiten. Met enige, gepaste overdrijving mag je het blad wel zo noemen, maar zo is het zeker niet begonnen. Eigenlijk begon het vrij braaf.
Wim Andriessen was in 1968 een sterke hoofdklasser, die zich in 1971 zelfs plaatste voor het Nederlands kampioenschap. Hij werkte aan de Landbouwhogeschool (tegenwoordig universiteit) van Wageningen. Daar was hij technisch tekenaar en maakte hij onder andere bodemkundige kaarten. Andriessen was geboren in 1938 en dus iets ouder dan de schakende studenten voor wie zijn huis een zoete inval was. Onder hen Frits Hoorweg, die hier een uitgebreid en soms hilarisch verhaal schrijft over de oprichting van het blad. Een bijzonder detail is dat Andriessen uit kranten, tijdschriften en zelfs boeken partijen knipte en in multomappen ordende. Je kunt zeggen dat hij zijn tijd ver vooruit was, want zo’n twintig jaar later, toen de computermogelijkheden er waren, ontwierp hij de databank NicBase. Toch was hij niet echt vooruitstrevend, want in Nederland kenden we al de Losbladige Schaakberichten, waarin openingstheorie periodiek werd aangevuld.
Het oprichten van Schaakbulletin in 1968 was geen reactie op het bondsblad Schakend Nederland, maar op het mislukken van het blad Schaakrevue. Hoorweg wist niet precies waar en door wie het werd gemaakt, maar voor hem droeg het “duidelijk de kenmerken van de hoofdstedelijke schaakincrowd”. Het blad dat tweewekelijks verscheen viel vooral op door de chique uitstraling. Na een halfjaar ging het ter ziele.
Je zou denken dat er dus geen markt was voor een zelfstandig schaaktijdschrift, maar Andriessen meende dat vooral de dure productie een probleem was. Met zijn vakkennis wist hij een veel goedkopere mogelijkheid, namelijk via de vrij nieuwe offsettechniek.
Andriessen en Hoorweg gingen op bezoek bij het IBM-toernooi van 1968. Hoorweg: “Daar zouden we vast iedereen die ertoe deed kunnen spreken en zo bleek het inderdaad te gaan. Hans Ree was wel bereid af en toe een stukje te schrijven tegen de vergoeding (80 gulden) die we hem in het vooruitzicht stelden. Voor de helft van dat bedrag wilde Van Scheltinga zijn naam wel lenen aan de openingenrubriek, die feitelijk door Wim zou worden geredigeerd.”
Lees meer >