20 augustus 2014 19:55 Johan Hut
Op het FIDE-congres, aansluitend op de Olympiade, is Martijn Dambacher tot grootmeester benoemd. Zijn beslissende norm behaalde hij in de Bundesliga van het afgelopen seizoen. Opmerkelijk: Dambacher behaalde al zijn normen in clubcompetities. Eén daarvan gold wel als toernooi, namelijk de Europacup van 2010.

De Limburger Martijn Dambacher werd in geen enkele leeftijdscategorie jeugdkampioen van Nederland. Dat de concurrentie te zwaar was, lijkt een open deur, maar dient toch genoemd te worden. Dambacher behoort tot de fameuze lichting 1979, het sterkste geboortejaar uit de Nederlandse schaakgeschiedenis. De lijst is imposant: Sipke Ernst, Erik van den Doel, Maarten Solleveld, Ruud Janssen, Merijn van Delft, Lucien van Beek en Jeroen Willemze. En dan kon je ook nog de in 1980 geboren Dennis de Vreugt tegenkomen. In de oudste categorie troefde Janssen zijn leeftijdsgenoten maar liefst drie keer af, van 1996 tot en met 1998. Zo kon je als schaker uit 1979 op nationaal niveau als sterke jeugdspeler toch onopvallend blijven.
In zijn provincie viel Dambacher wel op, hij werd al kampioen van Limburg in 1998, op achttienjarige leeftijd. Dat herhaalde hij in 2000, 2001, 2007, 2008, 2011 en 2014. De laatste jaren werd de kampioen aangewezen bij het Limburg Open, het weekendtoernooi in Maastricht met Pinksteren. De hoogst geëindigde Limburger wordt daar kampioen. Een methode die sinds kort ook de Stichts-Gooise Schaakbond toepast, om een sterke kampioen te krijgen. Aparte regionale kampioenschappen trekken te weinig sterke deelnemers.
Met zeven Limburgse titels staat Dambacher in de geschiedenis derde achter de legendarische Alex Vinken (twintig keer kampioen) en Jack Renet (negen titels).
Lees meer >