Canon Nederlands Schaak

Canon (34): Europese jeugdtop in Groningen

Het bestuur van de NOSBO wilde in 1963 de noordelijke schaakjeugd in contact brengen met Nederlandse en buitenlandse leeftijdsgenoten, om los te komen van de kleine kring. Dat lukte, de tienkamp die met dit doel werd georganiseerd groeide uit tot het belangrijkste jeugdtoernooi van Europa.

Voor het eerste internationale jeugdtoernooi in Groningen werden de kampioenen van Nederland, België, Luxemburg, Engeland en West-Duitsland uitgenodigd, aangevuld met vijf noordelijke spelers. Nederlands jeugdkampioen Coen Zuidema won het toernooi. Sponsor was het bedrijf Theodorus Niemeijer, dat bovendien zowel spelers als toeschouwers (!) voorzag van zijn eigen producten: gratis koffie en sigaretten.

Lees meer >

Canon (33): Zhaoqin Peng

Tien keer was Fenny Heemskerk kampioen van Nederland bij de vrouwen. Zou dat record ooit worden verbroken? Lange tijd hield niemand dat voor mogelijk, totdat een kleine Chinese een waar schrikbewind begon te voeren onder de Nederlandse vrouwen.

Zhaoqin Peng werd geboren op 8 mei 1968 in Canton, nabij Hongkong. Ze leerde schaken op haar twaalfde en werd twee jaar later al derde bij het Chinese vrouwenkampioenschap.

Ze ging naar een sportinternaat en werd dus als kind al fulltime schaakster. Drie keer werd ze kampioen van China en op de Olympiade van 1988 haalde ze een gouden medaille op het derde bord.

Lees meer >

Canon (32): Schaakjournalistiek

Schakers zijn hun eigen journalisten. Veel meer dan bij andere sporten is het voor zwakke spelers moeilijk te doorgronden wat er op topniveau gebeurt. Bij alle sporten worden toppers na hun carrière gevraagd om commentator of verslaggever te worden. Bij schaken gebeurt dat al tijdens hun actieve periode.

Decennialang was W.A.T. Schelfhout schaakmedewerker van de Telegraaf. Hij was een nationale topschaker en nam tussen 1919 en 1936 vier keer deel aan het Nederlands kampioenschap. In 1929 nam Evert Straat deel aan het NK, hij ging later schrijven voor de Volkskrant.

Lees meer >

Canon (31): Nederlandse kampioenschappen

De Nederlandse Schaakbond werd in 1873 opgericht met als doel jaarlijks een wedstrijd te organiseren. Zie het venster over de broers Van Foreest. Later werden die wedstrijden ‘officieuze Nederlandse kampioenschappen’ genoemd. In 1909 werd voor het eerst een officieel NK gespeeld. Vreemd genoeg vonden ze vanaf dat moment slechts om de twee of drie jaar plaats, soms zat er nog meer tijd tussen.

Na enkele incidentele kampioenen begon in 1921 het tijdperk-Euwe. Hij was twintig jaar toen hij voor het eerst kampioen werd, een record dat pas in 2009 werd gebroken door de vijftienjarige Anish Giri.

Lees meer >

Canon (30): Genna Sosonko

Tussen de bekende namen bij de Nederlandse snelschaak- en rapidtoernooien verscheen in 1972 opeens die van een immigrant. Niemand had ooit van hem gehoord, maar de nieuweling won de toernooitjes allemaal. Zes jaar later was Genna Sosonko een wereldtopper.

Genna Sosonko werd geboren op 18 mei 1943 in Siberië. Hij studeerde economische geografie in Leningrad.

Eenmaal nam hij deel aan het Russische kampioenschap, toen dat in 1967 eenmalig een open toernooi met 126 deelnemers was. Sosonko behaalde met een 27e plaats een goed resultaat. Na dat toernooi vroeg Michael Tal hem als secondant en een paar jaar later Viktor Kortchnoi.

Lees meer >

Canon (29): Groningen 1946

De Tweede Wereldoorlog was voorbij, de wereld likte zijn wonden. De schaakwereld verloor bijna een jaar later zijn kampioen Aljechin, maar dat kun je niet het ergste noemen. Internationale verhoudingen waren onduidelijk. In die tijd van grote onzekerheid bracht Groningen de wereldtop weer bij elkaar.

Het AVRO-toernooi in 1938 had acht kandidaten voor de wereldtitel bijeen gebracht. Daarbij één Sovjet-burger: Botwinnik. Later vluchtte Flohr naar de Sovjet-Unie, werd het Estland van Keres bij de unie gevoegd en werd duidelijk dat met Smyslov, Bronstein, Boleslavski en Kotov zo veel nieuwe reuzen opstonden, dat bijna de hele wereldtop uit Sovjets bestond.

Lees meer >

Canon (28): Haije Kramer

Dertig keer kampioen van Philidor Leeuwarden, twintig keer kampioen van Friesland en zestig jaar schaakmedewerker van de Leeuwarder Courant. Geen enkele schaker heeft zo zijn stempel op een provincie gedrukt als Haije Kramer op Friesland. Nationaal was hij een van de sterksten achter Max Euwe.

Haije Kramer werd geboren op 24 november 1917.

Pas op zijn vijftiende leerde hij schaken en al een jaar later werd hij tweede in het clubkampioenschap van Philidor. Kramer was een natuurtalent en alles kwam snel, reeds in 1938 nam hij de wekelijkse schaakrubriek van de Leeuwarder Courant op zich. In 1947 kreeg hij zowel de rubriek als de verslaggeving voor het Algemeen Dagblad erbij, waardoor hij (als eerste Nederlander) van schaken zijn beroep kon maken. Ook schreef hij voor enkele regionale kranten, het bondsblad en de Losbladige Schaakberichten. De rubriek in de LC bleef hij tot 1998 schrijven, die in het AD tot 1969. Kramer is daarmee de meest productieve Nederlandse schaakjournalist in de geschiedenis.

Lees meer >

Canon (27): Het Interpolistoernooi

Een twaalfkamp met de sterkste schakers ter wereld, dat was de simpele formule van het Interpolis-toernooi. Geen immense zaal vol groepen met promotie- en degradatieregelingen, zoals Hoogovens en IBM. Ook geen ruimte voor de nummer vier of vijf van Nederland. Alleen wereldtoppers.

In 1976 won wereldkampioen Anatoli Karpov een vierkamp in Amsterdam, ter ere van de 75e verjaardag van Max Euwe. De Friese organisator en mecenas Waling Dijkstra vroeg hem bij die gelegenheid naar zijn financiële voorwaarden. Nadat Karpov zijn wensen had neergelegd, benaderde Dijkstra verzekeringsmaatschappij Interpolis, die al enkele denksportevenementen had gesponsord. Het bedrijf ging voor niet minder dan een twaalfkamp met alleen grootmeesters en liefst de wereldkampioen. Het eerste toernooi, in 1977, haalde de FIDE-categorie 14. Dat was op dat moment de op één na hoogste categorie die mogelijk was en de hoogste die ooit was bereikt met een toernooi met zo veel deelnemers.

Lees meer >

Canon (26): Hein Donner als schrijver

Als schaker behoorde Hein Donner in Nederland tot de grootsten. De grootste hoeveel? Daarover had hij een eigen mening en die verkondigde hij luid. Dat kon hij doen, omdat hij al tijdens zijn actieve wedstrijdperiode tevens actief was als schaakjournalist. In de jaren vijftig en zestig schreef hij in Elseviers Weekblad en De Tijd. In 1965, toen Lodewijk Prins Nederlands kampioen werd, legde Donner in beide bladen uit hoe slecht Prins wel was, hij kon nog geen paard van een loper onderscheiden.

Lees meer >

Canon (25): Hein Donner als schaker

Als schrijver heeft Hein Donner op het Nederlandse schaakleven een onuitwisbare indruk nagelaten. Daarover verschijnt in deze Canon een apart venster. Als schaker wordt hij door velen beschouwd als op twee na (Euwe en Timman) grootste of sterkste schaker in de Nederlandse geschiedenis. Dat is niet terecht als je naar de feiten kijkt. Als er in zijn toptijd wereldranglijsten hadden bestaan, was Donner daar niet in de buurt van de toptien gekomen, waar Piket en Van Wely later heel even in stonden. Ook drong hij op weg naar het wereldkampioenschap nooit door tot het interzonetoernooi, zoals Van der Wiel, Van der Sterren en Sosonko.

Lees meer >