Balen bij Batavia 4: een slecht einde, een nieuw begin
Ik verliet de lezer bij mijn vorige verslag met een score van 5 uit 7 en een ongedeeld eerste plaats. Twee keer remise schuiven en de buit is binnen, hoe moeilijk kan dat zijn? Best lastig, zeker als je niet heel goed aan het spelen bent. De moeilijkste opgave kwam in ronde 8, zwart tegen GM Robin Swinkels. En de partij was al heel snel voorbij….
Robin Swinkels – Dimitri Reinderman
1. d4 f5 2. Lg5 g6 3. Pc3 Lg7 4. h4 Ph6 5. e3 Pf7 6. g4 c5
Robin had hier al meer dan een half uur verbruikt, maar hier begon ik ook te denken. De normale voortzetting is 6… d5 7. gxf5 Lxf5 8. Lh3 Dd7 9. Df3 Zwart wil in deze stelling e5 doorzetten, maar daarvoor moet hij d5 dekken met c6, maar dat vindt het paard op b8 niet fijn. Desondanks is 9… Lxh3 10. Pxh3 c6 11. h5 Pa6 ok voor zwart. Is er een alternatief? Ja, ik vond iets leuks, 6…c5, maar maakte hierbij een rekenfout…
7. gxf5 cxd4 8. exd4 gxf5?
De bedoeling was 8… Db6 maar helaas wint 9. Lxe7 Dxb2 10. Th3 dan voor wit. Dus had ik mijn verlies moeten nemen met 8…Pc6, zwart heeft dan zelfs nog wat compensatie voor de pion. Maar ik had nog niet door dat er na rokade geen verdediging weer mogelijk was. Op zet tien had ik het wel door, maar toen was het te laat 🙁
9. Lc4 O-O 10. Dh5
b5 11. Ld5 Pc6 12. Pf3 Pb4 13. Tg1 Db6 14. Lh6 Pxd5 15. Lxg7 Dg6 16. Pxd5 Kxg7 17. O-O-O a5 18. Pxe7 Ta6 19. Pxg6 hxg6 20. Pe5 Pxe5 21. dxe5 Th8 22. Dxf5 1-0
Dat geeft de burger geen moed, en tot overmaat van ramp maakte ik de dag erop in de wedstrijd tegen HSG tegen een 2000-speler een grote blunder, waarna ik met twee pionnen achter niet verder kwam dan remise. Wat moet je dan in de laatste ronde? Wit tegen Stefan Regentonnenmakers was op zich niet een partij waar ik van tevoren de meeste schrik voor had, maar na twee van zulke partijen achter elkaar leek het toch wel een lastige opgave. Moest ik maar iets slaps spelen en voor remise gaan? 5,5 uit 9, goede kans op een gedeelde eerste plek nog, en dan kan ik nog wel een beetje tevreden zijn. Maar ik probeerde gewoon als een bikkel een echte partij te spelen. Onverstandig waarschijnlijk:
22. g4?
Ik keek hier eerst naar 22. Pb6 Txa1 23. Txa1 Lxh3 24. Pxc6 Het ziet er niet heel veilig uit, maar de computer geeft wit een plusje. In plaats daarvan liet ik me als een mak lammetje naar het slachthuis leiden.
22… c5 23. bxc5 dxc5 24. Pf5? Pe5 25. Lg2 Pf4
En hier kwam ik erachter dat ik geen goede zetten meer had… al had ik me wel beter kunnen verdedigen dan ik in de partij deed.
26. Pc3 Ped3 27. Ted1 Txa1 28. Txa1 Pxf2 29. Dxf2 Lxf5 30. exf5 Df6 31. Ta3 c4 32. Pe4 Txe4 33. fxe4 Lxa3 34. Dxf4 Db6+ 35. Kh2 c3 36. Dg3 c2 0-1
Weg was de eerste plek. Gedeeld derde, wat slecht. En zoals iedereen vast wel herkent, als het slecht gaat begin je aan jezelf te twijfelen. Kon ik nog wel schaken? Er is een medicijn hiervoor: een partij winnen, nog beter, een goede partij winnen. En gelukkig, een week later in de tweede Bundesliga lukte dat. Echt een goede partij!
Reinderman – Bohn
1. Pf3 f5 2. d4 Pf6 3. g3 e6 4. Lg2 Le7 5. O-O O-O 6. c4 d6 7. Pc3 De8 8. b3 a5 9. Lb2 c6 10. Te1 Dg6
Ik speelde tegen de (op zijn niveau) misschien wel grootste kenner ter wereld van het klassieke Hollands, die zelfs met wit steeds de opstelling met f4, e3 en Le2 kiest. We speelden beiden tot nu toe vrij standaard zetten. De laatste zet lijkt e4 te voorkomen, maar het is bekend dat het dat niet doet.
11. e4 fxe4 12. Pxe4 Pxe4 13. Txe4
En de theorie geeft dan altijd ‘zwart kan niet op e4 slaan wegens Ph4’. Dat wist ik, dat wist hij, tot nu toe had hij het ook nooit gedaan, maar nu begon hij zich af te vragen ‘waarom eigenlijk niet?’ En ik ook, want anders staat wit gewoon beter.
13… Dxe4!? 14. Ph4 Dxh4 15. gxh4 Lxh4
Materieel staat het gelijk volgens de schaal van Euwe, dus zo gek is het slaan op e4 niet. Wit staat wel iets voor in ontwikkeling en ik keek naar manieren om daarvan te profiteren, maar vond niet echt wat. Verder heeft zwart diverse (potentieel) zwakke pionnen: a5, d6, e6, maar de andere vier eigenlijk ook. Die kan zwart verdedigen, maar als de stelling opent zit er mogelijk een dubbele aanval met de dame in.
16. f3
16. Le4 Lxf2+ 17. Kg2 Pd7 18. De2 Pf6 19. Lc2 Lh4 levert niet zo veel op.
Interessanter is 16. De2 maar 16… Pa6 (16… Lxf2+ 17. Kh1 Lh4 18. La3 Le7 19. Lh3 Tf6 20. d5) (16… Txf2 17. Dh5 Tf4 18. Le4) 17. Tf1 Lf6 18. f4 is niet per se beter dan de partij.
16… Lf6
Nu wilde ik zo spelen dat zwart niet makkelijk a4 kan doen. Daarom moet de dame even op d1 blijven tot zwart het paard naar a6 speelt, zodat op a4 wit gewoon kan slaan.
17. f4 Pa6 18. Dd2 Pc7 19. a4
En nu voorkom ik een zwart a4, zonder dat het paard (gemakkelijk) naar b4 kan. Het maakt ook een eventueel La3 van wit (met aanval op d6) aantrekkelijker.
19… d5
20. Te1
Ik keek eerst naar 20.c5, want valt a5 nog wel te dekken? Maar dat valt het: zwart speelt Ld8, paard naar e8, loper naar c7, valt meteen f4 aan, en kan eventueel vervolgen met Pf6, Ld7, enz. In principe wil wit ook niet de stelling sluiten (tenzij het een belangrijk voordeel oplevert) omdat de dame dan relatief minder goed is. Het nadeel van niet c5 doen is dat d4 eventueel zwak kan worden, maar als zwart (zonder op c4 te ruilen) Td8 doet is c5 wel goed, omdat dan a5 niet meer goed te dekken is.
20… b6
20… dxc4 21. bxc4 Td8 22. d5! had ik gezien, waarna het openen van de stelling wit winnend voordeel geeft.
21. f5!?
Een beetje hetzelfde idee. Zwart heeft een aantal zwaktes – het ongedekte paard op c7, soms de onderste rij, en de zevende rij als wit zwartveldige lopers weet te ruilen, de pionnen op b6, c6 en d5 – en om daarvan te profiteren moet de stelling opener.
21… Td8
Alternatieven:
21… Lh4 22. Df4 Lxe1 23. Dxc7 +/-
21… exf5 22. La3! (22. Df4 Pe6 23. Dd6 Pxd4 24. cxd5 c5 25. Dxb6 f4 26. Dxc5 f3 27. Lxd4 Lxd4+ 28. Dxd4 f2+ 29. Dxf2 Txf2 30. Kxf2 +/-) 22… Td8 23. Le7 +-
21… Ld8 22. fxe6 Lxe6 23. cxd5 Lxd5 24. La3 +/-
22. cxd5 exd5
De loper op f6 is een belangrijke verdediger, dus:
23. La3! Pe8
23… Lxf5 24. Df4 +-
24. Df4
Ik was niet helemaal zeker over 24. Le7 Lxe7 25. Txe7 Lxf5 26. Df4 Lg6 maar de computer zegt dat wit wint na 27. Lh3 Pf6 28. Tb7
24… Ta7 25. Lf3 Tad7 26. Te6 Lb7
Mijn tegenstander had hier minder dan een minuut over (plus dertig seconden per zet). Ik keek naar 27.Lh5 Pc7 28.Td6 en dat ziet er op zich wel goed uit, maar ik zag niet wat hij zou moeten doen als ik mijn stelling zou verbeteren met rustig 28.Kg2. De zetvolgorde kan nog iets slimmer om hem keuzes te geven (en inderdaad dacht hij over zijn 27e zet na).
27. Kg2 Pc7 28. Lh5 1-0
Hier zocht hij een zet, en toen hij die met een paar seconden over nog niet gevonden had, gaf hij maar op. Na 28.Lh5 La8 kan wit kiezen tussen een ingewikkelde winst en een simpele:
29. Dg4 Kh8 30. Lg6 Pxe6 31. fxe6 Tc7 32. Dg3 Ta7 33. Dh3 h6 34. Lb1 Lg5 35. Df5 g6 36. De5+ Tg7 37. h4 Lxh4 38. Lc1 Kh7 39. Dh5 +-
29.Td6 Txd6 30. Lxd6 Pe8 31. Le5 +-