Canon (46): Hoogovenstoernooi
Een toernooi met 44 deelnemers uit het Kennemerland groeide uit tot misschien wel het grootste individuele schaaktoernooi ter wereld, waar tegenwoordig een belangrijk deel van de wereldtop aan deelneemt. Het wordt gespeeld onder de rook van de hoogovens en is daarnaar genoemd, al luidt de officiële naam nu dan anders.
Het begon in 1938 in Beverwijk als een vierkampentoernooi voor schakers rond de IJmond, met in de hoofdgroep de allang vergeten Philip Bakker, Jilling van Dijk (samen winnaar), Jan Zoontjes en Piet van de Bronk. Een jaar later meldden zich twee Amsterdammers, waarna het een Noord-Hollands toernooi werd genoemd. Nico Cortlever won en een jaar later Max Euwe, waarmee het een toernooi van nationaal belang was geworden. In 1946 meldde een Belg zich aan, graaf Alberic O’Kelly de Galway, later de eerste Belgische grootmeester. Hij won het toernooi (inmiddels een tienkamp) en de organisatie sprak vanaf dat moment van een internationaal schaaktoernooi.
Het Hoogovenstoernooi is een toernooi vol tradities. Zo is er op de slotdag altijd een snertmaaltijd voor zowel grootmeesters als amateurs. Die traditie stamt al uit de Tweede Wereldoorlog en had simpelweg te maken met de voedselschaarste. Ook was het lange tijd traditie om de grootmeesters onder te brengen bij gastgezinnen, waardoor de lokale bevolking en middenstand bij het toernooi betrokken werden. Er ontstonden langdurige vriendschappen uit en als compensatie voor de gastgezinnen werd er ieder jaar een bonte avond gehouden. Hoogovens bleef het toernooi altijd sponsoren, ook in financieel zware tijden. Directielid Max Albrecht in het jubileumboek uit 1998: “De lokale bevolking stelde prijs op het toernooi en Hoogovens ontleende daar een zekere goodwill aan. Voorts is binnen Hoogovens in de loop der jaren voor het toernooi een grote sympathie ontstaan.”
Het toernooi werd steeds sterker, de editie 1960 mag met de winnaars Larsen en Petrosjan als het eerste wereldtoptoernooi in Beverwijk worden beschouwd. Keres, Portisch, Geller, Poloegajevski, Spasski, Kortchnoi, Botwinnik en Tal vormden vervolgens een indrukwekkende rij van winnaars. Misschien wel de meest fameuze Nederlandse winnaar was Hein Donner, die in 1963 o.a. Bronstein, Ivkov, Averbach en Stahlberg voorbleef. Andere Nederlandse winnaars na de komst van de eerste buitenlanders waren Theo van Scheltinga (1947), Lodewijk Prins (1948), Hein Donner (1950), Max Euwe (1952), Hans Bouwmeester (1954), Euwe en Donner samen (1958), Genna Sosonko (1977), Sosonko en Timman samen (1981) en Jan Timman (1985).
In 1968 verhuisde het toernooi van Beverwijk naar Wijk aan Zee. In 2000 veranderde de naam in Corus Chess Tournament en in 2011 in Tata Steel Chess Tournament. De komst van Gari Kasparov in 1999, 2000 en 2001 (hij won alledrie de keren) zorgde er definitief voor dat het Hoogovenstoernooi het sterkst bezette toernooi ter wereld werd. Soms was vrijwel de hele mondiale toptien aanwezig. De kracht voor het Nederlandse schaakleven is dat er naast de inmiddels drie grootmeestergroepen in dezelfde zaal (dorpshuis De Moriaan) talloze tienkampen en andere groepen gespeeld worden. Met promotieregelingen is het zelfs mogelijk je via de tienkampen voor de laagste grootmeestergroep te plaatsen. Door de mogelijkheid van deelname op alle niveaus, de massaliteit en de dagelijks goed bezochte commentaarvoorstelling is het Hoogovenstoernooi jaarlijks een twee weken durend schaakfeest geworden.
Veel statistieken over het toernooi zijn te vinden op de Toernooisite.