Zegge en schrijve 2 euro 49 cent

Eigenlijk zou je diep in de beurs moeten tasten, maar dat hoeft niet. Sterker nog, het kan niet. Het is bijna obsceen. Voor een habbekrats kun je een Literair Juweeltje halen bij Bruna en sommige andere boekhandels, Meester Jacobson door Tim Krabbé. Zolang de voorraad strekt tenminste.

Zelf vindt hij dit één van zijn beste verhalen, eerder in 2009 gepubliceerd in de bundel De paardentekenaar. Hij beschouwt het als de schaakevenknie van De Renner, zijn befaamde autobiografische verslag van een wielerwedstrijd.

Lees meer >

Drs. F. Roessel: Openingen Vademecum en hoe dat tot stand kwam (slot?)

Dr. H.W. van der Vaart Smit. Hij was het die zich onder zijn pseudoniem Dr. Van Zoeterwoude ergens in 1962 meldde bij Frits Roessel met onder zijn arm een manuscript dat Roessel zou laten uitgroeien tot het welbekende Openingen Vademecum.

Foppe Jan Montsma onthulde de geschiedenis in: Drs. F. Roessel: Openingen Vademecum en hoe dat tot stand kwam.

Duidelijk is dat Van der Vaart Smit (VdVS) een berucht foute dominee is geweest tijdens de bezetting in de Tweede Wereldoorlog en dat hij zijn manuscript vermoedelijk heeft geschreven in de strafgevangenis van Scheveningen waar hij na de oorlog een langdurige straf uitzat. Maar geheel onduidelijk bleef waar hij zijn kennis van het schaakspel vandaan had. Onze zoektocht door de tijdschriften van de (K)NSB van het interbellum leverde geen enkel spoor op. We hadden ons er al bij neergelegd dat we vermoedelijk nooit te weten zouden komen hoe sterk VdVS als schaker is geweest en dat we het zouden moeten doen met de conclusie die Foppe Jan formuleerde: “Als VdVS zonder enige wedstrijdervaring in staat is om zo’n project in zijn cel op te zetten, hoe wankel het ook is, dan hebben we te maken met een persoon van een uitzonderlijke intelligentie.”

Ik heb het artikel van Foppe Jan op Schaaksite gezet in de vage hoop dat er iemand zou komen met een aanwijzing die enig licht zou kunnen werpen op de kwestie: Hoe sterk was schaker Van der Vaart Smit alias Van Zoeterwoude?

En er kwam een tip!

Lees meer >

BBC interview met Arkady Dvorkovich (president en kandidaat-president FIDE)

www.bbc.co.uk/sounds/play/p02hf65j

Gens una sumus

Op 28 juli gaat de 44e schaakolympiade van start in Chennai, India. Iets om naar uit te kijken. Maar de strijd zal niet beperkt blijven tot gevechten op de schaakborden. De verkiezing van de FIDE president en de FIDE vicepresident op 7 augustus zal onvermijdelijk overschaduwd worden door de oorlog in Oekraïne die dan al bijna zes maanden in alle hevigheid woedt.

Vier teams hebben zich kandidaat gesteld,

Lees meer >

Drs. F. Roessel: Openingen Vademecum en hoe dat tot stand kwam (door Foppe Jan Montsma)

 

Ergens in 1962 kreeg Frits Roessel bezoek van iemand die zich voorstelde als Dr. Van Zoeterwoude. Hij had ook nog iets meegenomen om aan Frits te laten zien: in manuscript een compleet overzicht van de bestaande schaakopeningen, maar dan in een handzame, beknopte vorm. En dat wilde hij op de markt brengen.

 

Maar ergens had hij het gevoel dat zijn product te gebrekkig was om een uitgever enthousiast te maken. Daar kwam nog bij dat hij, zei hij, niet de naam had die uitzicht kon bieden op een prettig verkoopcijfer. Hij had nooit actief deelgenomen aan het schaakleven in Nederland; kortom, hij was totaal onbekend.

Lees meer >

Rolmodel

Officieel heb ik tot mijn achttiende niet gerookt. Het leverde me een van mijn mooiste schaakboeken op, Ausgewählte Partien door Paul Keres. Het boek staat nog altijd in mijn boekenkast. Als beloning gekregen van mijn lieve opa. Op het titelblad van het boek schreef hij met krachtige hand: 4 februari 1968, Oma en Opa. Meer niet.

Het was mijn verjaardag en ik stelde mezelf gerust met de gedachte dat die paar sigaretjes die ik in Brussel met mijn Waalse vriend had gerookt natuurlijk niet telden. En lekker vond ik die zware Bastos sigaretten ook al niet, maar ja, ik wilde me niet laten kennen. Opa heeft hier gelukkig nooit van geweten.

Ruim een jaar later speelde ik mee in het IBM-toernooi. Er werd veel gerookt. Donner spande daarbij moeiteloos de kroon. Bij binnenkomst in de toernooizaal klopte hij op zijn borst- en broekzakken om te controleren of hij de benodigde sigaretten wel bij zich had. Die pakjes Chesterfield gingen tijdens de partij in rook op. Ik had dat kettingroken al eerder gezien, tijdens het zonetoernooi in Den Haag een paar jaar daarvoor. Dat was zeker geen aanmoediging om ook te gaan roken. Want zijn gewoonte zag er eerder als een beklagenswaardige verslaving uit dan als een recept om goed te schaken.

Lees meer >

Van café naar club (door Foppe Jan Montsma mmv Wim Westerveld)

Parijs telde rond 1750 ongeveer 600 cafés. Er werd koffie gedronken, sinds de eeuwwisseling de mode van die tijd. En er werd heftig gediscussieerd over Koning, Kerk en politiek op een manier die de autoriteiten niet altijd aangenaam was. Die cafés waren broeinesten van revolutionaire Verlichtingsideeën.

Journalisten luisterden met de hand aan het oor mee en publiceerden wat ze hadden gehoord. Maar daar, in die cafés, werd toch voornamelijk ook geschaakt. Koffie en schaken, beide werden in die jaren beschouwd als stimulantia bij uitstek voor de hersens. Je werd er slimmer van. Dacht men.

Denkt u nu niet dat de koffie slechts in Parijs tot de geneugten des levens behoorde. Integendeel: de koffie was al enige tijd bezig met een opmars in heel West-Europa, die hier en daar tot ongerustheid leidde. Men was bang voor het verslavend effect ervan. Precies dat is het onderwerp van een mooie moraliserende cantate van Johann Sebastian Bach, de Kaffeekantate, die hij componeerde in 1732 en vele malen zelf uitvoerde met zijn orkestje in het Leipziger Kaffeehaus (in de Tweede Wereldoorlog verwoest).

Lees meer >

Senior (slot)

Het slotakkoord van Foppe-Jan Montsma.

Afgezien van de in- en uitleiding bij zijn artikel blijf ik voorlopig maar op mijn handen zitten, indachtig het advies dat Euwe me ooit gaf.

Lees meer >

Tot hier

Dit is mijn laatste bijdrage aan Schaaksite.

Het ga jullie goed beste lezers!  Ik heb de positieve reacties op mijn stukken steeds op prijs gesteld.

Lees meer >

Senior (3)

Voor de oorlog maakte mijn oom deel uit van Goes I dat toen in de KNSB-competitie uitkwam. Een goeie schaker dus, maar gek genoeg wilde hij nooit tegen me spelen.

Het risico dat hij van die snotjongen zou verliezen, wilde hij waarschijnlijk niet lopen.
Toen hij benoemd werd tot directeur van de Wereldbank verhuisde hij van Brussel naar Washington en kocht hij een pied-à-terre in Zuid-Frankrijk. Een huisje in het departement Gard, het westelijke deel van de Provence, niet ver van het historische stadje Uzès.

Jarenlang mochten wij daar onze zomervakantie vieren.

Ik moest daaraan terugdenken toen ik het verhaal van Foppe-Jan las en bedacht dat we te laat bevriend zijn geraakt. Anders had ik vast een keer mee kunnen doen aan zo’n vriendentoernooitje waar vele bekende en minder bekende schakers aan hebben deelgenomen. Tenslotte was het maar 1 uur en 41 minuten rijden van het vakantiehuisje in Méjannes-le-Clap naar Mollans-sur-Ouvèze.

 

 

 

 

 

Lees meer >