Column 36 Het smalle spoor naar remise
In een eerdere column verhaalde ik over het WK-studententeams dat in 1981 in het Oostenrijkse Graz gespeeld werd. Zoals ik toen al schreef zag dat wereldkampioenschap er heel anders uit dan tegenwoordig het geval is. Indertijd was er sprake van een teamwedstrijd waarin landenteams onder 27 jaar het tegen elkaar opnamen. Ons team bestond uit John van der Wiel, Han Janssen, Rudy Douven, Johan van Mil en ondergetekende. We deden het bepaald niet slecht, hoewel we uiteindelijk eindigden op een plaats die lager was dan waarop we meenden recht te hebben.
We kregen vrijwel alle toplanden te bestrijden terwijl we zwakkere landen, zoals destijds Indonesië, gedecideerd met 4-0 terugwezen. Dan is het vreemd als je in de slotklassering jezelf onder deze natie ziet eindigen. Dat is een van de grote nadelen van het Zwitserse systeem voor landenteams. Als mijn geheugen mij niet in de steek laat, verloren wij in de laatste ronde met het kleinst mogelijke verschil van een sterk schaakland als Hongarije terwijl Indonesië een schaakdwerg met 4-0 oprolde en mede daardoor boven ons wist te eindigen.
Een memorabel moment was onze wedstrijd tegen de Verenigde Staten. Dat is van oudsher een sterk schaakland, mede door het grote aantal Russische emigranten. We kwamen in deze wedstrijd op een 2½-½ op achterstand omdat ikzelf ten onder ging tegen Bass en Janssen in een gelijke stelling misgreep tegen Kudrin. Daar kwam een aardige tactische wending aan te pas.
Deze stelling is volkomen gelijk. 33… Pxd5?? Een verschrikkelijke blunder, in meerdere opzichten. [Na 33… Dxa3 34. bxa3 Te2 heeft zwart absoluut niets te vrezen.] 34. Txf7+! De weerlegging is echter veel sterker en mooier. [Het idee moest zijn dat zwart na 34. Lxd5 Te2+ 35. Lg2 een tegenaanval zou krijgen met 35… De4 maar dat klopt ook al niet: 36. Ta8+ Ke7 37. Da7+ Kf6 38. Dg1 -> en wit blijft een stuk voor, hoewel de winst nog niet zo eenvoudig zal zijn af te dwingen.] 34… Kg8 [Nu faalt 34… Kxf7 opzichtig op 35. Lxd5+ met damewinst.]
35. Te7! En die is ook erg fraai! 1-0
Dat was niet best, de wedstrijd was al verloren omdat Douven een remise moest laten noteren.
Er was echter nog een partij bezig, die aan het eerste bord tussen de twee ‘Johnnen’, John van der Wiel en John Fedorowicz. Onze landgenoot had een variant van de Siciliaanse Rauzer thuis grondig geanalyseerd en hij had geconcludeerd dat hij in het voordeel kon komen, ondanks de grootscheepse vereenvoudigen in de stelling. Na 40 zetten was er een kansrijk toreneindspel voor hem ontstaan. Dat mondde uit in een spannende wedloop waarin wit zijn toren voor een gevaarlijke zwarte vrijpion moest geven. Ondertussen rukte wit op met twee pionnen, waar zwart ook zijn toren voor moest inleveren. Uiteindelijk kwam er een dame-eindspel op het bord waarin wit een a-pion meer had. Van der Wiel had al gekscherend tegen ons gezegd dat de stelling min of meer gedwongen uit de opening ontstaan was. En als hij dit eindspel tot winst zou voeren, zou in elk geval de Rauzer weerlegd zijn!
Het is mogelijk niet alle lezers duidelijk, maar in die tijd werden de partijen nog afgebroken. Het speeltempo bedroeg, als ik mij goed herinner, 2½ uur voor 40 zetten, daarna steeds een uur voor 16 zetten. Omdat er sprake was van een Zwitsers toernooi werd de partij voor een voorlopig halfje meegenomen in de paringen voor de volgende ronde. Ondertussen diende er elke ochtend en elke avond na de reguliere ronde weer verder gespeeld te worden. En dat zou de dagen die volgden meerdere malen gebeuren. De partij duurde uiteindelijk maar liefst 143 zetten, ik weet niet meer hoeveel zittingen er aan gespendeerd werden.
Wel weet ik dat de Amerikanen er veel aan gelegen was om de partij ook daadwerkelijk remise te gaan maken. Het was een soort prestigestrijd om te zien of het eindspel ook inderdaad te houden of niet. Van der Wiel wist ons te vertellen dat Timman een analoog soort eindspel een jaar eerder relatief eenvoudig had gewonnen van Gligoric (zie partij in de viewer). En er waren meer precedenten.
We kwamen er bij toeval achter dat de Amerikanen veel verder gingen dan we konden vermoeden. Ze ‘offerden’ een speler in het team op om het eindspel op de hotelkamer zo goed mogelijk uit te pluizen. Dat was Ron Henley die bleek te beschikken over meer dan uitstekende analysevaardigheden. Later zou hij zelfs benaderd worden door Karpov om in een team van secondanten mee te helpen bij een WK-match. Henley bleek zijn huiswerk bijzonder goed gedaan te hebben. Hij had namelijk weten uit te zoeken, waar de zwarte koning in dit type eindspel zich zou moeten ophouden. We moeten niet vergeten dat er in die tijd geen (sterke) computerschaakprogramma’s bestonden en al helemaal geen eindspeldatabase die dit soort eindspelen tot op het bot kan uitanalyseren. Er was weinig over bekend, en er waren al helemaal geen wetmatigheden geformuleerd. Wat ik ervan meegekregen heb is dat de zwarte koning bij een witte a-pion het beste staat op de velden h2 of h3. Dat heeft te maken met de winstmethode die wit heeft. Die is er op gebaseerd om de eigen dame zo goed mogelijk te centraliseren (waarbij de eigen pion gedekt blijft) om vervolgens met een lange koningsmars naar de vijandelijke koning toe te lopen. Het idee is dat hij dan op een gegeven moment een einde kan maken aan de lange reeks schaakjes door met dameruil te dreigen. In de partij van Timman is dat principe mooi te zien.
Henley had nog meer ontdekt. Omdat de Amerikanen ook wisten dat Van der Wiel het serieus zou gaan proberen, lieten ze de pion ‘min of meer’ vrijwillig van a2 naar a7 oprukken. Anders zou de partij nog veel langer hebben geduurd. En op dat moment moest Fedorowicz dan zijn koning op het juiste veld hebben staan om vervolgens de juiste schaakjes te gaan geven. Dat luisterde heel nauw (zoals de analyse hieronder aantoont).
Hoe dat moest, zal Henley hem tussentijds ook nog hebben moeten leren. Bij het naspelen van het slot van dit dame-eindspel heb ik de ‘tablebases’ eens geraadpleegd. En ik moet zeggen dat ik nu – na zoveel jaar – de hoed diep afneem voor wat de Amerikanen destijds hebben gepresteerd. Het was belangrijk wat Henley heeft gevonden, maar ik heb nog meer respect voor Fedorowicz die het in de praktische partij allemaal moest vinden. De kleinste onnauwkeurigheid zou hem de kop hebben gekost (ervan uitgaande dat Van der Wiel dan de winst zou vinden…) maar volgens de database vindt Fedorowicz het heel smalle spoor naar de remise. Ik heb de momenten waarin hij maar een goede zet heeft, van een uitroepteken voorzien en dat zijn er heel wat!
Zelf was ik ook gefascineerd geraakt door het eindspel en ik heb Van der Wiel zo goed mogelijk proberen bij te staan. Niet alleen in de analyse, maar ook met morele steun door met hem na het ontbijt mee te gaan naar de toernooizaal waar de heren in alle vroegte aan hun marathonzittingen begonnen.
Ik kan me herinneren dat ik Fedorowicz op een ochtend door de gang zag lopen met een grote pul bier in zijn hand. In zijn vette Amerikaanse accent vertrouwde hij mij toe: “I still have to defend this f*** endgame, tooooooo early in the morning…”.
63. c8D De enige winstkans. [Na promotie met de andere pion gaat alles van het bord. 63. a8D Txa8 64. Kxa8 e1D 65. c8D Da5+ 66. Kb8 Dxa2] 63… Txc8 64. Kxc8 e1D 65. a8D+ Wit haalt dame met schaak en hij heeft ook nog zijn pluspion behouden. Dit is het begin van een dame-eindspel met vrije a-pion waarin wit kansen lijkt te hebben, ook omdat hij meteen zijn dame kan centraliseren. 65… Kh2 66. Dd5 Dc3+ 67. Kd7 Dg7+ 68. Kc6 Dc3+ 69. Kb5 Db2+ 70. Kc5 Da3+ 71. Kd4 Da7+ 72. Kd3 Da3+ 73. Ke2 De7+ 74. Kd1 Da3 75. Dc4 Dd6+ 76. Kc2 Dg6+ 77. Dd3 Dc6+ 78. Kd1 Da8
79. a3 Eindelijk heeft wit een stapje kunnen doen met de pion. 79… Kg2 80. Kc2 Kf2 81. Dd4+ Kf3
82. a4 En nu staat de pion zowaar op a4. 82… De4+ 83. Kc3 Dc6+ 84. Dc4 Df6+ 85. Kb3 Db6+ 86. Db5 De3+ 87. Kc4 De4+ 88. Kc5 De5+ 89. Kc6 De6+ 90. Kc7 De7+ 91. Dd7 De5+ 92. Kb7 Db2+ 93. Db5 Dg7+ 94. Ka6 Dg6+ 95. Ka7 Dg1+ 96. Db6 Da1
97. a5 En weer een stapje naar voren. 97… Ke2 98. De6+ Kf1 99. Df5+ Ke1 100. Kb6 Db2+ 101. Kc6 Dc3+ 102. Kd6 Db4+ 103. Dc5 Db8+ 104. Ke7 Db7+ 105. Kf6 Df3+ 106. Df5 Da8 107. De6+ Kf1
108. a6 En alsof het allemaal voor niets is, mag de pion al naar de zesde rij. We werden steeds hoopvoller. 108… Kg1 109. Db6+ Kh2 110. Dc7+ Kg1 111. Dc5+ Kh2
112. a7 En nu staat hij zowaar op de voorlaatste rij. Maar nu blijkt dat de zwarte koning de juiste positie heeft ingenomen en nu volgt er een ‘regen’ van schaakjes waar de witte koning niet meer uitkomt. Een blik in de ’tablebases’ levert inderdaad op dat Henley uitstekend geanalyseerd heeft. De stelling is remise. 112… Dh8+ Het grappige is trouwens dat volgens de eindspeldatabase zwart steeds maar een, twee of drie goede zetten heeft, de rest verliest. Dat geldt op vrijwel alle zetten die vanaf nu volgen. Overal waar Fedorowicz maar een goede zet moet spelen, heb ik hem van een uitroepteken voorzien. 113. Kg5 Dg7+ 114. Kf5 Dh7+ 115. Kf4 Df7+ 116. Ke3 Db3+ 117. Ke4
117… Db7+! Dit is absoluut de enige zet. Fedorowicz weet exact wat hij doet! Ook in het vervolg weet hij het zeer smalle spoor naar de puntendeling te vinden. Hoe langer ik naar die tabellen zit te kijken, hoe formidabeler ik de prestatie van de Amerikaan begin te vinden. 118. Kd3 Da6+ 119. Ke3 De6+ 120. Kd4 Dg4+! Weer de enige zet. 121. Kc3 Df3+! 122. Kd2 Dg2+ 123. Ke1 De4+! 124. Kd1 Df3+! 125. Kc1 Dh1+ 126. Kb2 Db7+! 127. Ka3 Df3+! 128. Kb4 De4+! 129. Kb5 De2+ 130. Kc6 De8+ 131. Kb6 De6+! 132. Kb7 De4+ 133. Kc7 Dh7+! 134. Kc6 De4+! 135. Dd5 Da4+! 136. Kb7 Db4+! 137. Kc7 De7+ 138. Dd7 Dc5+! 139. Kb8 Df8+ 140. Dc8 Db4+! 141. Ka8 Kg1 142. Dc1+ Kf2 Hier vond Van der Wiel het welletjes. Humorist als hij altijd geweest is, breit hij er een grappig slot aan.
143. Db2+ Dxb2 ½-½
De analyse via de viewer: