4 februari 2014 16:10 Dimitri Reinderman
Zo ongeveer driekwart jaar geleden schoot Jeroen van den Berg (de toernooidirecteur van het Tata Steel schaaktoernooi) me aan. Ik was dat jaar niet uitgenodigd voor Wijk aan Zee, maar hij wilde zeggen dat ik nog steeds in beeld was, en ook dat hij het op prijs stelde als ik niet luid klaagde. En inderdaad, als mensen mij tijdens het toernooi vroegen "Hoe komt het dat jij niet meedoet?" legde ik uit dat er in Nederland meer grootmeesters dan plekken zijn en er dus mensen teleurgesteld moesten worden. (En ook dat Erwin l’Ami in 2012 een half punt boven me eindigde door een verloren eindspel tegen mij te keepen en vervolgens in 2013 de A-groep mocht spelen en dat het soms dus om kleine dingen gaat…)
Op dat moment wist ik nog niet dat er voor de editie van 2014 flink bezuinigd moest worden. De C-groep werd geschrapt, de twee promovendi (allebei Nederlanders) werden voor de B-groep uitgenodigd, dat betekent dat er maar hoogstens drie plekken nog over waren voor andere Nederlanders. Maar ik deed wat ik moest doen en werd Nederlands kampioen, en werd als enige speler van dat toernooi uitgenodigd. Uiteindelijk had Jeroen overigens een gelukkige hand van uitnodigen, want zowel Benjamin, Jan als ik (die de drie plekken vulden) speelden een erg goed toernooi.
Mijn teamgenoten Jan Smeets en Erwin l’Ami, die beiden ervaring in de A-groep hebben, werden voor dit jaar helemaal niet uitgenodigd. Om te spelen althans, want voor Erwin was er een leuk alternatief: hij was het hele toernooi aanwezig en gaf veelvuldig commentaar, vooral bij de dit jaar geïntroduceerde livestream. Dat lijkt mij ook wel wat, al ben ik me ervan bewust dat ik niet zo’n goede prater ben als bijvoorbeeld Yasser Seirawan. Maar voor de vlotte babbel kan er vast een co-commentator komen.
Er werd niet alleen op het aantal grootmeestergroepen bezuinigd, ook het prijzengeld was dit jaar flink minder. Maar iedereen had daar geloof ik wel begrip voor en uit het deelnemersveld bleek wel dat het nog steeds een aantrekkelijk toernooi is. Hoewel, eigenlijk was het op papier een riskant toernooi voor mij om te spelen, ratingsgewijs gezien. Veel jonge spelers, Timman die het laatste half jaar goed in vorm is (en tijdens het toernooi ook), Wojtaszek die rond de jaarwisseling twee toernooien won, waar zou ik de punten moeten halen? Tegen de promovendi wellicht, maar die versla je ook niet zomaar. En dan trok ik ook nog een hoog nummer bij de loting. Dat vinden schakers nooit leuk, maar de loting had nog een vervelende consequentie voor me. Of dat dacht ik.
Ronde 1: Zwart tegen Radoslav Wojtaszek
Ik wist dat de hoogste ratinghouder van onze groep goed bezig was geweest in Zwitserland, maar in de voorbereiding werd ik nog extra met de neus op de feiten gedrukt: hij had de laatste acht partijen met wit gewonnen. En dan niet alleen tegen pannenkoeken, ook 2600+ spelers gingen er gewoon aan. Lekker om tegen zo’n man te moeten beginnen, not…
Ik had echter een sluw plan bedacht, en dat kwam gewoon uit! Ik kreeg via een slimme zetvolgorde precies de gunstige versie van de Stonewall waarop ik gehoopt had. Toch zag ik dat ik nog wel wat moeilijkheden op te lossen had. Hij offert een pion, die pak ik maar, ik zie dat hij compensatie krijgt, maar dat ik het kan keepen. Een onhandige zet van hem, en opeens een eindspel met een pion meer. Wel remise, maar ik kan het proberen. Een fout van hem, en ik win een tweede pion! Nu zou ik toch wel moeten kunnen winnen? Het wordt echter toch nog lastig. Maar uiteindelijk krijg ik paard plus a- en b-pion tegen paard. Goed blijven opletten, dan moet het winnen. En dat gebeurde. Ik had de nummer 34 van de wereld met zwart verslagen!
Lees meer >