Canon (6): Nederland twee keer Europees kampioen

De grootste en belangrijkste landenwedstrijd is de Olympiade, die (tot en met 2010) 39 keer werd gehouden en waarvan het aantal deelnemende ploegen sinds 1986 iedere keer boven de honderd ligt.

Aan de Nederlandse deelnames wordt in deze canon een apart venster gewijd. Wereldkampioenschappen voor landenteams zijn veel minder prestigieus dan de Olympiades.

Zij werden sinds 1985 acht keer gehouden met steeds ongeveer tien deelnemers. Nederland was alleen in 1989 van de partij en werd negende van de tien.

Wel nam Nederland altijd deel aan het Clare Benedict Toernooi, genoemd naar een Amerikaans-Zwitserse weldoenster die het financierde. Van 1953 tot en met 1979 werd het toernooi 23 keer gehouden, tussen Zwitserland, Oostenrijk en enkele West- en Zuid-Europese landen. Het Nederlandse team won de eerste twee edities en later nog drie keer. Het is dus logisch dat het toernooi bij de Nederlandse schakers populair was. Misschien is dat wel de reden dat ons land lange tijd geen animo had voor het Europees kampioenschap, dat van 1957 tot en met 2011 achttien keer werd gespeeld. Aanvankelijk was de frequentie onregelmatig, sinds 1997 is er eens per twee jaar een EK. Nederland doet sinds 1992 mee.

Op het EK behaalde Nederland zijn grootste prestaties. In 2001 werd Nederland in Leon (Spanje) Europees kampioen, voor Frankrijk, Duitsland en Engeland. Sergei Tiviakov was met 7 uit 9 topscorer, Jeroen Piket scoorde een halfje minder, Loek van Wely, Erik van den Doel en Friso Nijboer waren de overige spelers. Captain Genna Sosonko prees zijn spelers omdat ze hun persoonlijke belangen ondergeschikt maakten aan de teamprestatie. Over vermeend geluk op cruciale momenten zei hij in het bondsblad: “Fischer heeft gezegd: een goede speler heeft altijd geluk.” Sosonko over topscorer Tiviakov: “Zijn stijl is logisch, hij heeft een klassieke schaakopvoeding gehad, hij is vastberaden en heeft sportieve discipline.”

In 2005 werd Nederland in Gotenburg (Zweden) opnieuw kampioen, nu voor Israël, Frankrijk en Griekenland. De ploeg won met 3-1 van Rusland, dat buiten de toptien viel. In 2001 werd de ranglijst bepaald door bordpunten, in 2005 door matchpunten. Dat was een geluk, want Nederland werd derde op bordpunten, maar won vier keer met 2,5-1,5. Reusachtige individuele scores waren er ook niet, al deed Jan Timman het met 5 uit 7 goed. Loek van Wely, Ivan Sokolov, Sergei Tiviakov en Erik van den Doel waren de andere spelers. Over eerstebordspeler Loek van Wely (vijftig procent) schreef Rini Kuijf in het bondsblad: “Het gaat er niet zozeer om dat de beste speler aan 1 speelt, maar degene die het beste uit de voeten kan met zwart tegen de heel sterke jongens van boven de 2700.” Vijftig procent is dan mooi. Captain was deze keer Herman Hamers, geen grootmeester maar een bestuurder met capaciteiten als diplomaat, ook nuttig bij een team van nogal verschillende persoonlijkheden.

Alle spelers van de winnende EK-ploegen werden benoemd tot Lid van Verdienste van de KNSB, de op één na hoogste onderscheiding. Behalve Jan Timman, want die was allang erelid, de hoogste onderscheiding.

Heel veel statistieken over landenwedstrijden, zowel van teams als individueel:

www.olimpbase.org.

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.