Anekdotengids voor Schaakliefhebbers
Twee jaar na zijn ‘Reisgids voor Schaakliefhebbers’ heeft Rob Spaans een nieuw boek geschreven: de ‘Anekdotengids voor Schaakliefhebbers’. Spaans, oud-medewerker van uitgeverij New in Chess, is duidelijk zelf een schaakliefhebber en niet alleen van het spel op het bord, maar zeker ook van de cultuur eromheen. Voor de reisgids bracht hij vele plaatsen over de hele wereld in kaart waar je op schaakgebied bijzondere stukken, borden, tafels, klokken, boeken, beelden, schilderijen, foto’s, bekers, graven, tapijten, dorpen, straten, mozaïeken, computers, schoenen en tekeningen kunt vinden. Nu schrijft hij talloze anekdotes op, bijeen verzameld uit vele boeken en tijdschriften. Het zou me niets verbazen als hij die allemaal thuis heeft liggen. Als je beide boeken hebt gelezen, of zelfs maar hebt doorgebladerd, dan krijg je de indruk dat het huis van Rob Spaans een schaakmuseum is.
Het boek van 256 pagina’s bevat vooral korte anekdotes. Een halve pagina is zo’n beetje het gemiddelde, al komen er ook anekdotes van twee pagina’s in voor. Het aantal is dus heel hoog. Wat is een anekdote?
In de inleiding schrijft Spaans dat anekdotes volgens Van Dale korte, grappige verhalen zijn. Mijn mening over het boek is, dat de meeste verhalen wel grappig zijn, maar niet allemaal. Het is geen moppentrommel. Ik kom daarop terug bij de voorbeelden. Moeten de verhalen echt gebeurd zijn? Spaans haalt de bekende uitspraak aan dat de waarheid een goed verhaal niet in de weg mag staan. Zijn boek is geen geschiedenisboek, schrijft hij, maar van het overgrote deel is het aannemelijk dat de verhalen echt zo hebben plaatsgevonden. Een sterk punt is, dat onder ieder verhaal de bron staat vermeld. Achter in het boek staan die bronnen nog eens op een rijtje en die lijst beslaat maar liefst negen pagina’s. Die bronvermelding vind ik vooral belangrijk omdat ik niet iedere schrijver even serieus neem. Van sommige schrijvers denk ik: dit kan gebeurd zijn. Van andere schrijvers denk ik: ja, dit zal zeker kloppen.
Legendes
Ik zou de anekdotes in categorieën kunnen indelen (grappig, interessant, dubieus enzovoort), maar vind het wat handiger een aantal chronologisch te behandelen, net zoals in het boek. Dan wordt de categorisering vanzelf duidelijk.
Het boek begint met het bekende verhaal van Sissa en de graankorrels. Dat is een legende, geen waar gebeurd verhaal. Er volgt een verhaal van een Britse legerofficier die een strijd tegen de Amerikaanse troepen verloor doordat hij een belangrijk bericht miste omdat hij verwikkeld was in een schaakpartij. Beetje onwaarschijnlijk.
Een bekend verhaal is dat bij het toernooi Londen 1883 de voorzitter van het organisatiecomité een toost uitbracht op ‘de beste schaker van de wereld’. Steinitz en Zukertort stonden beiden op om de spreker te bedanken. Een verhaal dat ik niet kende, is dat de zeer veelzijdige Emanuel Lasker eerst zonder succes een boerenbedrijf had en dat vervolgens een duivenfokkerij ook een fiasco werd. De reden daarvan begreep hij pas toen iemand hem vertelde dat de twee duiven waarmee hij begon, allebei mannetjes waren.
Lees meer >
Schaken is een oorlogsspel. Winnen, verliezen of gelijk spelen. Een zero sum game. Dat bedacht ik me toen ik rondliep in Wijk aan Zee tijdens het Tata Steel Toernooi. Na afloop van het toernooi zal een deel van de spelers blij zijn geweest met de gewonnen Elo-puntjes, teleurgesteld zijn over de verloren rating, of tevreden zijn omdat ze ongeveer gepresteerd hadden op het veronderstelde niveau. Maar met zijn allen zijn die spelers er niet beter op geworden,
Wel of geen marinierskazerne naar Vlissingen? Het HZ toernooi komt er in ieder geval, en wel van 1 – 8 augustus 2020. Je kunt nog tot 1 maart a.s. inschrijven tegen gereduceerd tarief. Wees er dus snel bij. Zie onze toernooisite en klik op:
Deze maand is het 100 jaar geleden dat de eerste wedstrijden in de KNSB-competitie werden gespeeld. De bond was toen natuurlijk nog niet koninklijk en heette NSB, wat in die tijd nog geen beladen afkorting was. Geschiedenisverhalen komen vaak heel toevallig tot stand. Het is niet zo dat onze redactie er enthousiast op afstevende, nee, we kregen vorige week zomaar een tip van Co Buysman, schaker bij Caïssa-Eenhoorn in Hoorn. Hij verdiept zich allang in de Nederlandse schaakgeschiedenis.




In het boek kwam ik in hoofdstuk 6 (Material and initiative) de volgende eerste regels tegen: “In 1997, a man wise in the ways of chess but less so in the ways of computers, travelled America giving speeches on the nature of computer chess. Garry Kasparov’s description of engine ‘priorities’ was nonsense; every aspect of chess get a numerical value, but Deep Blue (or any other engine I imagine) was never given instructions about the bishop pair being more important than king safety, or any similar equation. One might be inclined to extrapolate based on one move in one game, but that would be overly simplistic. Computers count up all the points and make their decision on what gets the highest possible score”.

Vandaag is de loting verricht van het 
