Boekenrubriek

Korte biografie Mark Haast

Op Schaaksite treft u vanaf 10 april op dinsdag wekelijks een boekrecensie aan. De eerste rubriek is van Mark Haast die al eerder voor deze boekrubriek had geschreven. We stellen hem graag nader aan u voor. Hieronder een door hem zelf geschreven korte biografie.

 

Mijn naam is Mark Haast en ik woon in Tilburg. Rond mijn zesde verjaardag heb ik schaken geleerd van mijn vader en nu,

Lees meer >

Korte biografie Johan Hut

Op Schaaksite treft u vanaf 10 april op dinsdag wekelijks een boekrecensie aan. De man die deze boekrubriek al eerder had opgestart, Johan Hut, stellen we graag nader aan u voor. Hieronder een door hem zelf geschreven korte biografie.

In 1968 ben ik, als jongen van zeven, lid geworden van de Baarnse Schaakvereniging. Dat moest van mijn vader. Zelf vond ik het ook wel leuk en ik werd (veel later) clubkampioen bij de jeugd.

Lees meer >

Begrijp wat je doet: Spaans en Italiaans

De serie ‘Begrijp wat je doet’ is bekend van Schaaksite en ook van het bondsblad Schaakmagazine. Wie enthousiast is over die serie en alles gelezen heeft, heeft juist een goede reden om dit eerste boek aan te schaffen. Herman Grooten schat namelijk dat hij in die series zo’n 20 procent kwijt kon van alles wat hij wilde laten zien. Met dit boek biedt hij dus vijf keer zoveel aan, over het Spaans en het Italiaans.

Grooten denkt met deze serie een gat te vullen tussen twee soorten boeken. Aan de ene kant bekeek hij de serie ‘De wereld van de schaakopening’ van Paul van der Sterren. Die bespreekt de allereerste zetten van de openingen, vertelt iets over de geschiedenis en vooral waarom schakers die opening spelen. Waar gaat het eigenlijk om? Dat laatste bespreekt Grooten ook, maar Van der Sterren stopt bij de meeste varianten al (soms ruim) voor de tiende zet en Grooten wil verder.

Aan de andere kant zijn er de boeken met variantenbomen. Ook die zijn belangrijk, maar Grooten komt in zijn praktijk als trainer (zowel voor jeugd als voor volwassenen) te vaak tegen dat schakers de varianten wel uit hun hoofd kennen, maar niet begrijpen waar het om draait. Zodra de tegenstander afwijkt, zijn ze op zichzelf aangewezen en gaat het vaak mis. In de variantenboeken mist Grooten vaak ook de verbale uitleg. Tekens als +- en korte conclusies vindt hij ruim onvoldoende.

Ook dit boek staat wel degelijk vol varianten, maar wat de trainer zonder varianten kan laten zien is bijvoorbeeld de typische (vastgelegde) pionnenstructuren en de verschillen in bewegingsvrijheid van de stukken. In de opening zijn dat vooral de lichte stukken. Daarbij komen ook de voordelen van een loper boven een paard of andersom aan bod. Deze lessen zullen behalve het begrip van de openingen ook het strategisch inzicht verbeteren, hoopt Grooten.

 

Spaans

De volgorde van het boek verbaast me hier en daar, maar als je het doorhebt, vind je het wel. Grooten behandelt de Spaanse varianten niet in aparte hoofdstukjes, maar laat het Gesloten Spaans zien en behandelt onderweg alle andere varianten. Het lijkt me een goed idee dat in een volgend boek overzichtelijker te doen. Van die varianten geeft hij dan steeds een karakteristiek. Het beste kan ik een voorbeeld geven en wel van een actuele variant, die wordt gevreesd als remisewapen.

Lees meer >

Fischer voor beginners.

Renzo Verwer was zo vriendelijk zijn boek ‘Bobby Fischer voor beginners‘ op te sturen.

Mijn wereldbeeld van journalisten viel toen bijna in stukken uiteen zoals u in dit eerdere blog kunt lezen. Dat is trouwens ook de kracht van schaakprogressie. Leren door generaliseren en dan richting meesterschap weer leren generalisaties los te laten.

Om Renzo’s boek goed te kunnen plaatsen, begin ik eerst met het beroemde boek van Frank Brady over Fischer, ‘Eindspel‘, en eindig ik met het boek ‘Fischer versus The Russians‘. Klik vooral op lees meer.

 

Lees meer >

Boek over Berry Withuis

Naast de topschakers zelf mag je Berry Withuis een van de belangrijkste personen noemen in de Nederlandse schaakgeschiedenis.  Decennialang was hij niet alleen perschef van alle belangrijke toernooien in ons land, maar regelde hij eigenlijk ook het deelnemersveld. Tegenwoordig zou je hem toernooidirecteur noemen, maar daar wilde hij niets van weten. Hij liet zich voor zijn werk ook niet betalen, zijn geld kreeg hij uit zijn journalistieke werk. Withuis was overtuigd communist en wilde ook niets weten van onderscheidingen. Anders zou hij zeker tot erelid van de KNSB zijn benoemd. In de Canon hier op Schaaksite is meer over hem te lezen. Bij zijn overlijden in 2009 stond op zijn rouwkaart: “Nog steeds vloekend op de fascisten maar overigens goed geluimd, en woordrijk en geestig als altijd.”

 

 

Raadselvader

Volgende week verschijnt een boek over Withuis, onder de titel Raadselvader. Het is geschreven door zijn dochter Jolande, een bekende geschiedschrijfster. Berry’s overtuigde communisme staat centraal in het boek. Jolande groeide op met haar vaders politieke overtuiging, maar ontwikkelde zich tot een vermaard critica van het communisme. De uitgever: “Die breuk met haar afkomst opende voor Withuis de weg naar het schrijverschap en de wetenschap, maar leidde tegelijkertijd tot een verwijdering tussen haar en haar vader. Na zijn dood kon ze zich er niet bij neerleggen dat de man die zij als kind had vereerd, zich als persoon nauwelijks had laten kennen. Met behulp van onder meer zijn BVD-dossier reconstrueert ze in Raadselvader zijn levensgeschiedenis. Withuis’ scherpe en ontroerende ontleding van de verhouding tot haar vader weerspiegelt onze recente wereldgeschiedenis en biedt de lezer een blik van binnenuit op de Koude Oorlog: ‘Ik was vijf en wist: wij zijn de vijand.’”

Lees meer >

Over een schaakjournalist.

Renzo Verwer, een journalist en schaker, die me net op het verkeerde moment mailde. Toevallig had ik dezelfde week al ‘nee’ verkocht aan mijn teamleider van SMB1 die vroeg of hij mijn nummer aan een journalist mocht geven inzake deelname aan Vlissingen. Toen ik toch weer benaderd werd door een journalist over schaken, was ik al aardig pissig.

Lees meer >

The Complete Manual of Positional Chess (Volume 1 & 2)

Om een gat in de schaakliteratuur te vullen, hebben de Russische grootmeesters Konstantin Sakaev en zijn naamgenoot Konstantin Landa een tweedelig handboek geschreven over positioneel schaak. Gezien de piekratings van 2677 (Sakaev, januari 2005) en 2678 (Landa, oktober 2007) gaat het om sterke grootmeesters. Sakaev is tevens een voormalig Russisch kampioen en tweevoudig goudenmedaillewinnaar op de Olympiade. Het doel van de boeken is om de belangrijkste positionele onderwerpen te behandelen. Onderwerpen die elke goed onderlegde schaker zou moeten kennen.

Voor wie zijn de boeken bedoeld?

The Complete Manual of Positional Chess is oorspronkelijk geschreven om Russische jeugdschaaktrainers van instructiemateriaal te voorzien. De doelgroep omvat spelers met een rating van rond de 2000-2200. Uiteraard kunnen de boeken ook voor zelfstudie gebruikt worden. Als hulpmiddel zijn de diagrammen voorzien van één tot maximaal drie asterisken om de moeilijkheidsgraad aan te duiden. Bovendien hoeven de hoofdstukken niet in chronologische volgorde gelezen te worden.

De inhoud bestaat uit bekende klassieke partijen gemengd met hedendaagse voorbeelden. Sakaev betoogt in de inleiding dat recente partijen het meest leerzaam zijn. Het schaakspel is namelijk continu in ontwikkeling en het niveau blijft stijgen. Dat maakt het des te leerzamer wanneer een grootmeester zijn plan succesvol weet uit te voeren tegen de sterkst mogelijke tegenstand. De inleiding bevat verder een aantal algemene aanbevelingen om schaken te bestuderen en de belangrijkste rol van de trainer komt ter sprake. Overigens is de inleiding in beide boeken identiek.

Lees meer >

Je hoeft niet gek te zijn om wereldkampioen te worden

Van de 75-jarige Pieter Winsemius, oud-partner van McKinsey & Co, oud-minister en oud-lid van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, is recent weer een nieuw boek verschenen. Winsemius publiceerde vele boeken, waaronder Je gaat het pas zien als je het doorhebt, over Cruijff en leiderschap, waarvan meer dan 200.000  exemplaren werden verkocht. In het Financieel Dagblad van afgelopen zaterdag stond een uitgebreid interview  met Winsemius  van Pieter Couwenbergh. Dit was mede aanleiding  om zijn nieuwe  boek te kopen en te lezen. Pieter Winsemius is niet alleen een begenadigd spreker maar ook schrijver en een verhalenverteller pur sang.

De titel van het boek Je hoeft niet gek te zijn om wereldkampioen te worden, maar het helpt wel heeft hij geleend van schaakgrootmeester Nigel Short die in 1993 uitdager was van Garry Kasparov voor het wereldkampioenschap schaken. Short had verschillende voorbeelden aangehaald van wereldkampioenen waar iets mee was. Zo komen Wilhelm Steinitz, Bobby Fischer, Akiba Rubinstein, Paul Morphy en Aron Nimzowitsch langs in zijn voorwoord.

Winsemius zegt hierover:

‘Toch was elk van die schakers een vernieuwer. Hun namen worden dagelijks gebruikt om te verwijzen naar de briljante  openingen of eindspellen die aan hun brein ontsproten. Het waren mensen die zich niet herkenden in geijkte oplossingen van bestaande problemen, hun nieuwsgierigheid en verlangen dreef hen naar nieuwe wegen om doorbraken te creëren op het schaakbord.’

Lees meer >

Timman’s Titans onderscheiden

 

Opnieuw is uitgeverij New in Chess in de prijzen gevallen. Deze keer met haar meest prominente auteur, namelijk Jan Timman. Zijn boek ‘Timman’s Titans’ won de ‘English Chess Federation 2017 Book of the Year Award’.

Het juryrapport begint met: ‘The judges unanimously agreed on a chess book which covers nearly every aspect of chess: history, character, ambition, styles of play, technical aspects,

Lees meer >

Chess for hawks

 

De afgelopen zeven jaar heeft Cyrus Lakdawala meer dan dertig (!) schaakboeken geschreven. Ook in 2017 zit de Amerikaanse schaaktrainer niet op zijn lauweren te rusten, getuige de uitgave van (onder meer) Chess for Hawks. Het leeuwendeel van Lakdawala’s productie bestaat uit Move by Move boeken. In die serie worden, in vraag-en-antwoordformaat, openingen dan wel partijen van bekende spelers besproken. Chess for Hawks is in dat opzicht een vreemde eend in de bijt. Het is geen openingsboek of biografie. De speelstijl van de lezer staat centraal: ben je een duif of een havik?

 

Duif of havik

Lakdawala komt (tot zijn schrik) al op achtjarige leeftijd tot de ontdekking dat hij een duif is.

In bovenstaande stelling speelt hij de voor hem meest natuurlijke zet, Te2. Zwart dreigt immers met zijn toren de tweede rij binnen te vallen. Meteen wordt hij door zijn trainer op de vingers getikt: “Waarom speel je niet de actieve zet Te7? Je zou een veel sterkere speler zijn als je niet als een mietje zou schaken.” Duif is in het boek een eufemisme voor mietje, en Lakdawala beseft bijna een halve eeuw later dat hij nooit in een havik zal veranderen.

Lees meer >