Columns

schaakstukje

Profiel

Op mijn profielschets op deze site staat o.a.: matig schaker, groot liefhebber. Je kunt het ook omdraaien: groot schaker, matig liefhebber. Zijn er schakers die hieraan voldoen?

Van Paul Morphy is bekend dat hij op jonge leeftijd de brui gaf aan het schaken, mede door een slechte geestelijke gezondheid. Ook Bobby Fischer vond het op een gegeven moment welletjes vanwege al te veel computergestuurd schaak (‘I hate chess’).

Lees meer >
  • OVER EEN OUDE BRIEF EN JONGE SCHAKERS, OF:

OVER EEN OUDE BRIEF EN JONGE SCHAKERS, OF:

 

OVER EEN OUDE BRIEF EN JONGE SCHAKERS, OF:

 

DE LINK TUSSEN EEN OUDE BRIEF, DE DUBIEUZE KEUZE VOOR DE BELGISCHE DEELNEMER AAN HET WERELDKAMPIOENSCHAP JEUGDSCHAKEN IN 1961 IN DEN HAAG, BERNARD DE BRUYCKER, COEN ZUIDEMA EN BORIS SPASSKY

 

Door Loes Mooijman

 

Kort geleden vond ik in een lang dicht gebleven doos,

Lees meer >

Hoe schakers spreken over een partij

Schakers praten vaak over een partij. Vooral de eigen partij, vlak nadat die gespeeld is. Over de hevige emoties uiteraard, maar ook over het feitelijke partijverloop en de varianten die zij hebben gezien.

Daarbij valt op dat er verschillende spreekstijlen worden gehanteerd. De een spreekt duidelijk, gearticuleerd en vermeldt concrete varianten, die we met belangstelling proberen te volgen. De ander kletst maar wat en uit beleefdheid knikken we begripvol en laten wij hem uitrazen.

Lees meer >

De rol van de toeschouwer: afstand bewaren

Het is in beider belang dat de toeschouwer voldoende afstand bewaart ten opzichte van de schakers. Daar kan geen twijfel over zijn.

Als de toeschouwer zich het leed en de problemen van de schakers te veel aantrekt, wordt haar rol erg zwaar. Zij neemt de dingen die zij waarneemt als het ware mee naar huis, waardoor zij zich niet goed meer kan ontspannen. De kunst is om warme belangstelling voor de partij op te brengen,

Lees meer >

De schaker die afwezig is, wie zal hem beschrijven?

Geen groter gemis voor een schaker dan de afwezige tegenstander. Hij werd verwacht, maar is niet gekomen. Een lege stoel aan de overzijde van het bord is het gevolg. Zijn stukken blijven in de beginstelling staan. De afwezige wordt door de wedstrijdleider na het verstrijken van de verzuimtijd ter plekke ontmenselijkt en “N.O.” genoemd, Niet Opgekomen.

Als toernooileider van het Best of the West-toernooi blijf ik me verbazen over de afwezigen.

Lees meer >

Gens una sumus

Op 28 juli gaat de 44e schaakolympiade van start in Chennai, India. Iets om naar uit te kijken. Maar de strijd zal niet beperkt blijven tot gevechten op de schaakborden. De verkiezing van de FIDE president en de FIDE vicepresident op 7 augustus zal onvermijdelijk overschaduwd worden door de oorlog in Oekraïne die dan al bijna zes maanden in alle hevigheid woedt.

Vier teams hebben zich kandidaat gesteld,

Lees meer >

Drs. F. Roessel: Openingen Vademecum en hoe dat tot stand kwam (door Foppe Jan Montsma)

 

Ergens in 1962 kreeg Frits Roessel bezoek van iemand die zich voorstelde als Dr. Van Zoeterwoude. Hij had ook nog iets meegenomen om aan Frits te laten zien: in manuscript een compleet overzicht van de bestaande schaakopeningen, maar dan in een handzame, beknopte vorm. En dat wilde hij op de markt brengen.

 

Maar ergens had hij het gevoel dat zijn product te gebrekkig was om een uitgever enthousiast te maken. Daar kwam nog bij dat hij, zei hij, niet de naam had die uitzicht kon bieden op een prettig verkoopcijfer. Hij had nooit actief deelgenomen aan het schaakleven in Nederland; kortom, hij was totaal onbekend.

Lees meer >

“Dankzij Fischer” door Gerhard Eggink

Mijn woonplaats Gouda viert dit jaar dat het 750 jaar stadsrechten heeft, en de Goudse schaakvereniging Messemaker 1847 viert dat ze dit jaar 175 jaar bestaat. In het kader daarvan kwam mijn jeugdidool Jan Timman naar Gouda voor een presentatie van zijn nieuwe boek The Unstoppable American, over de spraakmakende aanloop naar Bobby Fischers wereldkampioenschap in 1972. Lees de hele column in PDF.

Lees meer >

Rolmodel

Officieel heb ik tot mijn achttiende niet gerookt. Het leverde me een van mijn mooiste schaakboeken op, Ausgewählte Partien door Paul Keres. Het boek staat nog altijd in mijn boekenkast. Als beloning gekregen van mijn lieve opa. Op het titelblad van het boek schreef hij met krachtige hand: 4 februari 1968, Oma en Opa. Meer niet.

Het was mijn verjaardag en ik stelde mezelf gerust met de gedachte dat die paar sigaretjes die ik in Brussel met mijn Waalse vriend had gerookt natuurlijk niet telden. En lekker vond ik die zware Bastos sigaretten ook al niet, maar ja, ik wilde me niet laten kennen. Opa heeft hier gelukkig nooit van geweten.

Ruim een jaar later speelde ik mee in het IBM-toernooi. Er werd veel gerookt. Donner spande daarbij moeiteloos de kroon. Bij binnenkomst in de toernooizaal klopte hij op zijn borst- en broekzakken om te controleren of hij de benodigde sigaretten wel bij zich had. Die pakjes Chesterfield gingen tijdens de partij in rook op. Ik had dat kettingroken al eerder gezien, tijdens het zonetoernooi in Den Haag een paar jaar daarvoor. Dat was zeker geen aanmoediging om ook te gaan roken. Want zijn gewoonte zag er eerder als een beklagenswaardige verslaving uit dan als een recept om goed te schaken.

Lees meer >

“Een gedachtetreintje” door Manuel Nepveu

Jongstleden mei haalde ons eerste het kampioenschap van zijn poule binnen. Alle reden om plaatsen te reserveren bij de plaatselijke Chinees. Bijna ‘iedereen’ schoof aan en u kunt zich voorstellen welke onderwerpen er over tafel gingen. Ik weet niet meer in welk verband, maar plotseling liet een van de disgenoten een naam vallen uit een tamelijk grijs verleden. Lees de hele column in PDF.

Deze en andere columnisten van SV Promotie,

Lees meer >