De Telegraaf schaakrubriek 25 februari 2012
Hans Böhm
We hebben in Nederland nog steeds veel sterk bezette Open Toernooien: ‘Groningen’, ‘Hoogeveen’, ‘Zeeland’, ‘Amsterdam’ en ‘Leiden’. Daar ligt de bakermat voor ons eigen talent, daar kunnen Meester- en Grootmeesternormen gehaald worden. De regionale publiciteit is van groot belang voor de schaaksport. Bijna altijd is de winnaar van al deze genoemde traditionele evenementen een gerenommeerd Grootmeester en het zou een extra stimulans geven indien er naast het prijzengeld nog een plaatsje te verdienen is in een van de gesloten Grootmeestergroepen van het Tata-toernooi. Vaak zien we de winnaars wel terug in ons mooiste toernooi maar het is geen regel en juist die relatie tussen alle grote evenementen in Nederland zou nog meer talent aantrekken. Middels een Elo-ondergrens zou de kwaliteit van de spelers die Tata wenst gewaarborgd kunnen worden.
Vorige week liep Leiden af, met vier winnaars: de Grootmeesters Erik van den Doel en Namig Guliev (Azerbeidzjan), Internationaal Meester Michiel de Jong en Arthur Pijpers, zij scoorden 5 uit 6. De papieren favoriet en Nederlands Kampioen in 2008 en 2010 Jan Smeets, kwam daar direct achter met 4,5 punt, hij bleef ongeslagen maar speelde drie keer remise. Na een tie-break telling kreeg Van den Doel de overwinningsbeker. Het is jammer dat we hem zo weinig in het echte grote werk bezig zien. Evenals Sergei Tiviakov houdt Van den Doel zich iets te veel bezig met organisatorische zaken en dat wordt hen, door KNSB en toernooidirecties, niet in dank afgenomen. Toch zouden zij van tijd tot tijd de kans moeten krijgen om zich te bewijzen en dat is onder andere de motivatie voor de oproep in de inleiding.
E. van den Doel – T. Roorda, na 18…Da5-c5.
De toernooiwinnaar laat niet vaak een combinatoire wending lopen die mogelijk is vanwege een positioneel overwicht. Toch zien we maar al te vaak dat als die kans niet gegrepen wordt dat dan het voordeel verwatert.
19.Pxd5! exd5 20.e6 Pe5 21.exd7+ Pxd7 22.Ta-d1 Th8 23.Dxg6 Tf6 24.Dg4 Te8 25.h3 en zwart gaf op.
Van den Doel is ook sterk in de lijnrechte technische afwerking, hij blijft goed doorrekenen en laat zich niet afleiden door spoken.
E. van den Doel – A. Pijpers, na 32…Dd7-e6
In het algemeen is het paard sterker dan de loper met de dames op het bord en wit zou zich dan ook kunnen laten verleiden tot behoud van stellingvoordeel met een wachtzet als 33.g3. Maar Van den Doel gaat recht op zijn doel af.
33.Dxe6 fxe6 34.Pc8 Ld7 35.Pxa7 g5 36.c4!
Het paard lijkt ingesloten en de zwarte koning lijkt actief.
36…gxh4 37.b4 Kg5 38.c5 bxc5 39.bxc5 e5 40.c6 Le6 41.c7 h3 42.g3 Kg4 43.c8D Lxc8 44.Pxc8 Kf3 45.Pd6 e4
Ook 45…h2+ 46.Kxh2 Kxf2 47.Pe4+ verliest simpel.
46.Kh2 en zwart gaf op.
J. Smeets – S. Groot, na 23…Pe5-f7
Tot slot een aardig voorbeeld uit de serie ‘Meester tegen Amateur’. Zwart voert, ook met zijn laatste zet, een totale verdedigingstrategie. Alle stukken staan slechts te dekken, er gaat geen enkele kracht van de zwarte stelling uit. We genieten even mee met de vaste hand waarmee Smeets in luttele zetten van een mooie stelling een totaal gewonnen stelling maakt.
24.exf5 gxf5 25.f4
Waarmee alle zwaktes zijn vastgelegd, alle witte stukken optimaal meedoen (nu ook Lg2) en pion h5 zal vallen.
25…Lf8 26.Lf3 e5 27.Lxh5 Lg7 28.Lxf7
en zwart kreeg er genoeg van, na 28…Lxf7 29.Pxd6 kan wit kiezen aan welke kant van het bord hij de doodsteek gaat toebrengen.
We hebben ook enkele traditionele sterke Gesloten Toernooien: zoals het ‘Cultural Village-toernooi’ in Wijk aan Zee, het BDO-toernooi te Haarlem, de ‘Atlantis Meestertienkampen’ in Groningen en op dit moment loopt een grootmeestertienkamp in Amsterdam, het Bataviatoernooi.
