27 december 2012 23:28 Dimitri Reinderman
Na zes ronden is er altijd nog een goede kans dat een Nederlander (gedeeld) winnaar wordt van de A-groep van het schaakfestival in Groningen. Sipke Ernst en Benjamin Bok staan op vijf punten en delen daarmee de eerste plaats samen met vier Oost-Europeanen: Andrasian (Armenië), Kovchan (Oekraïne), Pancevski (Macedonië) en Michalik (Slowakije). Ook Robin van Kampen is kandidaat voor de toernooioverwinning, al is hij na een nederlaag tegen Ernst een half punt achtergeraakt.
Dat laatste kwam me niet zo heel goed uit, want ik had al een lofzang voorbereid hoe Van Kampen na in de eerste ronde een halfje te hebben laten liggen de een na de ander versloeg op weg naar de ongedeeld eerste plaats. Dat kan nog steeds natuurlijk: zo speelde hij in de vierde ronde, toen nog met een halfje achterstand, een interessante zeeslang tegen de Duitser Hausrath (die een leuk onderwerp is voor het spelletje ‘op welk bekende personen lijkt hij allemaal?’ Han Peekel, Gérard Depardieu en Yge Visser zijn al genoemd).
(Foto door Bart Beijer)
In het middenspel kreeg Robin drie stukken voor een dame, wat daarna uitmondde in toren, loper, paard en drie pionnen tegen dame en vijf pionnen. Die pionnenvoorsprong kon de Duitser niet vasthouden en zo is er dit interessante eindspel ontstaan waarbij beiden nog slechts een pion hebben.
78… Tc6
Ik ben op zich wel een aanhanger van het Hendriksprincipe (eerst zetten, dan denken) maar in deze stelling is het zinnig over een plan na te denken. Het meest logische plan voor zwart is om pion c4 te winnen. Daarvoor moet je de pion twee keer aanvallen, dat kan met toren en paard. Het tegenspel van wit zal bestaan uit het geven van schaakjes. Je wilt dus ook met zwart je stukken een beetje in de buurt van de koning houden, om schaakjes te voorkomen. En liefst ook dat de stukken elkaar dekken. Stel dat je de zwarte stukken van het bord mag halen en ze dan weer mag neerzetten, op welke velden zou je dat doen? De koning staat in principe goed bij de pion, dus die laten we op b7. De zwarte toren wil c4 aanvallen. Op c5 doet hij dat, en hij staat ook nog gedekt door de pion. Het paard moet op d6, e5 of a5 staan. Het laatste veld is het dichtst bij de koning. De loper dan? Die hoeft geen pion aan te vallen, maar hij kan op c7 schaakjes op de zevende rij voorkomen. Kan zwart vanaf de diagramstelling de opstelling Kb7 (of Ka7), Tc5, Lc7, Pa5 bereiken? Ja: Pa6-Pb8-Pc6-Pa5 en eventueel Lc7 (en Ka7 als de witte dame op de diagonaal h1-a8 gaat staan). Zwart kan dus geforceerd de pion winnen, en dan zie je wel verder. Ik denk dat de zet van Robin volgens het Hendriksprincipe was, niet uit overtuiging maar wegens tijdgebrek en/of vermoeidheid. Mijn methode is makkelijker, maar met trial and error valt deze stelling ook te winnen, omdat wit geen tegenspel heeft en je op een gegeven moment toch iets zult bereiken.
Lees meer >