Gespot 12: Rondom Ta8!

Bij het grasduinen in schaakboeken, het doorbladeren van schaaktijdschriften, het surfen op het internet, het bekijken van schaakfilmpjes valt het oog wel eens op interessante stellingen, bijzondere voorvallen, geniale zetten en grappige blunders.

In deze rubriek wil ik u die graag voorleggen.

Bent u ook iets tegengekomen? Laat het ons weten.

Schaken is geënt op patroonherkenning. Professor, psycholoog en schaker Adriaan De Groot schreef er ooit een proefschrift over. “Het denken van den schaker” bleek een baanbrekend werk te zijn waarin hij uit de doeken doet hoe sterke schaker feilloos ‘voelen’ welke zet ze moeten doen. Schakers werken op een bepaalde manier met beelden, die ergens zijn opgeslagen in het geheugen. Door te associëren weet een (sterke) schaker een motief dat hij ooit gezien heeft te gebruiken in een actuele situatie.

In het boek “Weltmeister lehren Schach” werd ik gegrepen door het verhaal dat Mikhail Tal schrijft over zijn benadering van het spel. De “tovenaar van Riga”, zoals zijn bijnaam was, stond bekend om zijn sprankelende combinaties.

Oud-wereldkampioen Mikhail Tal (Foto Jos Sutmuller)

In het hoofdstuk gaat hij in op zijn benadering van het spel. Het zal niemand verbazen dat combinatiemotieven en koningsaanval de belangrijkste onderwerpen van gesprek zijn. Tal verhaalt over een partij die hij speelt tegen de Deense meester Brinck Claussen. Als hij nadenkt over het vervolg krijgt hij plotseling een idee dat hij een jaar eerder had bedacht in een andere partij. In zijn partij tegen Brinck Claussen ontstaat op een gegeven moment de volgende stelling.

Tal, Mihail – Brinck Claussen, Bjorn, Havana 1966.

Tal zegt hierover het volgende: "Wat kan wit ondernemen? Op het eerste gezicht valt op dat pion d5 zonder genoeg dekking is. Terwijl ik in deze partij tegenover Brinck Claussen zat, viel me plotseling de eerste partij uit mijn tweekamp tegen Spassky uit 1965 in. Daar was de volgende stelling bereikt (zie het volgende diagram)".

Tal – Spassky, 1965.

In deze stelling besluit Tal hier tot een offer dat gebaseerd is op een prachtig combinatiemotief. 1. Pxc6 Spassky zette voort met 1… Lxc6

Het ging natuurlijk om een andere variant. [Tal: "Op 1… Txc6 had ik met 2. Ta8! een mooi offer gepland. Meer de schoonheid van de combinatie beviel me, dan het vinden van de beste voortzetting". Het is natuurlijk interessant om te zien of wit met deze fraaie wending kan winnen. Een mogelijke variant zou kunnen zijn: 2… Td6 3. Tcc8 Txc8 4. Txc8+ Kf7 5. Tb8 en wit wint zijn stuk terug waarna hij een pion meer heeft in het resterende eindspel. Of het wint is natuurlijk vers twee.] 2. Ta6 Kf8 3. Taxc6 en wit had slechts een klein voordeeltje. 1/2-1/2

Terug naar het oorspronkelijke fragment. Tal zegt hierover: “Hetzelfde thema dat tegen Spassky slechts tot een gering voordeel leidde, werd in de partij tegen Brinck Claussen de inleiding tot een winstgevende combinatie". 33. Pxd5!! Lxd5 [Nu faalt 33… Txd5 op 34. Txf7 Kxf7 35. Lxd5+ Kf8 36. Lb3 en de dame valt vernietigend binnen op a8.] 34. Ta8! Daar is wederom het fraaie motief! Tal: "De ingeleide combinatie heb ik niet tot het einde uitgerekend. Eerst heb ik een wat vage kansen gezien die ik na een paar zetten wat meer zou kunnen preciseren. Bij een teamwedstrijd zou dat zo niet gebeurd zijn. Daar is de verantwoording van een speler veel groter". 34… Lxa2 35. Txd8+ Kf7

36. Dc6! Uiteindelijk door Tal gevonden en het is inderdaad de juiste voortzetting. [Hier voerde ik mijn berekening verder met 36. Db7+ Pe7 37. Td7 f5 met het idee 38. d5. Hier hield ik op met rekenen, omdat ik er zeker van was dat er niets meer te bedenken viel tegen de dreiging d5-d6. Plotseling werd het me echter duidelijk dat ik me op dwaalwegen had begeven. Zwart heeft namelijk 38… Ke8 en nu heeft wit het beoogde39. d6 niet wegens 39… Dc1+ 40. Kh2 [40. Kg2 verliest na 40… Ld5+.] 40… Dh6+ met remise door herhaling van zetten. Maar mijn intuïtie zei me dat wit ergens op winst moest staan”. Tot zover Tal in zijn commentaar.

HG: Gezegd moet worden dat Tal zich in zijn analyse heeft vergist in de zetvolgorde. Na de koningszet (die hij een uitroepteken geeft, maar in feite een vraagteken moet krijgen) heeft wit het winnende 39. Dc7! bij de hand. Dan is namelijk het hinderlijke schaakje op c1 uit de stelling gehaald en nu kost de dreiging d5-d6 zwart beslissend materiaal. 39… Lxd5 faalt dan op 40. Td8+ Kf7 41. Txd5 met winst.

We laten Tal opnieuw aan het woord: “Eindelijk vond ik dan de geforceerde weg naar de winst”. 36… Pe7 37. De8+ Ke6 38. Tc8 Tal: "Nu dreigt Tc6+ en daarbij wordt het reddende schaakje op c1 verhinderd". 38… Dd5 In het geval van 38… Ld5 volgt er 39. Tc7 f5 40. Dd7+ en wit wint. 39. Tc3 De toren komt nu via de e-lijn in het spel. 39… Dd7 40. Te3+ Kd6 41. Db8+ Kc6

Tal: "Op dit moment werd de partij afgebroken. Bij de analyse van deze stelling kwam ik moeiteloos tot een eenvoudige winstweg". 42. a4! Pakt velden rondom de zwarte koning. 42… Pd5 43. Te1 Dd6 Er is geen uitweg meer. [Na bijvoorbeeld 43… Pe7 zou wit fraai winnen met 44. d5+! Kc5 [44… Dxd5 45. De8+ Dd7 46. Dxe7] [44… Lxd5 45. Tc1+] 45. Tc1+ Kb4 46. Dxb6+ Kxa4 47. Tc5 en het mat is niet meer te parreren.] 44. Tc1+ Iets nauwkeuriger was 44. Dc8+ Pc7 45. Tc1+. 44… Kd7 45. Dc8+

Zwart gaf het op. [Na 45. Dc8+ Ke7 46. Te1+ Kf7 47. De8# zou het mat zijn.] 1-0

Deze fragmenten via de viewer:

Over Herman Grooten

Herman is ruim 40 jaar schaaktrainer. Hij verzorgde lange tijd de schaakrubrieken in Trouw en het ED. Daarnaast was hij Topsportcoördinator bij de KNSB en is hij auteur van diverse schaakboeken en werkt hij voor Schaaksite. Klik hier voor series die hij op Schaaksite heeft gezet.

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.