Canon (4): Hans Ree
“Een beminnelijk warhoofd, maar geen schaker. Hij zou schrijver moeten worden.” Dat zei Hein Donner in 1971 in een interview met Max Pam (Schaakbulletin) over Hans Ree. Dat Ree later inderdaad veel lof kreeg als schrijver, doet je bijna vergeten hoe groot hij was als schaker.
Hans Ree (geboren 15 september 1944) won in 1965 en 1966 het internationale jeugdtoernooi in Groningen, de voorloper van het Europees jeugdkampioenschap. Een bijzondere prestatie leverde hij in 1966 in Ter Apel, waar hij een zeskamp won na wereldtopper Bent Larsen te hebben verslagen. In 1967, 1969 en 1971 werd hij Nederlands kampioen, de derde keer met net zo veel punten als Donner, die op grond van het tiebreaksysteem Sonneborn-Berger naast de titel greep. Van 1967 tot de eerste nationale titel van Jan Timman in 1974 mag Ree daarom als sterkste schaker van Nederland worden beschouwd. Het verschil met Donner was wel klein en die liet in diverse media weten zichzelf nog de grootste te vinden. Daarom organiseerde het weekblad Vrij Nederland na de gedeelde eerste plaats in 1971 een match. Ree won met 4,5-3,5.
Ree nam 21 keer deel aan het Nederlands kampioenschap, werd in 1982 voor de vierde keer kampioen en werd vijf keer tweede en drie keer derde. Van 1966 tot en met 1984 maakte hij tien keer op rij deel uit van het Olympiadeteam. Uit 119 partijen scoorde hij daar 61%.
In zijn toptijd scoorde Ree ook goed in Hoogovens- en IBM-toernooien. Grote prestaties waren in 1971 een gedeelde derde plaats op het open kampioenschap van de Verenigde Staten en een met wereldkampioen Spasski gedeelde eerste plaats op het open kampioenschap van Canada. Als sterkste schaker van Nederland was Ree natuurlijk van grootmeestersterkte, maar die titel kreeg hij pas in 1980. Die was gebaseerd op één norm (Hoogovens 1978) en het negen keer missen van een norm op een half punt. Bij die gelegenheid zei hij tegen Martijn Smit (Schaakbulletin) over zijn stijl, die moeilijk is te omschrijven: “Ik heb een vrij gelijkmatige speelstijl. Als ik een beetje in vorm ben, ben ik heel moeilijk te verslaan, ook door de heel sterken niet, maar aan de andere kant ben ik ook niet zo ontzettend productief.”
Ree won ook nog toernooien in Graz 1979, Amsterdam 1980 (IBM) en Ter Apel 1987. Dat laatste was 21 jaar na dato de tweede zeskamp in het Groningse dorp, deze keer won hij van Tony Miles, weer een wereldtopper.
De zeskamp in Ter Apel, twee keer door Ree gewonnen, is niet zo bekend. Zijn zeer spectaculaire overwinning op Bent Larsen in 1966 staat zelfs niet in de grote databases. Op de websitevan Jan van Reek is meer informatie te vinden over het toernooi en is ook de partij Larsen-Ree te vinden, alsmede zijn overwinning op Tony Miles, 21 jaar later.
Hans Ree schreef al tijdens zijn periode als topschaker de schaakrubriek voor de Haagse Post, vanaf 1969. Later schreef hij voor NRC Handelsblad en diverse schaakmedia. In 1981 ontving hij de eenmalig toegekende Dehlia-prijs (genoemd naar het dochtertje van Jan Timman) voor de beste schaakrubriek van Nederland. Er verschenen enkele bundels met zijn rubrieken. In 2010 stelde Ree zijn magnum opus samen, ‘Mijn schaken’, een mooi boek over vijftig jaar schaakgeschiedenis. In 2001 ontving hij de Max Euwe Ring voor zijn verdiensten voor het Nederlandse schaken.
Zie hier enkele partijen van Hans Ree (let op het zijn er bijna 800, laden kost wat tijd).
Tekst over Ter Apel toegevoegd met link naar website Jan van Reek.
Twee zaken verdienen m.i. aandacht:
-Ree is als "schaakjournalist" (schaakhistoricus?) belangrijker dan als schaker. Hij heeft alle wereldkampioenen – en vele andere topschakers – van de laatste 50 jaar persoonlijk gekend en over hen geschreven. Ik vermoed dat hij op dat punt enig in zijn soort is.
-Ree als vriend, b.v. van Donner, tot het eind van diens leven. Mensen als Ree en Sosonko hebben aan de Nederlandse schaakwereld een persoonlijke kwaliteit toegevoegd die ongekend is (al is dat natuurlijk lastig om in een canon op te nemen).