Canon (30): Genna Sosonko
Tussen de bekende namen bij de Nederlandse snelschaak- en rapidtoernooien verscheen in 1972 opeens die van een immigrant. Niemand had ooit van hem gehoord, maar de nieuweling won de toernooitjes allemaal. Zes jaar later was Genna Sosonko een wereldtopper.
Genna Sosonko werd geboren op 18 mei 1943 in Siberië. Hij studeerde economische geografie in Leningrad.
Eenmaal nam hij deel aan het Russische kampioenschap, toen dat in 1967 eenmalig een open toernooi met 126 deelnemers was. Sosonko behaalde met een 27e plaats een goed resultaat. Na dat toernooi vroeg Michael Tal hem als secondant en een paar jaar later Viktor Kortchnoi. Toen hij in 1972 via Israël naar Nederland emigreerde, kende niemand hem hier.
Al in 1973 werd Sosonko Nederlands kampioen, na een beslissingsdriekamp met Coen Zuidema en Bert Enklaar. Afwezig waren Hein Donner, Hans Ree en Jan Timman, waarna de ‘Amsterdamse vierkamp’ werd georganiseerd om een en ander recht te zetten. Donner en Ree scoorden 6,5 punten, Timman en Sosonko 5,5. Vanaf dat moment telde de nieuweling definitief mee in de Nederlandse top. In 1978 werd hij opnieuw kampioen, nu samen met Timman, voor Donner en Ree. In totaal nam Sosonko twaalf maal aan het NK deel en werd naast zijn twee titels drie keer tweede. Van 1974 tot en met 1996 speelde hij alle elf Olympiades waar Nederland aan deelnam. Dat is evenveel als Donner, alleen Timman (dertien) en Prins (twaalf) speelden er meer. Met 62,5 procent scoorde hij goed, in 1976 behaalde Sosonko een gouden medaille op het tweede bord.
Sosonko werd in 1974 meester en in 1976 grootmeester. Zijn belangrijkste toernooioverwinningen waren de Hoogovenstoernooien van 1977 (samen met Geller, voor Timman) en 1981 (met Timman, voor Taimanov, Browne en Andersson). Minstens zo goed waren zijn derde plaatsen in de sterker bezette toernooien in Amsterdam (IBM) 1980 en Tilburg (Interpolis) 1982, beide keren achter wereldkampioen Karpov en Timman, die in die tijd even de nummer twee van de wereld was. Tussen de wereldtop in Tilburg behaalde hij in 1980 en 1984 vierde plaatsen. In 1978 stond hij negentiende op de wereldranglijst, in 1981 en 1983 zestiende, in 1989 verliet hij de tophonderd. Van 1977 tot 1984 behoorde Sosonko tot de sterkste twintig schakers ter wereld. Ook in die tijd was dat al een opmerkelijke prestatie voor iemand die pas op zijn 33e grootmeester werd.
Sosonko was een degelijke speler die op zijn eigen niveau veel remises speelde. Hij gold als een van de grootste kenners van het Catalaans, dat hij met wit speelde, maar vreemd genoeg ook van de scherpe Drakenvariant van het Siciliaans, die hij met zwart speelde. In 1975 zei hij daarover tegen Max Pam: “Tactiek is mijn sterkste punt en daarom moet ik mijzelf af en toe dwingen scherpe stellingen te spelen.”
Na zijn periode als wedstrijdschaker ging Sosonko werken voor uitgeverij New in Chess, met name voor de jaarboeken over openingstheorie. Bij die uitgeverij verschenen ook drie boeken met verhalen van zijn hand, vooral over Russische schakers van weleer. Vanwege zijn grote autoriteit in Nederland werd hij ook regelmatig gevraagd als captain bij landentoernooien.
In 2007 ontving Genna Sosonko de Max Euwe Ring voor zijn verdiensten voor het Nederlandse schaken.
Hierbij een overzicht van de partijen van Sosonko (meer dan 1100)