Canon (22): Schaaktijdschriften

 

Het eerste Nederlandse schaaktijdschrift heette Sissa en werd vanaf 1848 samengesteld door de heer W.J.L. Verbeek te Wijk bij Duurstede. Het was niet meer dan een puzzelblaadje. (Zie het commentaar onder dit artikel.) Toen in 1873 de Nederlandse Schaakbond werd opgericht, riep die Sissa uit tot officieel bondsorgaan. Een jaar later stopte Verbeek, waarna de bond bijna twintig jaar zonder orgaan bleef. In 1893 werd het Tijdschrift van de Nederlandse Schaakbond (later KNSB) opgericht. Die naam veranderde in 1960 in Schakend Nederland en in 1996 in Schaakmagazine. Tot 1996 deed het blad uitgebreid verslag van wat er in het Nederlandse schaakleven gebeurde. Omdat tegenwoordig alles direct via internet te vinden is, belicht het blad nu vooral achtergronden en bondsnieuws.

Particuliere tijdschriften zijn er altijd geweest, zoals de Schaakwereld, het Schaakblad, de Schaakcourant en Schaakmat. Het eerste blad dat langdurig levensvatbaarheid had was Schaakbulletin, dat in 1968 in Wageningen werd opgericht door Wim Andriessen. Met enkele sterke hoofdklassers (onder wie Hans Ree) als medewerkers werd verslag gedaan van competities en toernooien. Schaaktechnisch was het in orde, maar opwindend was het niet en de productie was knullig. Dat laatste veranderde en de inhoud steeg in de jaren zeventig tot grote hoogten dankzij interviews van Max Pam, schaakcuriosa van Tim Krabbé, analyses van Jan Timman en eigenzinnige bijdragen van Hein Donner.

In 1984 hief Andriessen Schaakbulletin op om een internationaal schaaktijdschrift te starten: New in Chess. Het Engelstalige blad groeide uit tot het toonaangevende schaaktijdschrift in de wereld, met analyses en toernooiverslagen door vrijwel alle wereldtoppers. De grote interviews van Dirk Jan ten Geuzendam (hij is samen met Jan Timman hoofdredacteur) drukken ook een belangrijk stempel op het blad. Sinds een paar jaar heeft zelfs Gari Kasparov een column in het blad. New in Chess heeft meer abonnees in de Verenigde Staten dan in Nederland. Tegelijk met het tijdschrift startte Andriessen ook een databank: NICBASE. Zijn uitgeverij kon daardoor altijd veel openingsboeken uitgeven, maar maakt de laatste jaren ook veel boeken over andere facetten van het spel en over schaakgeschiedenis. Wim Andriessen droeg de uitgeverij na zijn pensionering over aan Allard Hoogland. Het semi-literaire tijdschrift Matten, Nederlandstalig met verhalen over het Nederlandse schaakleven, is sinds 2007 een krent in de pap.

New in Chess besteedde vanwege de buitenlandse lezers weinig aandacht aan Nederland. Daarom richtte een groep schakers uit Eindhoven in 1986 het blad Schaaknieuws op, met in de hoofdredactie John van der Wiel, Peter Scheeren en journalist Hans Berrevoets en in de eindredactie Herman Grooten en Johan van Mil. Verslagen van alle competitiewedstrijden uit de meesterklasse vormden een belangrijk onderdeel van de inhoud. Jules Welling schreef talloze interviews en artikelen.

Door de opkomst van internet werd het blad ervaren als mosterd na de maaltijd, hoe goed de redactie ook probeerde zich daarvan te onderscheiden. Het kostte tal van abonnees. Toen in 2008 Johan van Mil overleed, zette de redactie er abrupt een punt achter. De redacteuren Erik Bouwmans en Twan Kastelijn stelden een afscheidsbundel samen over 23 jaar Schaaknieuws. Het boek werd uitgegeven door… New in Chess. Gratis, voor alle abonnees die Schaaknieuws trouw waren gebleven.

2 Reacties

  1. Avatar
    Benoit 10 maart 2020

    Mag ik voorstellen dat de eerste zin als volgt gecorrigeerd wordt:

    “Het eerste Nederlandse schaaktijdschrift heette Sissa en werd vanaf 1848 samengesteld door de heer W.J.L. Verbeek te Wijk bij Duurstede.”

    De tweede zin is niet correct. Sissa was niet “niet meer dan een puzzelblaadje” en dient dan ook geheel weggelaten te worden, mogelijk te vervangen door iets in de volgende trend:

    “Sissa was een schaaktijdschrift met alle onderwerpen die we van een schaaktijdschrift mogen verwachten, alleen was het nivo erg laag naar hedendaagse maatstaven. Dat kwam mede omdat het gros van het copij uit de Nederlandse schaakwereld kwam, welke toendertijd nog niet het nivo had dat in het buitenland al bestond. Verbeek krikte dat nivo enigzins op door het toevoegen van partijen en theorieen uit het buitenland.”

     

  2. Avatar
    fritssnijders 10 maart 2020

    Maar als er dan toch gecorrigeerd wordt gebruik dan “kopij” en “niveau”.

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.