Coronavirus en de 30-zetten regel
Op 27 augustus maakte minister Grapperhaus excuses, omdat niet al zijn bruiloftsgasten zich aan de 1,5 meter afstand hadden gehouden. Eerder deze week maakte onze koning ook al excuses om dezelfde regel. En begin juni hadden we burgemeester Halsema, die in de 1,5-meter-regel geen aanleiding zag om een demonstratie te beëindigen. Vooraanstaande personen, die juist het goede voorbeeld zouden moeten geven. Inhoudelijk wil ik me niet in de effectiviteit van deze maatregel mengen, maar constateer slechts dat het draagvlak allengs is afgevlakt, mede door dit soort foutjes.
Het eerste waaraan ik als schaker moest denken is de 30-zetten regel van begin jaren 60. Ik heb helaas niet eenvoudig kunnen terugvinden wanneer die regel werd ingevoerd. Deze verbood om vóór de 30e zet te remiseren. Bedoeld om het grootmeestersgilde tot meer strijdlust aan te zetten. En om (bijvoorbeeld) catalaanse tafereeltjes a la 13.Ph4 Lxg2 14. Pxg2 ½-½ te vermijden. Totdat Fischer op de olympiade in Varna 1962 op de 20e zet remise met Padevsky overeenkwam. Fischer was zo ongeveer de laatste die je een gebrek aan strijdlust kon verwijten. Hoofdarbiter Salo Flohr kon weinig anders dan de remise accepteren, want het toekennen van een reglementaire nul zou ongetwijfeld in Fischer’s vertrek hebben geresulteerd. Deze regel gold niet voor hem, zo vond Fischer. Daarmee sneuvelde de 30-zetten regel in de praktijk – draagvlak weg. Officieel heeft de FIDE deze regel pas in 1965 afgeschaft.
Lees meer >