Canon (29): Groningen 1946
De Tweede Wereldoorlog was voorbij, de wereld likte zijn wonden. De schaakwereld verloor bijna een jaar later zijn kampioen Aljechin, maar dat kun je niet het ergste noemen. Internationale verhoudingen waren onduidelijk. In die tijd van grote onzekerheid bracht Groningen de wereldtop weer bij elkaar.
Het AVRO-toernooi in 1938 had acht kandidaten voor de wereldtitel bijeen gebracht. Daarbij één Sovjet-burger: Botwinnik. Later vluchtte Flohr naar de Sovjet-Unie, werd het Estland van Keres bij de unie gevoegd en werd duidelijk dat met Smyslov, Bronstein, Boleslavski en Kotov zo veel nieuwe reuzen opstonden, dat bijna de hele wereldtop uit Sovjets bestond.
Bestuurder Johannes Hollander van het Schaakgezelschap Staunton had al in 1941 gezegd dat hij na de oorlog een ‘wereldschaaktoernooi’ wilde organiseren. Dat gebeurde in 1946 ter gelegenheid van het 75-jarig bestaan van Staunton. Om het echt een wereldtoernooi te mogen noemen was de deelname van Sovjet-schakers onmisbaar. Vanwege de onduidelijke communicatie kwam de zekerheid daarover pas twee weken voor aanvang. Ze kwamen met z’n vijven: Botwinnik, Boleslavski, Flohr, Kotov en Smyslov. Dat was er één meer dan verwacht en de organisatie zat opeens met 21 in plaats van de geplande 20 deelnemers. Een buitenlander wegsturen kwam niet in aanmerking, een van de Nederlanders Max Euwe of Lodewijk Prins moest afvallen. Toen bekend werd dat de goedmoedige Euwe zijn plaats ter beschikking wilde stellen, stelde de Sovjet-delegatie Prins een uitnodiging naar Moskou in het vooruitzicht. Die vond dat voldoende compensatie om zich terug te trekken. De uitnodiging kwam er niet, waarop Prins een proces aanspande tegen Staunton en een schadevergoeding kreeg.
Het toernooi met twintig deelnemers uit dertien landen trok grote belangstelling in de internationale pers. De schrijvers van het toernooiboek stellen dat de grote vraag niet was wie kandidaat-opvolger van Aljechin zou zijn, maar hoe in de duistere oorlogsjaren de vorderingen van de sterkste schakers in de diverse landen waren geweest. Hoe was iedereen uit de oorlog gekomen? Groningen 1946 was een herschikking van de wereldtop, die in het AVRO-toernooi van 1938 voor het laatst bijeen was geweest, toen met slechts acht spelers.
Botwinnik won het toernooi en stelde zich nadrukkelijk kandidaat voor de wereldtitel, die hij twee jaar later zou veroveren. Vier van de vijf Sovjet-spelers eindigden bij de eerste zeven. Euwe werd tweede, een half punt achter Botwinnik maar anderhalf punt voor de nummer drie Smyslov. Het was een van Euwes beste toernooiresultaten, maar ook (op 45-jarige leeftijd) een van zijn laatste goede resultaten. Het Staunton toernooi leverde grote strijd op met relatief weinig remises. Botwinnik verloor drie partijen, niemand bleef ongeslagen. Voor zijn toernooiwinst kreeg de Rus 1500 gulden. Er waren vele extra prijzen, waaronder schoonheidsprijzen. Euwe kreeg voor zijn mooie partij tegen Guimard een herenkostuum.
De publieke belangstelling was enorm, ook buiten de speelzaal. Al voor aanvang van het toernooi, bij de aankomst van de Sovjet-delegatie bij het hotel, zag het zwart van de mensen. De prijsuitreiking trok tweeduizend toeschouwers. Het evenement moet van grote invloed zijn geweest op het Groninger schaakleven. Het Staunton-toernooi telde meer dan honderd sponsors, veelal uit het noorden, maar ook drie landelijke kranten en vier omroepen.