Vier leiders bij Batavia

Bij het Bataviatoernooi in Amsterdam is er na drie ronden nog niet veel tekening in de strijd. Vier spelers delen de eerste plaats met twee punten: David Smerdon, Alina l’Ami, Jorden van Foreest en Twan Burg. Matige starts zijn er voor ratingfavoriet Sipke Ernst (1.0) en Merijn van Delft (0.5).

Het veld bij dit toernooi is samengesteld volgens een min of meer gevestigde formule: twee Nederlandse grootmeesters (Peng en Ernst), twee buitenlandse (Smerdon en Williams), een paar goede Nederlandse IM’s (Burg, Van Delft en Van Eijk), een Belg (Geirnaert), een jong talent (Van Foreest) en een in Nederland wonende IM (Alina l’Ami, de titel is in aanvraag, gefeliciteerd namens Schaaksite!) waarbij dan twee vrouwen zitten. Dat geeft bij elkaar een gemiddelde rating van 2445 (en ik denk dat Jorden van Foreest 50% nodig heeft voor een IM-norm, daarover later hopelijk meer). De Europees jeugdkampioen is in ieder geval in de running, vooral door de overwinning op de roodharige Brit Simon Williams die een moment van verstandsverbijstering had:

In deze stelling moet zwart een keer f4 spelen. Eerst pakken op d2 en dan f4 komt in aanmerking, of Pg7, dan f4, en als wit g4 speelt, de loper op h4 zetten en h5 spelen. Om een of andere reden wilde Williams liever de pion van e5 op f4 hebben.

Lees meer >

Dimitri op Tata (2)

Het is voor spelers met ten minste een beetje ambitie gebruikelijk om voor een toernooi een doel te hebben. Dat doel kan taakgericht (of procesgericht) zijn: bijvoorbeeld het vermijden van tijdnood (of, als je het positief wilt formuleren, een goede tijdsverdeling). Trainers worden blij als pupillen dat soort doelen stellen. Uiteindelijk gaat het bijna altijd wel om het resultaat natuurlijk, met 0 uit 9 en een voorbeeldig tijdverbruik lijkt er toch iets misgegaan te zijn. Een bepaald resultaat als doel is ook gebruikelijk: zo liet Ivan Sokolov bij het afgelopen NK duidelijk weten dat hij vond dat hij (als speler met de hoogste rating) kampioen zou horen te worden. Dat werd hij (gelukkig) niet, hoewel hij volgens zijn rating scoorde. Of het eenzijdige doel goed werkte voor hem weet ik niet: het kan een motivatie geweest zijn om hard te werken, het kan ook demotiverend gewerkt hebben, of geen van beiden, maar de teleurstelling na afloop zal niet fijn geweest zijn.

Zelf ben ik meestal bescheidener met mijn doelen. Meestal valt het in drie woorden te formuleren: een goed (of redelijk, afhankelijk van mijn zelfvertrouwen) toernooi spelen. Op het afgelopen NK was mijn doel nog bescheidener: beter presteren dan het jaar ervoor (dat lukte). Bij Tata was ik zevende geplaatst van de veertien, een plaats in de middenmoot leek me dus redelijk, iets erboven goed (resultaatdoel). Als ik dan ook nog wat goede/leuke partijen zou spelen (taakdoel) zou ik tevreden kunnen zijn. Uiteindelijk is mijn resultaat goed, met het niveau van mijn partijen ben ik niet zo heel tevreden, met de vermaakfactor wel, slechts twee remises en veel lange partijen. Om eerlijk te zijn geef ik de voorkeur aan een solide ongeslagen toernooi, het is gewoon beter voor de gemoedsrust. Voor mijn reputatie is zo’n scorelijst vol met enen en nullen waarschijnlijk wel weer beter: dat is tenslotte wat het publiek en toernooiorganisaties graag ziet. Zelf had ik het idee dat het toeval is, al valt me nu op dat ik in de laatste 42 partijen maar 7 remises heb gespeeld (8 nederlagen, 27 overwinningen). Maar er zijn ook periodes geweest waarin het aantal remises een stuk hoger lag.

Verder met het toernooi. Ik was met 2.5 uit 5 begonnen, er had meer in gezeten, maar 50%, middenmoot, volgens mijn doelstelling was dat ok. Ik zou echter naar min 1 gaan zakken door mijn partijen tegen Bok en Timman, en dat was toch niet de bedoeling.

Ronde 6: wit tegen Benjamin Bok

Tegen Benjamin kwam ik twee pionnen voor, maar ik had nog wel wat problemen te overwinnen. Dat deed ik niet helemaal goed, maar uiteindelijk wist ik een toreneindspel met een pluspion te bereiken dat op een gegeven moment wel gewonnen voor mij was. Mijn techniek faalde echter.

Lees meer >

Dimitri op Tata (1)

Zo ongeveer driekwart jaar geleden schoot Jeroen van den Berg (de toernooidirecteur van het Tata Steel schaaktoernooi) me aan. Ik was dat jaar niet uitgenodigd voor Wijk aan Zee, maar hij wilde zeggen dat ik nog steeds in beeld was, en ook dat hij het op prijs stelde als ik niet luid klaagde. En inderdaad, als mensen mij tijdens het toernooi vroegen "Hoe komt het dat jij niet meedoet?" legde ik uit dat er in Nederland meer grootmeesters dan plekken zijn en er dus mensen teleurgesteld moesten worden. (En ook dat Erwin l’Ami in 2012 een half punt boven me eindigde door een verloren eindspel tegen mij te keepen en vervolgens in 2013 de A-groep mocht spelen en dat het soms dus om kleine dingen gaat…)

Op dat moment wist ik nog niet dat er voor de editie van 2014 flink bezuinigd moest worden. De C-groep werd geschrapt, de twee promovendi (allebei Nederlanders) werden voor de B-groep uitgenodigd, dat betekent dat er maar hoogstens drie plekken nog over waren voor andere Nederlanders. Maar ik deed wat ik moest doen en werd Nederlands kampioen, en werd als enige speler van dat toernooi uitgenodigd. Uiteindelijk had Jeroen overigens een gelukkige hand van uitnodigen, want zowel Benjamin, Jan als ik (die de drie plekken vulden) speelden een erg goed toernooi.

Mijn teamgenoten Jan Smeets en Erwin l’Ami, die beiden ervaring in de A-groep hebben, werden voor dit jaar helemaal niet uitgenodigd. Om te spelen althans, want voor Erwin was er een leuk alternatief: hij was het hele toernooi aanwezig en gaf veelvuldig commentaar, vooral bij de dit jaar geïntroduceerde livestream. Dat lijkt mij ook wel wat, al ben ik me ervan bewust dat ik niet zo’n goede prater ben als bijvoorbeeld Yasser Seirawan. Maar voor de vlotte babbel kan er vast een co-commentator komen.

Er werd niet alleen op het aantal grootmeestergroepen bezuinigd, ook het prijzengeld was dit jaar flink minder. Maar iedereen had daar geloof ik wel begrip voor en uit het deelnemersveld bleek wel dat het nog steeds een aantrekkelijk toernooi is. Hoewel, eigenlijk was het op papier een riskant toernooi voor mij om te spelen, ratingsgewijs gezien. Veel jonge spelers, Timman die het laatste half jaar goed in vorm is (en tijdens het toernooi ook), Wojtaszek die rond de jaarwisseling twee toernooien won, waar zou ik de punten moeten halen? Tegen de promovendi wellicht, maar die versla je ook niet zomaar. En dan trok ik ook nog een hoog nummer bij de loting. Dat vinden schakers nooit leuk, maar de loting had nog een vervelende consequentie voor me. Of dat dacht ik.

Ronde 1: Zwart tegen Radoslav Wojtaszek

Ik wist dat de hoogste ratinghouder van onze groep goed bezig was geweest in Zwitserland, maar in de voorbereiding werd ik nog extra met de neus op de feiten gedrukt: hij had de laatste acht partijen met wit gewonnen. En dan niet alleen tegen pannenkoeken, ook 2600+ spelers gingen er gewoon aan. Lekker om tegen zo’n man te moeten beginnen, not…

Ik had echter een sluw plan bedacht, en dat kwam gewoon uit! Ik kreeg via een slimme zetvolgorde precies de gunstige versie van de Stonewall waarop ik gehoopt had. Toch zag ik dat ik nog wel wat moeilijkheden op te lossen had. Hij offert een pion, die pak ik maar, ik zie dat hij compensatie krijgt, maar dat ik het kan keepen. Een onhandige zet van hem, en opeens een eindspel met een pion meer. Wel remise, maar ik kan het proberen. Een fout van hem, en ik win een tweede pion! Nu zou ik toch wel moeten kunnen winnen? Het wordt echter toch nog lastig. Maar uiteindelijk krijg ik paard plus a- en b-pion tegen paard. Goed blijven opletten, dan moet het winnen. En dat gebeurde. Ik had de nummer 34 van de wereld met zwart verslagen!

Lees meer >

Karpov wint match na val Timman

In sporten als schaatsen en wielrennen komt het geregeld voor: de ene atleet valt, de andere atleet profiteert en wint. Bij schaken is het ongebruikelijk, maar bij de match Timman-Karpov gebeurde het. Drie partijen lang was onze landgenoot de gelijke van Karpov, maar na de derde partij brak hij door een val zijn hand. Het gaat iets te ver om te stellen dat hij daardoor de vierde partij verloor, maar het zal absoluut een handicap geweest zijn, ook omdat hij door de pijn heel slecht sliep. Karpov speelde overigens een goede partij.

Na de vierde partij ging Timman met toernooidirecteur Jan Colly naar het ziekenhuis waar zijn hand in het gips werd gezet en zijn arm in een mitella. Vervolgens gingen ze naar het sportcentrum voor een persconferentie geleid door Hans Böhm. René Olthof nam daar de onderstaande foto.

De derde partij (nog zonder blessure) was nog een goede partij van Timman (maar van Karpov ook). In het Berlijns kwam hij met de thematische zet 16.e6, om lijnen voor zijn stukken te openen. Het leverde een licht initiatief op, maar meer niet, terwijl Karpov met zijn twee lopers op meer mocht hopen als het initiatief geneutraliseerd zou worden. Timman ruilde lopers, offerde een pion om een toreneindspel te bereiken waarin hij de pion meteen terugwon, waarna remise werd overeengekomen.

Ook de vierde partij had best remise kunnen worden. In een Dame-Indische partij met 5…b5 kwam een stelling op het bord waarin zwart een halfopen b-lijn had, wit een halfopen c-lijn. Wit tripleerde op de c-lijn en viel daarmee c7 aan. Om een of andere reden verdedigde Timman die pion niet, Karpov sloeg hem, stond gewoon een pion voor en de rest was (nog niet al te makkelijke) techniek. Jammer, de Arnhemmer had vast goede hoop om eindelijk eens een match van Karpov te winnen, maar de Rus bleek toch te sterk.

Lees meer >

Timman-Karpov na twee partijen in evenwicht

In het Groninger museum wordt momenteel een bijzondere match gespeeld tussen Jan Timman en Anatoli Karpov. Dit is een van de festiviteiten waarmee de stichting NNR2013 (Noord Nederland Rusland 2013) op de valreep het Ruslandjaar probeert te redden. De strijd tussen Rusland en Nederland op het schaakbord is (net als in het echt) best fel, maar uiteindelijk werd twee keer de vrede getekend.

De beide eerdere matches tussen Timman en Karpov (in 1990 en 1993) eindigden in ruime overwinningen voor de Russische ex-wereldkampioen, maar de situatie nu is anders. Toen was Karpov ook de favoriet vanwege ELO-surplus, nu is het moeilijk om een (eventuele) winnaar te voorspellen. Het ratingverschil is klein, mede omdat Timman in 2013 een punt of 40 heeft gewonnen. Karpov heeft laatst in een naar hem vernoemde rapidtoernooi in Frankrijk sterk gespeeld (hij verloor uiteindelijk in de finale van Bacrot) en in deze match is de bedenktijd ook vrij beperkt (40 minuten plus 30 seconden per zet). Timman is de laatste tijd ook goed op dreef, 6.5 uit 7 in de Duitse en Nederlandse competitie samen. Als ik geld zou moeten inzetten, zou ik het op de einduitslag van 2-2 doen.

Lees meer >

Nakamura winnaar London Chess Classic

Hikaru Nakamura heeft de London Chess Classic Super 16 gewonnen. Zaterdag versloeg hij overtuigend Nigel Short in de kwartfinale, waarna hij zondagmiddag met veel geluk Vladimir Kramnik versloeg. In de finale zondagavond was hij weer duidelijk de beste en door Boris Gelfand te verslaan won hij 50.000 euro.

Tegen Nigel Short sloeg hij toe in de eerste partij met zwart.

Wit is zwak op de zwarte velden, maar zwart moet oppassen dat er niet een paar pionnen bij hem afgaan. Nakamura besluit ze gewoon te offeren om de zwakte van de zwarte velden te benadrukken.

24… Pc3!? 25. Pxc3 Lxc4! 26. bxc4 bxc3 27. Ta3 Tb2 28. Txc3 Dd4 29. Dxd4 Pxd4 30. Txe5 a4

Wit heeft er twee meer, maar zijn stukken staan onhandig en de a-pion is momenteel gevaarlijker dan zijn eigen vrijpionnen. Na 31.Ta3! zou hij het wel moeten kunnen keepen, zijn volgende zet is een blunder die niet helemaal afgestraft wordt….

Lees meer >

London Chess Classic: 8 opgaven

De London Chess Classic heeft dit jaar een andere formule dan gebruikelijk. In plaats van een round robin met 8 of 9 spelers is er gekozen voor een rapidtoernooi met 16 spelers. Hoewel Carlsen en Aronian ontbreken, is het toernooi nog steeds erg sterk bezet met o.a. Anand, Kramnik, Nakamura en Caruana. In de voorronden (4 groepen van 4 spelers, dubbelrondig) waren er weinig verrassingen en in elke groep plaatsten de twee spelers met de hoogste ratings zich. Dat geeft de volgende kwartfinales: Anand-Kramnik, Svidler-Adams, Nakamura-Short and Gelfand-Caruana.

In de 48 gespeelde partijen werden er veel sterke zetten gespeeld, maar ook veel kansen gemist. Hieronder vindt u acht opgaven. Doet u het net zo goed/beter dan de spelers?

Opgave 1

Is 21…Pxe5 een goede zet?

Lees meer >

Nederland terug op 50%

"Schakers kansloos tegen Armenië" kopt teletekstpagina 601, puur gebaseerd op de uitslag. En inderdaad, 3.5-0.5 ziet er overtuigend uit. Maar hoe anders had het kunnen zijn! Giri stond een gezonde pion voor tegen Aronian, Van Wely kreeg een voordelig toreneindspel, en bij L’Ami en Tiviakov was remise het verwachte resultaat. Maar helaas… Aronian overspeelde Giri in het eindspel terwijl Van Wely en L’Ami blunderden. "Een geflatteerde uitslag" zou een voetbaltrainer dan na afloop zeggen.

bord Nederland ½ – 3½ Armenië
1 Anish Giri 0 : 1 Levon Aronian
2 Loek van Wely 0 : 1 Vladimir Akopian
3 Erwin l’Ami 0 : 1 Tigran Petrosian
4 Sergei Tiviakov ½ : ½ Gabriel Sargissian
Lees meer >

Reinderman wint Haije Kramer Zeskamp

Afgelopen weekend werd in Leeuwarden de vierde editie gehouden van het toernooi ter nagedachtenis aan de man die ruim 35 jaar de sterkste schaker van Friesland was, de Haije Kramer Zeskamp. Deelnemers waren twee spelers van Philidor, Migchiel de Jong en Nederlands jeugdkampioen (en Fries kampioen) Nick Maatman, twee ex-spelers van Philidor, Sipke Ernst en bovengetekende, Zhaoqin Peng, medewerkster van onze zustersite News About Chess, en voor het eerst een buitenlandse deelnemer, Namig Guliyev uit Azerbeidzjan, tweemaal winnaar van het Waling Dijkstra weekendtoernooi. Een mooi veld en er werd had gevochten, alleen in de eerste ronde viel een relatief snelle remise (29 zetten). Het toernooi bleef ook tot het einde spannend, maar met een eindsprint van 3 uit 3 wist ik met 4 punten een half punt voor Sipke Ernst te eindigen.

Net nummer 1 getrokken, net als op het NK, met dezelfde uitkomst!

Het toernooi begon matig voor mij: de vrijdagavond- en zaterdagochtendronde (negen uur, brr, dat wist ik niet toen ik de uitnodiging aannam) leverden me ondanks twee keer wit slechts minremises op tegen Guliyev en Peng. Zaterdagmiddag mocht ik met zwart tegen Sipke. Ik won met zwart op het NK, hij met zwart in de competitie, nu was het weer mijn beurt.

Ernst, Sipke – Reinderman, Dimitri
Lees meer >

Nederland verliest in eerste ronde WK Landenteams

Nederland is het WK Landenteams in Kemer, Antalya (Turkije) met een kleine nederlaag begonnen. Op papier was het Chinese team iets sterker en dat bleek ook in de praktijk. Weliswaar boekten Giri, Van Wely en Sokolov soepele remises tegen hun tegenstanders, maar Tiviakov wist met wit geen stand te houden tegen Bu Xiangzhi.

De toernooisite ligt er al de hele dag uit, maar als ik goed tel is Nederland als zesde geplaatst van de tien teams, en een plek in de middenmoot ligt dus in de lijn der verwachtingen. Rusland, Oekraïne en Armenië zijn de favorieten, van Europees Kampioen Azerbeidzjan wordt dit keer niet veel verwacht omdat Radjabov en Mamedyarov wegens overschaaktheid ontbreken.

De uitslagen van de eerste ronde:

Lees meer >