Boekrecensie: Chess Middlegames volume 2 van Ivan Sokolov
Inleiding
Deze recensie gaat over het boek Chess Middlegame Strategies: volume 2 van Thinkers Publishing, geschreven door Ivan Sokolov. Dit boek is het tweede deel uit Sokolovs nieuwe serie over middelspel, die de natuurlijke opvolger vormt van zijn boek Winning Chess Middlegames: An essential guide to Pawn Structures (2009, New in Chess).
Met strategieboeken voelt het soms alsof ik door de bomen het bos niet meer zie vanwege de inhoud en titels die op elkaar lijken, maar Sokolov lijkt een gat in de markt te hebben gevonden. Zijn eerste boek over strategie, Winning Chess Middlegames, was zeer instructief en bevatte veel voorbeelden over pionnenstructuren en waar de stukken aan de hand daarvan heen moeten. De vraag blijft dan – als we het meest instructieve al gezien hebben – hoe moet het vervolg eruit zien? Hoewel de nadruk in Chess Middlegame Strategies minder ligt op pionnenstructuren, legt Sokolov nog steeds haarfijn uit hoe beide kleuren zich het beste op dienen te stellen. Hij neigt hierbij steeds meer richting middenspel, waardoor het boek schommelt tussen opening en middenspel en hieraan zijn unieke structuur dankt.
Het boek bestaat uit zes hoofdstukken:
- Sicilian strategies
- Spanish piece sacrifice
- The Caro-Kann doubled f-pawn
- Benoni strategies
- Catalan strategies
- Knight tales

Zijn schaakdroom wordt al enigszins verstoord als oom Arnold op bezoek komt met zijn nieuwe vriendin Maxkara, die met haar lippen wel als lijm aan de lippen van oom Arnold lijkt vast te zitten. Arnold is duidelijk geen oom Jan die zijn neefje leert schaken, want op de desbetreffende vraag antwoordt hij: “Ik kan me niet bezighouden met onbenullige dingen als het geven van schaakles aan kleuters.”
Toen ik in 2012 met enkele vrienden van de Koninklijke Brugse schaakkring een toernooi in het Spaanse Benasque speelde, waren twee van hen, Frederic Decoster en Linton Donovan, in de ban van de Tarrasch-verdediging. Ik was toen net begonnen met het spelen van 1. d4 en met de nuances en subtiliteiten van de Tarrasch-verdediging was ik onbekend. In mijn onwetendheid ging ik ervan uit dat wit makkelijk spel had tegen de geïsoleerde pion op d5. Dat was natuurlijk wel erg kort door de bocht aangezien veel giganten uit het verleden de Tarrasch in hun repertoire hadden. Frederic en Linton lieten me toen zien welke gevaarlijke ideeën zwart tot zijn beschikking heeft en sindsdien had ik altijd wat schrik om de Tarrasch tegen te krijgen, wat ook weer overdreven was. In 2011 verscheen het boek The Tarrasch Defence van Jacob Aagaard en Nikolaos Ntirlis wat gerust een standaardwerk genoemd mag worden. Het boek leidde tot een opleving van de opening die vooral populair was in de jaren 70 en 80. Sinds 2011 heeft men natuurlijk niet stilgezeten en volgens de laatste stand van de theorie heeft zwart volgens mij wat probleempjes. Ik was dus benieuwd wat Alexey Bezgodov zou vertellen in The Art of the Tarrasch Defence dat eind 2017 verscheen bij uitgeverij New in Chess. 

