De Magnus Carlsen invitational is gewonnen door Magnus Carlsen. Nadat de eerste drie partijen van zijn finalematch tegen Hikaru Nakamura in een witoverwinning waren geëindigd wist hij de laatste partij met veel moeite remise te houden en zo de match met 2.5-1.5 te winnen. Daarmee won de nummer 1 op de rapidratinglijst naast de eer ook 70.000 dollar (maar geen ratingpunten).
Voordat ik de partijen bespreek eerst even over het toernooi zelf. Carlsen was zelf heel tevreden over hoe het gegaan was (los van zijn eigen overwinning), de commentatoren waren ook enthousiast en ik ben het met ze eens: ik heb me zeer vermaakt met de partijen (en hun commentaar) de afgelopen twee weken. Dan is de vraag: was dit toernooi er bij gebrek aan beter of is het een blijvertje. Ik denk zelf het laatste. Er zijn wat nadelen aan online spelen: natuurlijk de mogelijkheid tot valsspelen (maar dat speelt bij een toptoernooi als dit niet zo) en mogelijke technische problemen (zoals in dit toernooi Firouzja die tegen Nakamura in gewonnen stelling door zijn vlag ging door een probleem bij chess24.com, met een halfje werd afgescheept na lange discussies en vervolgens met 0.5-3.5 verloor). Ook kunnen tijdsverschillen voor een niet helemaal gelijke strijd zorgen: de een speelt vroeg in de ochtend, de ander gewoon overdag, weer een ander ’s avonds laat. Maar er is (los van dat iedereen gewoon thuis kan spelen) ook nog een groot voordeel aan het formaat. De emoties! Bij een normale partij zie je die ook wel, maar houden spelers zich vaak in, want de tegenstander kijkt mee. Maar bij dit toernooi hoefde je heel vaak niet eens naar het bord te kijken om te zien dat er bij iemand iets was misgegaan. Hoofd schudden, handen omhoog gooien in wanhoop, maak een compilatie en je hebt een kijkcijferkanon op YouTube! (ik heb het maar meteen als idee gesuggereerd aan Chess24).
Carlsen en Nakamura hadden in de roundrobin ook tegen elkaar gespeeld en toen werd het vier keer 1-0 (en in de armageddonpartij nog een keer). Alsof ze bezig waren met een recordserie (misschien waren ze dat ook wel) eindigden de eerste drie partijen van de finale ook in 1-0. In de eerste partij leek er niets aan de hand voor Nakamura:
Zwart aan zet, weinig pionnen op het bord, actieve toren, moet toch remise te houden zijn. Maar Carlsen is in zijn element in dit soort eindspelen en wist van bijna niets iets te maken. Hij won een pion, het was nog steeds remise maar na een fout van Nakamura niet meer. In de tweede partij was het juist Carlsen die een grote fout in het eindspel maakte.
Hoe moet zwart terugslaan, met de e- of g-pion? Carlsen sloeg vrij vlotjes met de e-pion terug, mogelijk met de bedoeling om het paard op e6 te zetten. Probleem is dat het pionneneindspel dan voor zwart verloren is (en het paardeindspel dat ook bleek). Na 36…gxf5 had zwart nauwelijks meer slechter gestaan.
In de derde partij gaf Carlsen twee stukken voor toren en twee pionnen. Nadat (met onnodige medewerking) de zware stukken van zwart waren geruild stond het zo:
Lees meer >