Robin van Kampen in top honderd

Zo hoor je nooit meer iets van hem als schaker en zo staat hij opeens in de top honderd van de wereld. Robin van Kampen staat voor het eerst bij de mondiale elite, na zijn overwinning zaterdag op Sergei Tiviakov. Althans, virtueel.

(Foto: Frans Peeters)

Op de Nederlandse ranglijst staat Van Kampen achter Anish Giri en Loek van Wely derde, maar doordat hij nauwelijks meer speelt, zou die positie enigszins ter discussie kunnen staan. Zijn laatste toernooi was het Nederlands kampioenschap van 2015, waar hij met 4 uit 7 gedeeld derde/vierde werd van acht deelnemers. Een prima resultaat dus. Sindsdien speelt hij alleen competitiepartijen in Nederland, Duitsland, Engeland, Spanje en IJsland en niet zo heel veel. Zijn universitaire studie is daarvoor de reden, met het laatste halfjaar een project in Canada. Wel was hij in januari in Wijk aan Zee actief als publiekscommentator op de toernooisite.

In augustus 2017 scoorde Van Kampen 4,5 uit 7 in de Spaanse competitie, waarmee hij 3 Elo-punten won. Hij speelde onder andere remise tegen Julio Granda Zuniga. In de zeven maanden die volgden speelde hij slechts vier partijen, twee in Duitsland en twee in Engeland. Van Kampen speelde remise tegen Etienne Bacrot en versloeg de andere drie tegenstanders, alle drie spelers onder de 2400. Daarmee won hij weer 5 punten.

Heel indrukwekkend is het niet, maar dat hij de top honderd, die hij sluipenderwijs naderde, in komt dankzij een overwinning op Tiviakov, is wel aardig. Beter zo, dan met remises tegen sterken en overwinningen op zwakkeren. Groninger Combinatie kwam zaterdag sterk op en BSG ook, wat aan het eerste bord de confrontatie opleverde tussen deze twee Nederlandse toppers. Volgens BSG-teamleider Thomas Willemze won Van Kampen juist zoals Tiviakov dat gewend is: “Hele kleine dingetjes, waarvan het voordeel voor anderen nauwelijks zichtbaar is. Pionnenmeerderheid op de damevleugel, witte loper sterker dan zwart paard en opeens…” Inderdaad gaf de a-pion de doorslag, mede doordat de twee verdedigende paarden wat ongelukkig stonden.

Lees meer >

Begrijp wat je doet: Spaans en Italiaans

De serie ‘Begrijp wat je doet’ is bekend van Schaaksite en ook van het bondsblad Schaakmagazine. Wie enthousiast is over die serie en alles gelezen heeft, heeft juist een goede reden om dit eerste boek aan te schaffen. Herman Grooten schat namelijk dat hij in die series zo’n 20 procent kwijt kon van alles wat hij wilde laten zien. Met dit boek biedt hij dus vijf keer zoveel aan, over het Spaans en het Italiaans.

Grooten denkt met deze serie een gat te vullen tussen twee soorten boeken. Aan de ene kant bekeek hij de serie ‘De wereld van de schaakopening’ van Paul van der Sterren. Die bespreekt de allereerste zetten van de openingen, vertelt iets over de geschiedenis en vooral waarom schakers die opening spelen. Waar gaat het eigenlijk om? Dat laatste bespreekt Grooten ook, maar Van der Sterren stopt bij de meeste varianten al (soms ruim) voor de tiende zet en Grooten wil verder.

Aan de andere kant zijn er de boeken met variantenbomen. Ook die zijn belangrijk, maar Grooten komt in zijn praktijk als trainer (zowel voor jeugd als voor volwassenen) te vaak tegen dat schakers de varianten wel uit hun hoofd kennen, maar niet begrijpen waar het om draait. Zodra de tegenstander afwijkt, zijn ze op zichzelf aangewezen en gaat het vaak mis. In de variantenboeken mist Grooten vaak ook de verbale uitleg. Tekens als +- en korte conclusies vindt hij ruim onvoldoende.

Ook dit boek staat wel degelijk vol varianten, maar wat de trainer zonder varianten kan laten zien is bijvoorbeeld de typische (vastgelegde) pionnenstructuren en de verschillen in bewegingsvrijheid van de stukken. In de opening zijn dat vooral de lichte stukken. Daarbij komen ook de voordelen van een loper boven een paard of andersom aan bod. Deze lessen zullen behalve het begrip van de openingen ook het strategisch inzicht verbeteren, hoopt Grooten.

 

Spaans

De volgorde van het boek verbaast me hier en daar, maar als je het doorhebt, vind je het wel. Grooten behandelt de Spaanse varianten niet in aparte hoofdstukjes, maar laat het Gesloten Spaans zien en behandelt onderweg alle andere varianten. Het lijkt me een goed idee dat in een volgend boek overzichtelijker te doen. Van die varianten geeft hij dan steeds een karakteristiek. Het beste kan ik een voorbeeld geven en wel van een actuele variant, die wordt gevreesd als remisewapen.

Lees meer >

Top-40 Nederlandse schakers. 7: Genna Sosonko

Een onbekende Rus kwam in 1972 naar Nederland. Na een jaar werd hij Nederlands kampioen, weer een jaar later meester en in 1976 grootmeester. Enkele jaren later kon Genna Sosonko zich meten met de sterksten ter wereld.

Genna Sosonko in 1979. Foto: nationaal archief.

Genna Sosonko (geboren 18 mei 1943) had in 1967 deelgenomen aan het kampioenschap van de Sovjet-Unie, waar hij 27e werd. Na dat toernooi vroeg Michael Tal hem als secondant en een paar jaar later deed Viktor Kortchnoi hetzelfde. In 1972 emigreerde Sosonko via Israël naar Nederland, waar niemand hem kende.

In 1973 won hij het Nederlands kampioenschap. Het reguliere toernooi won Sosonko samen met Enklaar en Zuidema, waarna hij de barragedriekamp won. Geen sterke bezetting en daarom werd later dat jaar de Amsterdamse Vierkamp georganiseerd, om de nieuwkomer op zijn plaats te zetten. Dat lukte niet echt, Donner en Ree scoorden 6,5 punten en Timman en Sosonko 5,5. Vanaf dat moment behoorde Sosonko dus tot de ‘grote vier’.

Veel NK’s speelde hij niet. In 1974 werd Sosonko samen met Ree tweede, ruim achter Timman. Zijn volgende NK, in 1978, won hij samen met Timman. Omdat een beslissingsmatch niet in hun agenda paste, deelden ze de titel. Tot en met 1998 speelde Sosonko twaalf NK’s, waarin hij nog twee keer gedeeld tweede werd. In 1987 ruim achter Timman, in 1992 ruim achter Piket.

 

Wereldtop

Veel Olympiades speelde Sosonko wel. Van 1974 tot en met 1996 speelde hij alle elf waaraan Nederland deelnam. Met 62,5 procent scoorde hij goed, in 1976 behaalde Sosonko een gouden medaille aan het tweede bord.

Lees meer >

Johan van Hulst en Wijk aan Zee

Johan van Hulst, die vorige week op 107-jarige leeftijd overleed, was clubschaker bij UCS in Utrecht en later bij Caïssa in Amsterdam. Zijn Amsterdamse clubgenoten brachten in 2011 bij zijn honderdste verjaardag een vriendenboek uit. Veel leden van Caïssa schreven een bijdrage en ook een aantal Nederlandse topschakers. In dit artikel citeer ik uit de bijdragen van de politici die herinneringen ophaalden. Want in de schaakwereld staat Van Hulst vooral bekend om zijn deelname aan de toernooien voor parlementariërs en ex-parlementariërs tijdens het Hoogovenstoernooi.

Het Caïssa-vriendenboek uit 2011

 

Jan Nagel was van 1977 tot 1983 lid van de Eerste Kamer voor de PvdA. Volgens hem werd in 1980 in Wijk aan Zee voor het eerst het officiële Parlementaire Schaakkampioenschap gehouden. De toernooien duurden langer dan nu, vier volle dagen. Hij meent dat er een stilzwijgende afspraak tussen kabinet, regeringspartijen en oppositie was om in de maand januari geen grote politieke moeilijkheden te maken.

De onberispelijke en conservatieve Van Hulst was een tegenhanger van Nagel, die eerder furore maakte bij de jonge honden van de PvdA (Nieuw Links). Bij het schaken kwam er een verandering in hun relatie. Nagel: “De kleine Politieke Partij Radicalen (PPR) had twee sterke clubschakers en meende aanspraken te moeten maken op de felbegeerde titel. Die constatering gaf Johan van Hulst en mij een zekere band: dit mocht nooit gebeuren. We begonnen elkaar te gedogen.”

Nagel, Van Hulst en Bas de Gaay Fortman namen in 1983 bijna tegelijkertijd afscheid van het Binnenhof. Bij die gelegenheid bedachten zij het toernooi voor ex-parlementariërs. Volgens Nagel is belangrijker dan de eerste prijs, het feit dat de winnaar een speech mag houden. Welke politicus wil dat nou niet?

Nagel: “Maar er is altijd een tweede speech van Johan van Hulst. In het begin werd daar een speciale reden voor bedacht, bijvoorbeeld het uitreiken van de prijs aan degene die de meeste pech had gehad en die vervolgens mocht speechen vanwege het dankwoord. Het werd in korte tijd een met grote geestdrift begroete traditie. Geestig, vol overgave en zijn ongekende eloquente gaven uitserverend, spreekt Johan van Hulst voor de vuist weg, alle andere sprekers tot gewaardeerde amateurs degraderend. Zijn speeches zijn inmiddels ook overgewaaid naar de traditionele slotsnertmaaltijd waar de honderden deelnemers de briljant gekozen woorden van de zowel oude als Jonge Caïssaspeler met een oorverdovend applaus belonen.”

 

Dick Dolman (PvdA) was van 1970 tot 1990 lid van de Tweede Kamer, waarvan hij van 1979 tot 1989 voorzitter was.

Lees meer >

Johan van Hulst en de sublieme bijzaak

In de schaakwereld is met diepe ontroering gereageerd op het overlijden van Johan van Hulst.

Hij wordt vooral herinnerd als een verzetsheld, die tijdens de Tweede Wereldoorlog honderden baby’s redde. Later werd hij hoogleraar en lid van de Eerste Kamer. In de schaakwereld kreeg hij bekendheid bij het Hoogovenstoernooi en diens opvolgers, waar hij meespeelde bij de ex-parlementariërs en op hoge leeftijd steeds meer de rol van eregast kreeg.

Op clubniveau speelde hij bij UCS (Utrecht, later omgedoopt in De Rode Loper) en bij Caïssa (Amsterdam). Die club bracht ter gelegenheid van zijn honderdste verjaardag in 2011 dit vriendenboek uit.

Lees meer >

Top-40 Nederlandse schakers. 8: John van der Wiel

Toen Timman en Sosonko vanaf eind jaren zeventig de Nederlanders waren die de wereldtop aankonden, kwam daar in 1982 opeens John van der Wiel bij. Zijn plaats in die top duurde niet heel lang, zijn plaats in de Nederlandse top wel.

John van der Wiel in 1983. Foto: Nationaal archief.

 

John van der Wiel (geboren 9 augustus 1959) werd rond de jaarwisseling 1978/79 in Groningen Europees jeugdkampioen. In 1979 won hij het open kampioenschap van Nederland en in 1981 de B-groep van het Hoogovenstoernooi. Daarmee was hij een van de sterkste schakers van Nederland, wat hij ook meteen bevestigde bij het Nederlands kampioenschap. Bij zijn debuut in 1979 werd Van der Wiel vierde, een jaar later met vijf anderen tweede achter Timman. In 1984 werd hij kampioen voor Ree en Scheeren, in 1986 voor Van der Sterren, Kuijf en Ligterink. In 1985 eindigde hij als tweede achter Van der Sterren en die positie bereikte hij vanaf 1987, al dan niet gedeeld, zeven keer op rij, achter de kampioenen Timman, Douven, Kuijf, Piket (drie keer) en Van der Sterren. In totaal nam Van der Wiel 28 keer aan het NK deel, waarvan 26 keer op rij. Dat zijn allebei records. Naast zijn twee titels behaalde hij negen tweede en vier derde plaatsen.

 

Wereldtop

Van der Wiel nam van 1980 tot en met 1998 deel aan alle negen Olympiades waar Nederland bij was. (In 1986 deed Nederland niet mee.) Hij was kopman van het befaamde team dat in 1988 zonder Timman brons won. In totaal scoorde hij op al die Olympiades 58 procent.

Zijn eerste grote internationale succes boekte Van der Wiel bij het Hoogovenstoernooi van 1982, waar hij achter Nunn en Balasjov derde werd, maar voor Timman, Sosonko en diverse andere wereldtoppers. Later dat jaar werd hij grootmeester na een toernooizege in Novi Sad. Op de weg naar het wereldkampioenschap bereikte hij zijn hoogtepunt in 1985. Van der Wiel werd gedeeld vierde in het interzonetoernooi in Biel. Omdat er vier spelers naar het kandidatentoernooi gingen, moest hij een barragedriekamp spelen met Short en Torre. Van der Wiel versloeg Short met 2,5-0,5 maar verloor met 1-2 van Torre. Nota bene Short, die dus overtuigend verslagen was, ging door dankzij een 3-0 zege op Torre en een betere SB-score in het toernooi. Had Short in die drie partijen tegen Torre maar een halfje afgestaan, dan had Van der Wiel een WK-kandidatentoernooi gespeeld.

Lees meer >

KNSB-competitie: eerste beslissingen

Het komt wel eens voor dat er kampioenen of degradanten bekend zijn na zeven ronden. Dat is dit seizoen nog niet zo, maar veel scheelt het niet. Er zijn ploegen waarmee al niets meer mis kan gaan… of niets meer goed kan gaan.

Wat te zeggen van de Meesterklasse. LSG Intellimagic staat na de overwinning op drievoudig landskampioen En Passant 3 matchpunten en 7 bordpunten voor op Kennemer Combinatie. De onderlinge ontmoeting staat nog op het programma, nota bene in de slotronde. Wat prachtig gepland door de competitieleider. Maar kunnen we dat dan de kampioenswedstrijd noemen? De kans is groot dat LSG dan al kampioen is, voor de eerste keer in de geschiedenis.

Groninger Combinatie zal waarschijnlijk degraderen. Wie naar de stand kijkt, moet er vooral op letten dat Voerendaal en Pathena Rotterdam nog tegen elkaar spelen en dat een van hen dus uit het zicht van de Groningers kan verdwijnen.

 

Jan Timman staat in 1A momenteel op 6,5 uit 7. Hier legt hij iets uit aan zijn teamgenoten van Wageningen.

Eerste klassen

In 1A moet het wel heel gek lopen wil Charlois Europoort, de landskampioen van 2015 en gedegradeerd in 2017 (zo grillig is de Meesterklasse) niet terugkeren naar het hoogste niveau. Met 2 matchpunten en 12 (!!) bordpunten voor op Wageningen, en de nummer laatst AAS nog op het programma, wat kan er dan nog misgaan? AAS lijkt degradant, ASV en Philidor 1847 mogen het heerlijk onderling uitvechten. Zo hoort het. Messemaker 1847 kan ook nog de pineut zijn.

In 1B is over kampioenschap noch degradatie een zinnig woord te zeggen. Lekker spannend.

 

Tweede klassen

In 2A ging Sopsweps’29 lang aan de leiding, maar na twee nederlagen op rij moet het de koppositie overlaten aan SG Max Euwe uit Enschede. Een gelopen race is het nog niet, onderin ook niet.

Lees meer >

Dammen en bridge niet, schaken wel. Waarom?

De schaakrubriek in de Volkskrant blijft behouden, de dam- en bridgerubriek zijn opgeheven. Waaraan hebben wij het behoud van de rubriek van Gert Ligterink te danken? Twee weken geleden zette Jean-Pierre Geelen, ombudsman van die krant, de diverse overwegingen op een rijtje.

Gert Ligterink schrijft de rubriek al 35 jaar

Het waren alle drie oudgedienden. Ton Sijbrands schreef in bijna 42 jaar 2180 damrubrieken. Kees Tammens schreef er 1152. Geelen noemt het aantal van Gert Ligterink niet, maar hij begon in de zomer van 1983. Dat is bijna 35 jaar geleden, stel het aantal maar op 1800.

Sijbrands en Tammens toonden zich waardige verliezers, concludeerde de ombudsman uit de twee keurige afscheidsrubrieken. Ligterink is een winnaar, zijn rubriek verhuisde naar de sportpagina.

 

Lezersonderzoek

Ook in 2013 was er het voornemen met de denksportpagina te stoppen. Aanleiding was een lezersonderzoek. Er werden 3000 abonnees bevraagd, van wie er 1159 reageerden. Daarvan zei 6,4% de schaakrubriek te hebben ingekeken, 4,5% de bridgerubriek en 1,7% de damrubriek. Mannen scoorden hoger dan vrouwen (dat verbaast schakers niets) en bridge trok meer lezers boven de zestig jaar dan eronder. Protesten kwamen destijds vooral van dammers en bridgers. Geelen: “De liefhebbers bleken goed georganiseerd, sites riepen hen op een dam op te werpen tegen het idee. Dat hielp. Tot vandaag.”

Een nieuwe noodzaak tot bezuiniging bracht dit jaar de pagina opnieuw in gevaar. De ombudsman: “In het besluit weerspiegelt zich een maatschappelijke ontwikkeling: denksporten zijn niet de populairste; met het WK Bridge vult de NOS geen avonden televisie. Eerder sneuvelden onder meer de postzegelrubriek en het biljartnieuws, de beurskoersen zijn drastisch ingekort. De krant is een spiegel van de tijd.”

Waarom schaken dan wel? Geelen: “Dat heeft te maken met de iets grotere maatschappelijke rol van die sport. Grote schakers zijn bekender dan dammers of bridgers van gelijke statuur.” De schaaksport heeft ook een ander aanzien: “Beeldspraken en vergelijkingen zijn doorgaans ontleend aan het schaken, zelden aan dammen of bridge. Schaken staat voor ‘intellectueel’, dammen is een ‘kinderspel’.”

Lees meer >

Top-40 Nederlandse schakers. 9: Ivan Sokolov

Het is een beetje wrang dat de vreselijke Balkan-oorlog van begin jaren negentig Nederland twee van onze grootste schakers aller tijden opleverde. Predrag Nikolic koos er niet voor om onder de Nederlandse vlag te spelen en staat daarom niet in deze top-40. Ivan Sokolov koos daar wel voor.

Ivan Sokolov in 2000 bij Lost Boys. Foto: Johan Hut.

Ivan Sokolov (geboren 13 juni 1968) speelde in 1992 mee in het Interpolis-toernooi in Tilburg, waar hij zijn landgenoot Predrag Nikolic en diens broer Nebojsa weer ontmoette. Omdat ze niet terug konden naar Joegoslavië, betrokken ze begin 1993 met z’n drieën een flat in Oegstgeest. Bij hun aanvraag voor een verblijfsvergunning werden ze goed geholpen door Joop Piket (bestuurslid KNSB) en Ton Kohlbeck (wethouder Oegstgeest en ook schaker). Financiële steun hadden ze niet nodig.

Sokolov en de oudste Nikolic waren al wereldtoppers. Sokolov was in 1988 kampioen van Joegoslavië en stond bij zijn komst in Nederland op de 14e plaats van de wereldranglijst.

In 1994 debuteerde hij op het Nederlands kampioenschap met een vierde plaats. Een jaar later werd hij eerste voor Piket, Reinderman en Van Wely. In 1996 eerste samen met Timman, van wie hij de barrage met 2,5-1,5 verloor. In 1997 werd Sokolov derde en een jaar later haalde hij zijn tweede titel binnen, in een zeer sterk veld met Timman, Nikolic, Van Wely en Piket.

Op voorstel van het nieuwe KNSB-bestuurslid Sytze Faber besloot het bestuur vervolgens dat spelers alleen aan het NK mochten deelnemen als ze niet voor een ander landenteam zouden spelen. Nikolic, kampioen in 1997 en 1999, ging niet akkoord met die voorwaarde, Sokolov wel. Hij werd nog vier keer tweede en twee keer derde. Tien keer speelde hij niet mee. Meestal omdat er op het NK geen startgelden werden betaald, maar ook een paar keer omdat hij weer voor Bosnië wilde uitkomen.

 

Toernooizeges

Op de Olympiade speelde Sokolov in 2002, 2004, 2006 en 2012 voor Nederland, met een score van 62%.

Lees meer >

“Ontzag voor schaken verdringt het dammen”

“Schakers hebben een grotere bek dan dammers. Dammers zijn introverter en het is geen tijd voor introverte mensen.” Dat zegt Arne van Mourik tegen Margriet Oostveen, columniste van de Volkskrant. Uiteraard vindt Van Mourik het een ramp dat de damrubriek van die krant is verdwenen. Ook betreurt hij het dat de dambond nog maar 4.500 leden heeft en de schaakbond zo’n 20.000. Weten wij eigenlijk wel dat dammers dieper denken dan schakers? Van Mourik denkt ook diep, hij noemt zich denksportfilosoof.

De denksportfilosoof is toch vooral geïnteresseerd in dammen. De 41-jarige Arne van Mourik woont nog steeds op zijn studentenkamertje in Zeist, waar hij een enorm damarchief heeft. Hij schrijft artikelen voor twee damtijdschriften en werkt aan vijf damboeken tegelijk. Hij noemt zijn kamertje het kloppend hart van de Nederlandse damcultuur.

Lees meer >