HDC Media schaakrubriek 16 juni 2012
Johan Hut
Andersson vindt schaken nog steeds leuk
Levende legende, dat is een bijzonder figuur in de schaakwereld. Er zijn er niet zo veel van. Niet iedereen die ooit aan de wereldtop heeft gestaan, wordt zo genoemd. Je moet respect afgedwongen hebben. De generatie 1950/51 heeft nogal wat levende legenden opgeleverd: Karpov, Timman, Ljubojevic, Andersson. Eerder natuurlijk Kortchnoi en van latere jaren misschien Beljavski en Joesoepov. Niet Short, vijftig is wel de minimumleeftijd. Het is heel moeilijk om een levende legende te worden, maar de taak die je voortaan moet vervullen is eenvoudig. Je speelt je partijen (uitslag is niet zo belangrijk), analyseert na afloop met je tegenstander en geeft luchtig antwoord op vragen van omstanders die je niet kent. Die hebben dan de dag van hun leven en zeggen thuis en op hun werk: “Ik heb gewoon met hem gepraat en dit is echt wel een levende legende.”
Lees meer >