Het schaakspel is een metafoor in zichzelf, ontstaan als het is uit het nabootsen van oorlog. Een metafoor voor krijgskunst, maar het verband met oorlogsgeweld wordt tegenwoordig niet vaak meer gelegd.
Hooguit om iemand als Poetin te duiden die, ouderwets als in de negentiende eeuw, met zijn legers schuift en aan landjepik doet.
Lange tijd was schaken niet alleen een metafoor voor iets benijdenswaardigs zoals weloverwogen vooruitdenken, maar het werd ook gebruikt om iets als saai te bestempelen. Banken en verzekeringsmaatschappijen leenden de voortreffelijkheid van het schaakspel voor de reclame voor hun diensten. Sportjournalisten daarentegen lieten zich bij een voetbalwedstrijd die niet om aan te zien was, steevast ontvallen dat het wel schaken leek.
Misschien verbeeld ik het me, maar het lijkt wel of de negatieve connotatie inmiddels tot het verleden behoort. Je hoort dergelijke raillerende geluiden niet of nauwelijks meer. Zou het beeld van oude, lusteloos met houtjes schuivende mannen inderdaad verdwenen zijn?
Lees meer >