De tot standkoming van de zero tolerance regel

De totstandkoming van de zero tolerance regel

Een overzicht van totstandkoming

Er bestaat een plicht om op tijd te komen voor een schaakpartij. Het is namelijk onbeleefd om te laat te komen op een afspraak. Dat geldt vooral voor een sportwedstrijd. Een speler hoort zijn tegenstander niet te laten wachten. Doet hij dat wel, is dat een vorm van spelbederf. Het is onsportief. Echter, er kunnen omstandigheden zijn dat een speler te laat komt op de club: verplichtingen op werk, thuissituatie, opstoppingen in vervoer, etc. De speler die te laat komt biedt daarvoor aan de tegenstander zijn excuses aan en aan de wedstrijdleider.

Dit artikel is een vervolg op mijn artikel ‘Enkele beroemde gevallen van te laat komen’:

pijpersh.home.xs4all.nl/index.html?page=http://pijpersh.home.xs4all.nl/nl/schaakrecht/pdg/schaakrecht_pieter_106.html

In dit artikel geef ik een uitgebreid overzicht van de totstandkoming van de huidige zero tolerance regel, met voorbeelden die in die tijd actueel waren. Op die manier krijgt een lezer achtergrondinformatie.

In een volgend artikel geef ik voorbeelden van gevallen na de invoering van de draconische regel en geef ik antwoord op de vraag of een scheidsrechter bevoegd is af te wijken van de regel.

Overzicht van paragrafen:

1. De behoorlijkheidsnorm

2. Karpov – Anand 1998

3. Voorstellen tot wijziging FIDE-regels, zero tolerance

4. Olympiade Dresden 2008

5. Het verslag van de Regels en Toernooi Reglementencommissie van de FIDE

6. De opvatting van Stewart Reuben

7. De presidentiële raad in Istanbul maart 2009

8. De opvatting van Shaun Press

9. De opvatting van Gijssen

10. Mijn commentaar: een bureaucratische regel

1. De behoorlijkheidsnorm

Een schaker moet op tijd te komen voor een schaakpartij. Afspraak is afspraak. Mensen horen op tijd te komen. Het is onbeleefd om voor een afspraak te laat te komen. Dat geldt vooral voor een sportwedstrijd. Een speler hoort zijn tegenstander niet te laten wachten. Doet hij dat wel, is dat een vorm van spelbederf.

Indien bijvoorbeeld is aangekondigd dat een schaakpartij op de vereniging om 20.00 uur begint, horen de spelers op dat tijdstip aanwezig te zijn. Is dat niet zo, is dat onfatsoenlijk of onbehoorlijk. Of, beter geformuleerd: te laat komen is onsportief.

Echter, er kunnen omstandigheden zijn dat een speler te laat komt op de club: verplichtingen op werk, thuissituatie, opstoppingen in vervoer, etc. De speler die te laat komt biedt daarvoor zijn excuses aan aan de tegenstander en aan de wedstrijdleider. Ik heb het wel eens vaker geschreven:

‘Als iemand iets organiseert en daarvoor gasten uitnodigt, hoort de gastheer ruim op tijd te zijn. Hij hoort namelijk zijn gasten te verwelkomen. Dan is het niet netjes indien hij te laat komt. Toch kan het gebeuren dat door omstandigheden een gastheer te laat komt. Dan verontschuldigt hij zich voor zijn gasten.

Gasten horen ook op tijd te komen. Als zij te laat komen, verontschuldigen zij zich ook. Maar, de gastheer is op dit punt beminnelijk. Uiteraard toont hij begrip voor fileproblemen, voor het niet kunnen vinden van de plek of voor allerlei andere vormen van ongemak.’

Zie:

pijpersh.home.xs4all.nl/index.html?page=http://pijpersh.home.xs4all.nl/nl/schaakvaria/artikelenbw/groot_de_10.html

Het is dus voor de thuisspeler een behoorlijkheidsnorm om op tijd te komen. Indien de tegenstander te laat komt is het voor de thuisspeler een vorm van behoorlijkheid om tolerant te zijn, om begrip te tonen.

Echter, voor sommigen is het begrip om te laat te mogen komen, verworden tot een recht op te laat komen. Het is een verworven recht geworden. Indien een schaker meent dat hij het recht heef om te laat te komen, is dat een onjuiste opvatting. Het te laat mogen komen is bedoeld voor een uitzonderingsgeval.

Ik ben bang dat dit onderscheid onvoldoende helder is voor schakers. Met als gevolg dat schakers nodeloos te laat komen. Dat is onsportief.

Bij teamsporten komt het probleem van te laat komen minder voor dan bij schaken omdat het gaat om een teamsport en omdat er van te voren een gezamenlijke warming up is. Men houdt er al rekening mee dat men een half uur van te voren aanwezig moet zijn.

2. Karpov – Anand 1998

Wit: Anatoly Karpov (2735)

Zwart: Viswanathan Anand (2770)

Wereldkampioenschap 1998

Lausanne, Olympic Museum

Zwitserland

2 januari 1998

Eerste ronde

Volgens het protocol van het wereldkampioenschap 1998 zal de president van de FIDE, Kirsan Ilyumzhinov, de openingszet verrichten in de eerste ronde. Behalve de verzamelde wereldpers is ook aanwezig de president van het Internationaal Olympisch Comité, Juan Antonio Samaranch. De president heeft hem uitgenodigd om het IOC ervan te overtuigen dat schaken sport is. Echter, Karpov verschijnt tien minuten te laat aan het bord. Door dit voorval is de president zeer ontstemd, want bij welke sport kan een speler te laat komen, zo meent hij.

Laten we wel wezen, de president heeft groot gelijk. Het is hoogst onbehoorlijk – hoogst onsportief – wat Karpov heeft gedaan.

3. Voorstellen tot wijziging FIDE-regels, zero tolerance

Al in 2004 werden er veel voorstellen ingediend om dit artikel te wijzigen. Een daarvan was het invoeren van de reglementaire nul bij niet verschijnen aan het bord. Afgesproken werd om het artikel niet te veranderen, vgl. Gijssen, november 2004, The 75th FIDE congress.

Gijssen snijdt in 2007 de vraag aan waarom we de partij niet verloren verklaren voor een speler die bij het begin van de partij afwezig is? Hij kent geen andere sport die het een sporter toestaat afwezig te zijn bij het begin van de wedstrijd. Bovendien is het een teken van disrespect voor de tegenstander, de organisator en de sponsor. Er kunnen gevallen zijn van ‘overmacht’, maar daar is een scheidsrechter voor, die het recht heeft anders te beslissen, zo meent hij. Gijssen zal dit onderwerp agenderen voor de komende vergadering van de regelscommissie van de FIDE, vlg. Gijssen, oktober 2007, Controversial decisions.

In december 2007 dient Gijssen bij de regelscommissie van de FIDE het volgende voorstel in tot wijziging van de FIDE-regels: ‘Een speler verliest de partij als hij meer dan vijftien minuten na het vastgestelde aanvangstijdstip van de wedstrijd aan het bord verschijnt, tenzij de regels van de wedstrijd anders bepalen of de arbiter beslist,’ Gijssen, december 2007, Revising the laws of chess.

4. Olympiade Dresden 2008

Op de Olympiade Dresden 2008 wordt een pilot, een experiment, gehouden. De toernooiregels bevatten de zero-tolerance regel. Een speler mag nul minuten te laat komen. De resultaten van de pilot worden bericht aan de presidentiële raad van de FIDE.

Het leidt onder meer tot de volgende gevallen.

Wit: Roger Matoewi (2182, Suriname)

Zwart: Amon Simutowe (2463, Zambia)

38ste Olympiade

Dresden, 23 november 2008

De witspeler verschijnt enkele seconden te laat aan het bord. Zwart vraagt of de partij toch mag worden gespeeld. Maar, de scheidsrechter beslist 0-1.

Wit: FM Warren Elliot (2264, Jamaica)

Zwart: GM Evgeny Ermenkov (2465, Palestina)

38ste Olympiade

Dresden, 25 november 2008

Zwart is aan het bord geweest, maar ontdekt dat zijn pen het niet doet. Als hij dertig seconden afwezig is geeft de hoofdscheidsrechter het sein te beginnen. De scheidsrechter geeft zwart een reglementaire nul. Na discussie herziet hij zijn beslissing en bepaalt dat de partij moet doorgaan. Tegen die beslissing tekent wit bezwaar aan. Ondertussen begint de partij:

1. e4 c6 2. Pe2 d5 3. e5 c5 4. d4 Pc6 5. c3 cxd4 6. cxd4 Lg4 7. Pbc3 e6 8. Le3 Pge7 9. Db3 Dd7 10. Pg3 Pf5 11. Pxf5 Lxf5 12. Le2 Le7 13. 0-0 Tf8.

De hoofdscheidsrechter, Ignatius Leong tevens secretaris-generaal van de FIDE, verklaart het bezwaar gegrond, en stelt de partij op 1-0.

Wit: Jean-Pierre Moulain (2239, Gabon)

Zwart: Michael Smith (geen rating, US Virgin Islands)

38ste Olympiade

Dresden, 25 november 2008

Het Gabon team dat uit drie spelers bestaat is aanwezig om 10.00 uur. Dat is het tijdstip waarop de partijen horen te beginnen. De spelers hebben elkaar al een hand gegeven. Echter, de scheidsrechter roept om dat de wedstrijd even wordt uitgesteld. Dat is voor wit reden snel naar toilet te gaan. Als hij terugkomt ziet hij dat hij de partij reglementair heeft verloren. ‘Welke son of a bitch heeft dit gedaan?’ roept hij uit. Zijn bezwaar wordt ongegrond verklaard. Dat is voor de overige teamleden reden op te staan en de speelzaal te verlaten. Uitslag 0-4.

5. Het verslag van de Regels en Toernooi Reglementencommissie van de FIDE

De regelscommissie van de FIDE onder voorzitterschap van Gijssen, heeft tot taak voorstellen in te dienen over wijzigingen van de FIDE-regels. Zij dient die in bij de Raad van Bestuur van de FIDE, die op zijn beurt deze voorlegt aan de Algemene Vergadering. De Algemene Vergadering is beslissingsbevoegd, niet de Raad van Bestuur en ook niet de regelscommissie.

Verslag van Gijssen (minuten van de Algemene Vergadering, blz. 9 tot 10) van november 2009, bijlage 59.

Aan het definitieve voorstel tot wijzigingen van de FIDE-regels zijn vele maanden van voorbereiding vooraf gegaan. De heer Gijssen dankt allen die daaraan hebben bijgedragen.

‘Er is één belangrijk punt waarover nog moet worden besloten, te weten artikel 6.7 over het te laat komen. De heer Makropoulos deelt mee dat de Raad van Bestuur heeft aanbevolen dat op alle toernooien er nul minuten te laat mag worden gekomen. En dat daarop geen uitzondering mag worden gemaakt. Echter, dit is een onderwerp waarover goed moet worden nagedacht. Hij stelt voor de Presidentiële Raad de bevoegdheid te geven over dit onderwerp de eindbeslissing te nemen na een zorgvuldige discussie in de raad. Als we voor nul minuten gaan doen we dat zonder een uitzondering. De groepsarbiters op de Olympiade ontvangen hierover een enquête en hun meningen worden aangeboden aan de Presidentiële Raad.

De President zet uiteen dat hij over dit onderwerp een duidelijk standpunt heeft. Als de FIDE een serieuze en sterke organisatie wil worden en opgenomen wil worden in de Olympische Spelen, moet zij respect tonen en de nul minuten regel invoeren bij te laat komen. In andere sporten is het onmogelijk om bij competities te laat te komen. De regel geldt van toernooien op scholen tot het wereldkampioenschap. De President geeft voorbeelden van gevallen waar het imago van de FIDE was beschadigd omdat de spelers te laat verschenen aan het bord.

De heer Makropoulos verklaart dat de scheidsrechters een voorstander zijn van het voorstel. Echter, we moeten ook rekening houden met de spelers. De President heeft zijn standpunt, maar we moeten wachten op de reacties van de spelers en daarna zal de President zijn voorstel indienen in de Presidentiële Raad. Daarna wordt een beslissing genomen,’ aldus het verslag.

6. De opvatting van Stewart Reuben

Tijdens de Algemene Vergadering in 2008 wordt het voorstel van Makropoulos behandeld. Bij de minuten van het 79ste FIDE Congres, Dresden, november 2008, is een bijlage met de opvatting van Stewart Reuben, secretaris van de regelscommissie van de FIDE. De tekst daarvan had hij kort daarvoor geplaatst op een Engels schaakforum. Voor het nemen van een besluit hebben de leden van de Algemene Vergadering kennis kunnen nemen van de opvatting van Reuben.

De tekst van Reuben op het schaakforum:

‘De uiteindelijke regel moet er nog komen. Dan zullen we een voorstel doen voor een passende regel die voor iedereen geldt. Ik weet niet of dat voorstel een bevoegdheid zal inhouden voor de scheidsrechter zoals in de huidige FIDE-regels (die tot 2009, PdG) voorkomt. Het is moeilijk voor te stellen hoe een scheidsrechterlijke bevoegdheid vorm te geven als de norm nul minuten is. Ik zie niet hoe de nul minuten regel kan worden uitgevoerd op een toernooi waar een scheidsrechter toezicht houdt over meer dan ongeveer vijf partijen. Stelt u zich dat eens voor in de Engelse competitie. Ik zie niet hoe daar een scheidsrechterlijke bevoegdheid kan bestaan bij de nul minuten regel. Een speler weet dat hij heeft gewonnen. Nu zegt de scheidsrechter: ‘Oh, nee. Uw tegenstander heeft een goede reden voor te laat komen. Hij heeft zojuist het leven gered van de president van de FIDE en daarom is hij een minuut te laat.’ Het is psychologisch erg storend als je weet dat je hebt gewonnen en daarna je wordt verteld dat je toch moet spelen.

Trouwens, het Commonwealth Kampioenschap in Maleisië van 14-21 juli 2008 heeft de zero tolerance regel voorgeschreven. Ik zou echt de zero tolerance willen propageren voor het komende supertoernooi van acht spelers in Londen, aanstaande december. Ik wou dat ik in 1983 hieraan had gedacht toen Zoltan Ribli in elke ronde op onbehoorlijke wijze te laat kwam.

Bedenk dat toernooien waar geen FIDE-ratingen kunnen worden gehaald, niet verplicht zijn de FIDE-regels strikt te volgen. Ik moet zeggen dat zero tolerance zonder dat de organisator bevoegd is daarvan af te wijken, wellicht zal leiden van 10 tot 20 % minder schaakpartijen met FIDE ratingen. Het worden er in ieder geval minder. Ik denk dat de zero tolerance met organisatoren die wel bevoegd zijn anders te beslissen zullen leiden tot 5% minder partijen.

Wat betreft de vraag of de regel nu al in werking is getreden merk ik op dat in de bijzondere regels zoals die voor de Schaakolympiade nog steeds de oude versie geldt. Het Handboek van de FIDE vermeldt bij reglement voor Schaakolympiade:

‘7.4 Begin en einde van de wedstrijd

Vijf minuten voor het begin moet de Toernooidirecteur het begin van de wedstrijd aankondigen door middel van een akoestisch signaal.

Het begin van de wedstrijd wordt aangekondigd door middel van een akoestisch signaal. Zodra het signaal voor het begin van de ronde is gegeven moet de tegenstander de klok van de speler met de witte stukken in beweging brengen. Als de speler met de zwarte stukken op het afgesproken tijdstip niet aanwezig is, brengt de speler met de witte stukken de klok van zwart in beweging zonder dat wit een zet doet. Pas wanneer de speler met de zwarte stukken komt, brengt zwart de klok van wit in beweging en doet wit een zet. Indien beide spelers afwezig zijn, brengt de scheidsrechter de klok van wit in beweging. Elke speler die meer dan een uur te laat aan het bord verschijnt verliest de partij. Wanneer beide spelers meer dan een uur te laat komen, wordt de partij voor hen beiden verloren verklaard.’

Echter, tijdens de Schaakolympiade in Dresden 2008 kregen ongeveer twintig spelers een nul vanwege te laat komen. Onder wie Ermenkov, die zo hoorde ik, het bord voor twintig seconden verliet om een nieuwe pen te halen bij de wedstrijdtafel toen de gong werd geluid.

Men vraagt zich af wat de toekomst zal brengen voor de spelers op een toernooi. Worden aanbevelingen spoedig regels die strenge straffen inhouden? Hierna volgt een aanbeveling waarvan sommige schakers slapeloze nachten kunnen krijgen:

01. Aanbevelingen voor het organiseren voor toernooien op topniveau

De Commissie voor Public relations, Voorlichting en Statistische gegevens (Commission on Chess Publication, Information and Statistics, CHIPS) benadrukt dat het nodig is dat schakers meer aandacht moeten schenken aan de manier waarop zij optreden. Het beeld dat een schaker oproept, moet zijn dat van waardigheid. Netjes gekleed gaan laat niet alleen respect zien voor de tegenstander, maar ook voor dat voor de sponsors, voor potentiële sponsors of voor anderen, om te laten zien dat het voor hen de moeite waard is hun geld te investeren in het schaken. Zo hebben bijvoorbeeld sommige bonden in hun toernooireglementen opgenomen dat het verboden is slippers, T-shirts zonder mouwen en vesten te dragen. Degenen met onverzorgde en vette haren ontvangen een waarschuwing evenals diegenen die oude en kapotte broeken dragen of in het algemeen kapotte kleren dragen.’ aldus Stewart Reuben.

7. De opvatting van Shaun Press

Op de weblog van Shaun Press van 15 december 2008 staat onder meer het volgende.

Nadat Press uiteenzet dat Karpov in 1988 de president van de FIDE heeft laten wachten, vervolgt Press:

‘Kennelijk heeft Kirsan dit voorval al die jaren opgekropt, heeft hij in plaats van Karpov te straffen voor diens lichtzinnigheid, besloten om ons allen daarvoor te straffen.

Het meest storende aan het doordrukken van de regel over het te laat komen (afgezien van de rol van Ilyumzhinov om per decreet te heersen, een houding die helaas de meesten in de FIDE aanvaarden) is dat de FIDE haar rol als orgaan dat bevoegd is schaakregels op te stellen, verwart met dat van het organiseren van toernooien en wedstrijden.

De FIDE heeft duidelijk de bevoegdheid de voorwaarden te bepalen waaronder haar wedstrijden (het Wereldkampioenschap, Olympiade etc.) worden gehouden, en dat houdt ook in het maken van regels over te laat komen en de puntentelling. Maar om daarvoor als instrument de FIDE-regels te gebruiken, is eenvoudigweg onjuist.

De meeste schaakwedstrijden worden niet door de FIDE georganiseerd, iets waarvan ik niet weet of de FIDE (en de regelscommissie van de FIDE) dat wel weet. Voor schaken op een vereniging of een school kunnen de organisatoren gewoon bepalen dat ze de meest bizarre voorschriften van Kirzan kunnen negeren, maar zodra je titel- of rating gerelateerde toernooien organiseert, wordt het lastiger om te weigeren de regels uit te voeren.

Indien het toernooi wordt gehouden onder de eigen voorwaarden, zijn er voor een organisator twee factoren waarmee rekening moet worden gehouden. Of de FIDE weigert de ratingen van het toernooi te aanvaarden, of vroeg of laat eist een botterik dat de toernooiregels wijken voor de FIDE-regels, zodat de FIDE-regels voor gaan. En claimt deze de winst omdat de tegenstander tien seconden te laat verscheen aan het bord. In dat geval is elke uitslag niet goed voor de organisatoren, en tot op zekere hoogte ook niet voor de FIDE.

Waarom het niet goed is voor de FIDE? Omdat hoe vreemder de regels, hoe gemakkelijker het wordt voor de schakers deze te negeren, met als gevolg gebrek aan uniformiteit tussen de verschillende landen. Maar het is goed om op te merken dat in Amerika de afgelopen 50 jaar niet-dezelfde-FIDE-regels gelden. En er is niemand die dat erg vindt,’ aldus Shaun Press.

8. De presidentiële raad in Istanbul maart 2009

De Algemene Vergadering in Dresden in november 2008 wil voorkomen dat een eindeloze discussie wordt gevoerd. Zij aanvaardt het voorstel van Makropoulos en geeft de presidentiële raad van de FIDE de bevoegdheid in februari of maart 2009 te beslissen hoe de regel moet luiden.

Anders dan Press meent, is de presidentiële raad daartoe wel bevoegd geworden. Ter verduidelijking. Op grond van de statuten is de Algemene Vergadering bevoegd tot wijziging van de FIDE-regels en is een raad van bestuur van de FIDE of de presidentiële raad van de FIDE daartoe niet bevoegd. Echter, indien de Algemene Vergadering in een specifiek geval die bevoegdheid wel overdraagt is de presidentiële raad wel bevoegd. En moet de Algemene Vergadering niet zeuren dat de uitkomst haar niet bevalt. Dan had zij die bevoegdheid maar niet moeten overdragen.

In Istanbul komt de presidentiële raad van 5 tot 8 maart 2009 bijeen. Daar wordt het huidige artikel 6.6a van de FIDE-regels vastgesteld.

De Engelse tekst luidt:

‘Any player who arrives at the chessboard after the start of the session shall lose the game. Thus the default time is 0 minutes. The rules of a competition may specify otherwise.’

De Nederlandse vertaling:

‘Een speler verliest de partij als hij na het begin van de zitting voor het eerst aan het schaakbord verschijnt. Dat houdt in dat men niet te laat mag komen. In het toernooireglement mag dit anders omschreven worden.’

9. De opvatting van Gijssen

Op ChessVibes op 1 juli 2009, ‘The new Laws of Chess: what has changed?’ legt Gijssen aan Peter Doggers uit wat de wijziging inhoudt.

Volgens Gijssen is er door de wijziging in feite niet zo veel veranderd. ‘Organisatoren van toernooien kunnen nog steeds de regel veranderen. Of de regel luidt één uur of nul minuten, in beide gevallen is het overgelaten aan de organisator om te beslissen. Hij kan besluiten tot bijvoorbeeld vijftien minuten.’ Het onderdeel van de ‘zero tolerance’ regel ‘Een speler verliest de partij als hij na het begin van de zitting voor het eerst aan het schaakbord verschijnt’ kan nog steeds leiden tot geschillen, omdat het niet duidelijk is of een speler feitelijk moet zitten achter zijn bord tot dat de ronde officieel is begonnen. Zo is het volgens journalist IM Stefan Löffler voor de Duitse schaakbond voldoende wanneer een speler zich bevindt in het spelersgebied, een gebied inclusief toiletten, catering e.a.’ Het wordt organisatoren aangeraden hierover duidelijkheid te verschaffen in hun toernooireglementen.

Gijssen vervolgt: ‘Ik wil er graag op wijzen dat de belangrijkste wijziging volgens mij is dat in de nieuwe FIDE-regels de passage is geschrapt die luidt: … of de arbiter anders beslist. Dit betekent dat een scheidsrechter niet meer kan beslissen dat sprake was van een geval van overmacht, van een buitengewone situatie, dat het mogelijk maakt te spelen ook al komt iemand meer dan een uur te laat.’

‘Overigens, de genoemde passage ‘… of de arbiter anders beslist’ is ook van toepassing indien beide spelers te laat komen. Bijvoorbeeld, het toernooireglement regelt dat een speler zijn partij verliest als hij vijftien minuten te laat komt. Stelt dat beide spelers tien minuten te laat komen. In dat geval kan de scheidsrechter de bedenktijd voor beide spelers met vijf minuten verminderen, in plaats van alleen tien minuten in mindering te brengen op de witspeler.’

Verwacht mag worden dat veel organisatoren van toernooien of zelfs van competities zich niet druk maken om alle details van de FIDE-regels na te gaan, en eenvoudig verwijzen naar de toepasselijkheid van de FIDE-regels. In een worst-case scenario reist een clubspeler een aantal uren om met zijn team ergens ver weg te spelen, komt twee minuten te laat, en ontvangt een nul om tot slot de trein terug te nemen naar huis.

Gijssen: ‘Inderdaad, maar dan moet men niet de FIDE-regels de schuld geven, men moet het de organisator aanrekenen die niet heeft nagedacht en de scheidsrechter op het toernooi die er niet op heeft gewezen dat sinds 1 juli een nieuwe situatie bestaat. In het algemeen meen ik dat organisatoren meer moeten nadenken hoe zij de regels vanaf heden zullen toepassen. Neem bijvoorbeeld artikel 9 dat inhoudt dat de FIDE-regels voor het eerst officieel toestaan de zogenoemde Sofia regel toe te passen. Een organisator van toernooi moet zelf uitmaken of hij de Sofia regel wil toepassen.’

10. Mijn commentaar: een bureaucratische regel

Het verkooppraatje van Gijssen deugt niet. Hij doet het voorkomen alsof er weinig is veranderd. Dat is niet zo.

Dat de zero tolerance regel geldt voor de beroepsschakers, daarover maak ik mij niet druk. Per slot van rekening moeten de beroepsschakers maar voor zichzelf opkomen, daarvoor zijn ze georganiseerd in een belangengroepering. Daar komt bij dat ook in het dagelijks leven voor mensen die werken geldt, dat zij op tijd moeten komen op hun afspraken. Als iemand te laat komt, kan dat ook ernstige gevolgen hebben. Dus, waarom zou dat anders moeten zijn voor professionals bij het schaken? Ik heb ook de indruk dat de beroepsschakers onvoldoende hebben begrepen dat op tijd komen een kwestie is van sportiviteit, van behoorlijkheid. Als tegenreactie komt het vaker voor dat de politiek (wij allen hebben de politici gekozen) het instrument van drastische regelgeving toepast. Het is ‘de wal die het schip keert,’ met als gevolg een keiharde regel zonder een hardheidsclausule.

Wat mij wel tegen de borst stuit, is dat deze zero tolerance regel ook geldt voor amateurs. Dat is absurd. En de verontwaardiging daarover is terecht.

Als een schaakvereniging, een toernooi organisatie, een regionale of een landelijke bond geen afwijkende regel maakt, geldt de draconische regel. Want er zullen altijd spelers zijn die zich op de reglementaire nul beroepen. Dit geeft grote spanningen bij het amateur schaken. Omdat daar schaken meer is dan alleen wedstrijdschaak. Voor velen is het ook een sociale aangelegenheid. In zo’n klimaat past geen draconische maatregel.

Vandaar dat organisatoren die de stipte regel niet wensen, afwijkende regels moeten maken. Er zijn wereldwijd wellicht zeven miljoen schakers. Ik weet niet hoeveel daarvan zijn aangesloten bij een vereniging. Het aantal reglementen dat moet worden gewijzigd is wellicht 50.000. Het gevolg is dat een ongekende bureaucratie op gang komt van wijziging van reglementen, vergadertijd, tijd algemene ledenvergadering, geruzie. Omgerekend in uren gaat het al gauw wereldwijd om in het gunstigste geval een half miljoen uren. (Stel, dat er 50.000 reglementen moeten worden gewijzigd; elke vereniging, organisatie besteedt daar aan vrijwilligerswerk tijd aan. Als de tijd van alle deelnemers wordt opgeteld komt men per reglement al gauw op tien uur aan.) Tijd en energie die beter aan iets anders had kunnen worden besteed.

De regelscommissie van de FIDE had moeten voorstellen het FIDE-toernooireglement aan te passen en de zero tolerance regel daarin op te nemen. Nu heeft zij daarvoor de FIDE-regels misbruikt. De commissie had rekening moeten houden met het feit dat organisatoren ook niet altijd alle wijzigen van de regels kunnen bestuderen. Het leven is voor hen al juridisch ingewikkeld genoeg.

De Engelse tekst van de zero tolerance regel is enerzijds knullig geformuleerd, maar anderzijds wel duidelijk: ‘Derhalve bedraagt de tijd om te laat te komen nul minuten.’ Het brengt tot uitdrukking dat een speler aan het bord moet zijn bij het begin van de wedstrijd. Ik ben het dan ook geheel eens met de beslissingen die de scheidsrechters hebben genomen op de Olympiade in Dresden. Bedacht moet worden dat een scheidsrechter slechts de regels uitvoert die democratisch tot stand zijn gekomen. Het is niet de scheidsrechter die de regel heeft bedacht. Daar komt bij dat de presidentiële raad onomwonden heeft beslist dat een scheidsrechter geen enkele vrijheid heeft clementie te tonen (tenzij het toernooireglement andere regels kent). De Engelse tekst laat beter zien dat een speler bijvoorbeeld geen twintig seconden te laat mag komen. De Nederlandse vertaling is minder scherp geformuleerd, eigenlijk ruimer, en daardoor onjuist.

Ik heb het wel eens vaker geschreven. De regelscommissie let bij het maken van regels uitsluitend op de beroepsspelers. Zij kijkt niet naar de amateur spelers.

De amateurs mogen de FIDE, en de regelscommissie die tevens het initiatief heeft genomen tot deze wijziging, erop aankijken voor het opgang komen van een bureaucratie aan reglementenwijzigingen. Maar bovendien is het onjuist wat de FIDE beweert dat er geen plaats is voor overmacht. Dat zou wat wezen. Denk alleen al aan het geval van de uitbarsting van de vulkaan Eyjafjallajökull waardoor het wereldkampioenschap Topalov – Anand niet op tijd begint. Maar daarover in een volgend artikel meer.

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.