Eindspelstudie 2: de zet van een andere planeet
website
E-mail:
Hierbij de 2e eindspelstudie voor de Schaaksite uit mijn database.
- De vierde versie van de database bevat 76.132 eindspelstudies
- Het is de beste en grootste database van eindspelstudies ter wereld
- De database bevat driekwart van alle ooit gecomponeerde studies
- De database is in standaard pgn-format en leesbaar voor gangbare schaakprogramma’s
Eindspelstudie 2: de zet van een andere planeet
Leopold Mitrofanov (1932-1992) behoort tot mijn favoriete eindspelstudiecomponisten. Hij blonk uit in romantische eindspelstudies maar heeft ook zeer subtiele eindspelstudies gemaakt; de titel van een boek over zijn studies, Deceptive simplicity (1992), zegt genoeg.
Met zijn meest bekende studie won hij terecht de eerste prijs in een herdenkingstoernooi voor de Georgische dichter Shota Rustaveli (1172-1216). Voor dit toernooi werden maar liefst 230 studies ingestuurd (een gemiddeld toernooi krijgt zo'n 50 studies).
1e prijs Rustaveli herdenkingstoernooi 1967
correctie L. Mitrofanov 1971
In de oorspronkelijke versie (met het zwarte paard van g2 op f3) werd door de sterke Sovjet-schaker A. Kuindzhi (behaalde de 3e plaats bij het WK-20 van Den Haag 1961) een weerlegging gevonden. Dit euvel werd door Mitrofanov zelf verholpen middels de eenvoudige verplaatsing van het paard. Merkwaardig genoeg is deze versie nog steeds vrij onbekend. Zelfs Mitrofanov zelf gebruikte voor zijn boeken andere versies waarin de eerste zetten van de oplossing werden gecoupeerd. Toch is de hier weergegeven versie mijns inziens geheel correct en daarmee is deze correctie perfect!
Na 1.b6+ Ka8 offert wit een toren om de onderste rij te verstoppen. Als wit de g-pion meteen opspeelt en beiden promoveren, heeft zwart anders een vervelend schaak. 2.Te1! Pxe1 3.g7 h1D 4.g8D+ Lb8 5.a7 Dit dreigt mat op b8. Zoals gezegd verhindert het zwarte paard op e1 een dameschaak. Maar nu roert zwart zich middels krachtig tegenspel: 5...Pc6+! 6.dxc6 Dxh5+
Dit is een stelling om even goed te bekijken. Zwart heeft twee stukken meer, maar wit heeft met zijn pionnen een sterke troef, en dreigt nog steeds mat op b8. Zeer voor de hand liggend is nu 7.Ka6?, maar dan speelt zwart 7...De2+ en kan wit de winst vergeten. Kortom, het wordt tijd om een van de beroemdste zetten aller tijden te doen: 7.Dg5!! Ik vermijd normaliter het gebruik van die schreeuwerige dubbele uitroeptekens, maar hier kom ik er niet onderuit. 7...Dxg5+ 8.Ka6! En nu blijkt meteen het nut van het witte dameoffer; zwart heeft geen schaak op de f1-a6 diagonaal! Wit dreigt nu 9.b7 mat. Maar zwart heeft nog steeds tegenspel: 8...Lxa7 maar wit negeert het loperoffer en speelt weer een stille zet: 9.c7! Vanwege de dubbele dreiging 10.b7 mat, of 10.c8D+ en mat, zit er voor zwart niets anders op dan op zijn beurt de dame te offeren: 9...Da5+ 10.Kxa5 Merk even op dat zelfs nu het paard op e1 nog een functie heeft. Zonder dat paard zou nu 10...Lxb6+ 11.Kxb6 volgen en zou zwart pat staan. Kb7 11.bxa7 Kxa7 12.c8D wint.
Ik was zeer verbaasd toen ik in mijn database (zie www.hhdbiv.nl) een voorganger van de Dg5-zet vond van de Hongaarse Roemeen Paul Farago (1886-1970). Die componeerde i.h.a. zeer ingewikkelde studies. De titel van zijn boek, Idei noi în Şahul Artistic (1956) die zich laat vertalen als 'Nieuwe ideeën in het artistieke schaak' is in dit Dg5-geval nogal raak! De zet kwam niet van een andere planeet maar uit Roemenië!
Helaas bleek me dat Farago's studie geheel incorrect was, en waren er nog allerlei andere bezwaren. Gelukkig bestond er in 1967 nog geen HHdbIV en was de toernooi-jury (en waarschijnlijk ook Mitrofanov) zich niet bewust van de anticipatie. Anders was die misschien wel op het idee gekomen om de (groot)meesterlijke Mitrofanov-studie lager te waarderen.