De Telegraaf schaakrubriek 18 februari 2012

Hans Böhm

Paul van der Sterren

Bij de prijsuitreiking bleek dat vele kinderen remise hadden gekregen en sommigen hadden zelfs gewonnen! Paul van der Sterren, grootmeester en ooit in de race om het wereldkampioenschap, loopt nu met een glimlach rond. Niets kan hem meer deren als ex-schaker, weg is de spanning van het willen winnen, weg het heilige moeten. De kinderen drommen om ons heen, handtekeningen, vele vragen, samen op de foto; Paul ondergaat het allemaal met plezier.

Maar zo toegeeflijk is hij als profspeler nooit geweest. In zijn autobiografie Zwart op Wit, verslag van een schakersleven, beschrijft hij over 500 pagina’s zijn denken en doen en laten. Al zo’n tien jaar heeft hij de grote arena niet meer betreden. Het is een eerlijk verslag en het biedt een goede inkijk in de beslommeringen van het schakersbestaan.

‘Toch is het – gek genoeg – niet aan zulke partijen dat er iets in je veranderd is, dat je gegroeid bent.’ (na zijn winst op Boris Gelfand, OHRA 1989); ‘Als ik in Manilla een ballon was die langzaam tot het maximum werd opgeblazen en in Biel helemaal leegliep, dan was ik in Londen een stukje dun plastic dat zich afvraagt of het waar is dat het ooit een ballon is geweest.’ (na Londen Lloyd Bank Masters, 1992); ‘Is er een markt voor slechte en lelijke schaakpartijen:? Misschien.’ (Na zijn verlies tegen Andrew Hon, 1992); ‘Wat vind ik hiervan? Hoe kan ik hier iets anders van vinden dan dat het krankzinnig is? Is het nog niet genoeg dat de FIDE gek geworden is? Moeten we nu ook in Nederland het schaakspel te grabbel gooien?’ (reactie op het meespelen van een computer in het NK 2000).

Paul hield een dagboek bij, dat is duidelijk. Zijn overpeinzingen en beweegredenen zijn soms letterlijk uit het privé-archief overgeschreven. Het beeld ontstaat van iemand die uiterlijk rustig is maar van binnen laait het vuur. Dat had me niet moeten verbazen. We speelden eens een demonstratiepartij met levende stukken in Middeleeuwse kledij op het Marktplein in zijn geboorteplaats Venlo. De bedoeling is dat het leuk is voor de omstanders. Paul wilde vooraf geen remise afspreken zodat we ons op het commentaar konden concentreren. Hij verloor maar die ervaring heeft het boek niet gehaald.

Het hoogtepunt in zijn carrière was de kandidatenmatch tegen de Amerikaan Gata Kamsky in 1994. ‘Over het eindresultaat maak ik me weinig illusies. Samen met Anand en Kramnik geldt Kamsky als een van de kroonprinsen voor de wereldtitel.’ Die instelling, die zijn secondantenteam van vrienden niet heeft kunnen wegnemen, nekt hem in de eerste partij. (de aantekeningen zijn uit het boek).

P. van der Sterren – G. Kamsky

1.d4 Pf6 2.c4 g6 3.Pc3 Lg7 4.e4 d6 5.Pf3 0-0 6.Le2 e5 7.Le3 Pg4 8.Lg5 f6 9.Lc1 exd4 10.Pxd4 f5 11.0-0 Pc6?!

Maar hier kent hij zijn eigen kracht niet. Met het verrassende 11…fxe4 12.Lxg4 Lxg4 13.Dxg4 Lxd4 14.Dxe4 Pc6 zou hij het witte openingsvoordeel tot vrijwel nul hebben gereduceerd.

12.Pxc6 bxc6 13.exf5 gxf5 14.h3 Pf6?! 15.Lf3 Ld7 16.Lg5 Tb8 17.Dd2 De818.Ta-e1 Df7 19.b3 Kh8 20.Te2 Tb-e8 21.Tf-e1 Txe2 22.Txe2 Pg8?! 23.Lf4 Pe7 24.c5 Pg6 25.Lh5 Lc8?!

Ik verwachtte 25…Df6 waarop 26.Lxg6 hxg6 27.Pa4 of 26…Dxc3 27.Dxc3 Lxc3 28.Te8 wit groot voordeel geeft. De tekstzet verraste me en moet vooral op praktische en/of psychologische gronden gespeeld zijn, want objectief is hij zeker niet goed.

26.cxd6 cxd6 27.Lxd6 Td8 28.Pa4

Achteraf bleek dat 28.De1 wel zo eenvoudig is. Zwart heeft nauwelijks iets beters dan 28…Txd6 29.Te8+ Lf8 30.Txc8 waarna wit het stuk terugwint en het gemakkelijker heeft dan in de partij.

28…Df6 29.Db4 Txd6 30.Te8+ Lf8 31.Txc8 Kg7

(-) opgejaagd door de klok en misschien omdat ik gewoon niet kon geloven dat ik hier bezig ben om de eerste partij in een Kandidatenmatch soepeltjes te winnen, doe ik noch het krachtige 32.Dc3! noch een redelijke B-zet als 32.De1 maar speel ik a tempo het volstrekt onzalige

32.Db7+?? Kh6 33.Lf3 Ph4 34.Le2 Da1+ 35.Lf1 Pf3+! 36.gxf3 Tg6+

ik gaf op, verbijsterd. Wat was hier gebeurd?’

Het is knap dat Paul na deze desillusie de tweede partij overtuigend won maar hij verloor uiteindelijk kansloos (2,5 – 4,5).

Zwart op wit, uitgeverij New in Chess, 30,- euro is een uitzonderlijk boek van een praktiserend grootmeester die op zijn vijfenveertigste de speelzaal verliet en onlangs op zijn vijfenvijftigste weer terug kwam via de Amsterdamse club Caïssa. Onze beschermvrouwe wilde Paul nog niet laten gaan.

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.