Gespot 52: De strijd van twee lopers tegen een paard

Bij het grasduinen in schaakboeken, het doorbladeren van schaaktijdschriften, het surfen op het internet, het bekijken van schaakfilmpjes valt het oog wel eens op interessante stellingen, bijzondere voorvallen, geniale zetten en grappige blunders. In deze rubriek wil ik u die graag voorleggen.

Bent u ook iets tegengekomen? Laat het ons weten.


Een van de bekendste schaakcommentatoren in ons land is Lex Jongsma. Ik heb hem voor het eerst gezien bij een van zijn fameuze commentaarsessies bij het Interpolisschaaktoernooi dat in de jaren ’80 en ’90 de wereldtop omarmde. Later heb ik Lex persoonlijk leren kennen als een bijzonder aimabele man die niet alleen goed gebekt was, maar ook een speciaal soort humor had. Met zijn ontelbare anekdotes zorgde hij voor de nodige hilariteit in de zaal. En hoewel sterke schakers wel eens hoofdschuddend wegliepen – omdat ze vonden dat Jongsma schaaktechnische steekjes liet vallen – kan niet ontkend worden dat de wijze waarop hij het publiek entertainment bood misschien wel ongeëvenaard is.

Sterke schakers vergeten wel eens dat het publiek waar ze mee te maken hebben, misschien een gemiddelde rating van 1500 heeft. Dan kun je wel aankomen met schaaktechnisch correcte varianten, maar als die iedereen boven de pet gaan, schiet dat zijn doel voorbij. Ik heb Lex op andere manieren van nabij mogen meemaken, waarbij ik zo vrij ben om twee anekdotes met u te delen.

(foto toernooiwebsite Hoogeveen)

In 1989 speelde Timman een match in het Kandidatentoernooi tegen de Engelsman Jon Speelman. We leefden in de tijd dat elk zichzelf respecterende krant een schaakrubriek had. Zo verzorgde ik in die jaren in Trouw niet alleen de wekelijkse column op zaterdag, maar werd ik zelfs door de sportredactie uitgezonden naar belangrijke schaakwedstrijden. Tegen het eind van de tweekamp toog ik dus naar Londen en ik kwam enigszins teleurgesteld de speelzaal binnen, omdat net bekend werd gemaakt dat een van beide spelers een time-out had opgenomen. Gelukkig was er die dag een partij uit een andere tweekamp te zien, namelijk die tussen Anatoly Karpov en Arthur Yusupov. Dat werd een zeer spectaculair gevecht dat door Yusupov werd gewonnen.

Het was sowieso een belevenis om in de zaal te zitten. Je kon (voor weliswaar een fiks bedrag) een oortelefoontje huren om gewapend daarmee het theater binnen te gaan. Kijkend naar de spelers op het podium werd het publiek (en de journalisten) in de zaal vermaakt met het commentaar dat een paar Engelse grootmeesters ten beste gaven in hun glazen commentaarhokje. Met veel humor werd de partij besproken waarin Karpov het fraaie Lxf7 overzag in de volgende stelling.

Ik heb de partij in de viewer met het commentaar van de winnaar toegevoegd. Na afloop van de partij ging ik naar de perskamer om daar aan mijn artikeltje voor Trouw te gaan werken. Dat ging destijds heel wat primitiever dan tegenwoordig het geval is. En dat is nog zacht uitgedrukt!

Ik typte mijn stukje op een elektrische typemachine en faxte het naar de sportredactie. Die had daar mensen zitten die binnengekomen artikelen overtypten. Ik was net klaar toen Lex Jongsma binnen kwam stormen. Hij was naar Londen gekomen in opdracht van De Telegraaf. Omdat het toen al de krant van ‘Wakker Nederland’ was, zat hij met een deadline die hij vrijwel onmogelijk kon halen. Tenminste, dat dacht ik. “Kun je me in drie minuten vertellen wat er gebeurd is in de partij van vandaag?”, vroeg Lex.

Mijn antwoord had iets weg van een telegram: “Onnauwkeurigheid van Karpov in de opening, scherpe actie van Yusupov in het centrum, langdurig voordeeltje vanwege het bezit van veld d5, wederzijdse tijdnood, Karpov overziet op zet 29 een fraai stukoffer Lxf7, zwart raakt in eeuwige penning over de d-lijn, blundertje op zet 36 van zwart kost hem meteen de kop”. Dat was zo ongeveer mijn ooggetuigenverslag…

Wat schetst mijn verbazing, toen Lex naar de dichtstbijzijnde telefoon liep, De Telegraaf belde en vroeg of hij doorverbonden kon worden met de steno-afdeling (dat ging in die tijd zo: een stenotypiste schreef via ‘stenotaal’ alle tekst mee en typte dat later in goed Nederlands over). Zonder de partij gezien te hebben, gebruikte hij mijn korte verslagje om daar prachtige Nederlandse volzinnen van te maken, die de volgende dag zo in de krant verschenen…

Dit sterke staaltje herhaalde hij veel later – eveneens in mijn bijzijn. Dat vond plaats in Hilversum toen de AVRO het Nederlands Kampioenschap sponsorde. Lex stond in de gang ook zijn stukje door te bellen naar de steno-afdeling toen ik langskwam. Ik hoorde zijn schitterende volzinnen weer aan, maar ik begreep ook dat hij opnieuw geen partij had kunnen bijwonen omdat hij pas laat van zijn werk was gekomen. Ik bemerkte ook dat hij niet wist dat Paul van der Sterren die dag de leiding had genomen, terwijl Lex bijna aan het eind van zijn verhaal was. Dus duwde ik snel een zojuist verkregen bulletin met de tussenstand onder zijn ogen, waarin ik nadrukkelijk wees op de koploper. Waarop Lex mij vriendelijk toelachte en ongeveer de volgende zin dicteerde: “En de koploper? Zijn we de koploper vergeten? Neen, natuurlijk want dat is sinds gisteren Paul van der Sterren!” Ik hoop niet dat de stenotypiste last heeft gehad van het lachsalvo dat uit de gang opklonk…

Paul van der Sterren (links op de foto) praat met Friso Nijboer (Foto Jos Sutmuller)

De match tegen Speelman werd door Timman gewonnen, waar hij hard voor moest vechten. Speelman bleek een geduchte tegenstander en net als Timman is hij een groot eindspelkenner. Een bijzonder interessante partij die beide kompanen speelden, was hun ontmoeting in Linares 1992. Daar kwam Speelman met een volkomen onverwacht torenoffer dat winnend bleek te zijn. Maar Speelman ging niet goed verder en hij raakte een stuk achter in een eindspel. Dat verdedigde hij buitengewoon knap, waarna het curieuze eindspel van twee lopers tegen een paard ontstond. Vroeger nam men aan dat het remise was, maar met de tegenwoordige tablebases kan onomstotelijk vastgesteld worden dat de twee lopers altijd van het paard winnen. Zelfs binnen 50 zetten.

Het verhaal doet de ronde dat Timman vanuit Linares belde met de bekende Prof. Jaap van den Herik om het over zijn afgebroken partij te hebben. Van den Herik had kennelijk een student of een A.I.O. aan het werk gezet om van dit eindspel een database te maken. Als ik goed geïnformeerd ben, kreeg Timman een groot aantal A4-tjes per fax opgestuurd en toen moest hij op de hotelkamer proberen om met deze ruwe data bepaalde wetmatigheden zien te ontdekken. Dat lijkt voor de mens een schier onmogelijke klus. Het enige wat ik van het eindspel weet (ik weet dat ik het ergens gelezen heb, alleen niet meer waar) is dat de verdediger het paard op het onooglijke veld g2 (of g7, b7 of b2) moet zien te krijgen, samen met zijn koning. De loperpartij kan hem daaruit verdrijven en dan moet de paardpartij opnieuw proberen om het paard naar één van die andere onooglijke velden te krijgen – uiteraard vergezeld van de eigen koning.

Nu ik twee rubrieken geleden (Gespot 50: Het eindspel Timman-Velimirovic) ook al een zeldzaam eindspel heb besproken, kan dit er ook nog wel bij. Ik heb daarom de tablebases opnieuw geraadpleegd en per zet aangegeven hoeveel zetten de optimale winstvoering duurt. Als dat binnen een marge van – laten we zeggen vijf zetten van de optimale winstvoering is – vind ik dat bijzonder knap.

Twee eindspelvirtuozen tegen elkaar moet wel een topprestatie opleveren. Bij het naspelen kunt u zien waar, in dit geval vooral de verdediger, ergens een veel taaiere verdediging mist. Timman heeft het eindspel in mijn ogen – voor een menselijke schaker – bijzonder knap gespeeld. Ook opmerkelijk is de slotstelling als Speelman opgeeft. De winstvoering duurt nog steeds behoorlijk lang en de zetten zijn voor de leek ook niet zo voor de hand liggend, maar Speelman ging er dus vanuit dat een speler van het kaliber Timman de weg naar de winst wel zou vinden. De getallen zien er wat steriel uit, maar de prestatie is er niet minder om!

Jan Timman
Jon Speelman

Timman, Jan H – Speelman, Jonathan, Linares 1992.

1. d4 Pf6 2. c4 e6 3. Pf3 d5 4. Pc3 Pbd7 5. cxd5 exd5 6. Lf4 c6 7. Dc2 Le7 8. h3 O-O 9. e3 Pe4 10. Ld3 f5 11. O-O Lf6 12. b4 a6 13. Pa4 Te8 14. Tab1 Pf8 15. Tfc1 g5 16. Lh2 Pg6 17. Pc5 h5 18. Pd2 g4 19. Pf1 Lh4 20. hxg4 hxg4 21. Pxe4 fxe4 22. Le2 Tf8 23. Pg3 Ld7 24. a4 Dg5 25. b5 axb5 26. axb5

26… Txf2! Een spectaculair offer dat winnend is.

Een overval op klaarlichte dag!

27. Kxf2 Tf8+ 28. Ke1 Dxe3 29. Tb3 Df2+ 30. Kd1 Dxd4+?

Nu ontsnapt wit. Zwart kan winnen met 30… Dxg2!

31. Dd2 Dxd2+ 32. Kxd2 Lg5+ 33. Kd1 Lxc1 34. bxc6 Lxc6 35. Kxc1 Tf2 36. Lf1 Pf4 37. Lg1 Ta2 38. Kb1 Ta8 39. Pf5 Tf8 40. Ph6+ Kg7 41. Lc5 Td8 42. Pxg4 d4 43. Lb6 Td7 44. g3 Pe6 45. Kc1 d3 46. Le3 Pd4 47. Tb2 Pf5 48. Lf4 Td5 49. Kd2 Ta5 50. Pe3 Pd4 51. Lg2 Kf6 52. Pc4 Tc5 53. Pd6 Pb3+ 54. Ke3 Tc2 55. Pxe4+ Lxe4 56. Kxe4 Pc5+ 57. Kd5 Txb2 58. Le5+ Kg5 59. Lxb2 Kg4 60. Lf1 b6 61. Le5 Kf3 62. Lf4 d2 63. Lxd2 Pe4 64. Lh6 Pxg3 65. Ld3 b5 66. Lxb5

Na deze zet is de laatste pion van het bord gegaan en vanaf nu treedt de 50-zettenregel in werking. Speelman vindt nu de beste verdediging, waarna het mat in 60 zetten is.

66… Pf5 67. Lf8

Mat in 64. [67. Lg5 is mat in 60.]

67… Pe3+

Mat in 59. [67… Kf4 was de meest hardnekkige (mat in 63).]

68. Kd4

Mat in 60. [68. Ke5 Mat in 59.]

68… Pg2

Mat in 58. [68… Pf5+ Mat in 59.]

69. Kd3

Mat in 66. [69. Lc6+ Mat in 58.]

69… Pf4+

Mat in 65.

70. Kd2

Mat in 69. [70. Kc4 Mat in 65.]

70… Pg2

Mat in 56. [70… Ke4 Mat in 68.]

71. Lc6+

Mat in 56.

71… Kf2

Mat in 55.

72. Ld6

Mat in 57. [72. Lb7 Mat in 55.]

72… Ph4

Mat in 56.

73. Lc5+

Mat in 56.

73… Kg3

Mat in 55.

74. Lb6 Pg2

Mat in 52. [74… Kf4 Mat in 60.]

75. Ld5

Mat in 54. [75. Lc7+ Mat in 52.]

75… Ph4

Mat in 49. [75… Pf4 Mat in 53.]

76. Ke2

Mat in 49.

76… Kf4

Mat in 48.

77. Lb3

Mat in 48.

77… Pf5

Mat in 45. [77… Pg6 Mat in 47.]

78. Lc7+

Mat in 45.

78… Kg5

Mat in 44.

79. Le5

Mat in 44.

79… Kg4

Mat in 43.

80. Lc2

Mat in 44. [80. Kf2 Mat in 43.]

80… Pg3+

Mat in 41. [80… Pe7 Mat in 43.]

81. Kf2

Mat in 41.

81… Pf5

Mat in 40.

82. Ld1+

Mat in 40.

82… Kg5

Mat in 39.

83. Kf3

Mat in 39.

83… Ph4+

Mat in 38.

84. Ke4

Mat in 38.

84… Pf5

Mat in 37.

85. La4

Mat in 39. [85. Lc2 Mat in 37.]

85… Pe7

Mat in 35. [85… Kg6 Mat in 38.]

86. Ld6

Mat in 40. [86. Lc3 Mat in 35.]

86… Pg8

Mat in 28. [86… Pf5 Mat in 39.]

87. Lf4+

Mat in 37. [87. Ke5 Mat in 28.]

87… Kg6

Mat in 28. [Mat in 36. 87… Kf6]

88. Ke5

Mat in 28.

88… Pf6

Mat in 26. [88… Kf7 Mat in 27.]

89. Lb5

Mat in 30. [89. Ke6 Mat in 26.]

89… Kf7

Mat in 29.

90. Lc4+

Mat in 29.

90… Kg6

Mat in 28.

91. Ke6

Mat in 28. Een eventueel (optimaal) winstverloop is 91. Ke6 Pg4 92. Le2 Ph6 93. Ld2 Pg8 94. Ld3+ Kg7 95. Lc3+ Kf8 96. Lb2 Ph6 97. Lg6 Pg8 98. Lh5 Ph6 99. Kf6 Pg8+ 100. Kg6 Ke8 [100… Pe7+ 101. Kh7 Pd5 (101… Pg6 is objectief de meest hardnekkige, maar dan is de rest duidelijk.) 102. La3+ Pe7 103. Kh6 Kg8 104. Lxe7] 101. Kg7+ Ke7 102. Kxg8 en het is nu mat in 16 zetten.

1-0

Deze partij (plus Yusupov-Karpov) via de viewer:

Het is interessant om te zien dat het eindspel toch vrij vaak in de praktijk voorkomt en ook dat het een substantieel aantal keer gewonnen wordt. Alle partijen die ik uit mijn database heb weten te plukken waarin dit eindspel op het bord kwam (even geduld a.u.b. het laden kan even duren!)

(De foto’s van Timman, Speelman en Van der Sterren met Nijboer zijn van Jos Sutmuller)

Over Herman Grooten

Herman is ruim 40 jaar schaaktrainer. Hij verzorgde lange tijd de schaakrubrieken in Trouw en het ED. Daarnaast was hij Topsportcoördinator bij de KNSB en is hij auteur van diverse schaakboeken en werkt hij voor Schaaksite. Klik hier voor series die hij op Schaaksite heeft gezet.

10 Reacties

  1. Avatar
    brabo 26 juni 2013

    Speelman geeft m.i. te vroeg op. Ik herinner mij nog andere gelijkaardige voorvallen uit die periode waar grootmeesters te vroeg opgaven. Ik heb het gevoel dat vandaag dit soort onnodig respect zo goed als helemaal verdwenen is. De meeste theoretische eindspelen die enige complexiteit inhouden worden nu veelal gewoon uitgespeeld. Daar tegenover staat dat we vandaag veelal met een sneller tempo spelen en niet meer afbreken dus doorspelen rendeert beter dan toen.

  2. Avatar
    Horscht 26 juni 2013

    Beste Herman, vergeef mij een kleine pedanterie:

    "Met veel humor werd de partij besproken waarin Karpov het fraaie Lxf7 overzag. […] Karpov overziet op zet 29 een fraai stukoffer Lxf7".

    Dit is een taalfout die ik laatst zelf ook maakte, in een schaakverslagje, daarom valt het me nu op. Mijn zus (geen schaakster) moest mij erop wijzen. Goed Nederlands is: "over het hoofd zien". "Overzien" betekent min of meer het tegenovergestelde van wat bedoeld wordt, vgl.: "De politie overzag snel de situatie en leidde het verkeer om."

    Het zal een anglicisme zijn (vgl. "to overlook"), dat er bij ons insluipt omdat de meeste schaaksites Engelstalig zijn.

  3. Avatar
    Scarblac 26 juni 2013

    @Horscht: overzien is normaal schaakjargon voor iets over het hoofd zien. Het staat ook gewoon met die betekenis in Van Dale.

  4. Avatar
    Johan Hut 26 juni 2013

    Leuke verhalen over Lex Jongsma. Vooral het voorval met Van der Sterren vind ik briljant. Lex vergeet wel eens dat de typiste de schakersnamen niet kent en dan komt er bijvoorbeeld Lotier in de krant te staan in plaats van Lautier.

    Wat het commentaar betreft denk ik dat zijn uitleg vaak in grote lijnen wel klopt en dat spelers onder de 2000 er veel van kunnen leren. Als hij een strategie of een plan uitlegt en er blijkt een lek in zijn variant te zitten, is dat eigenlijk helemaal niet erg. De kijker onthoudt het plan in die stelling. Zelf houdt hij trouwens vol dat hij helemaal niet zo veel fouten maakt als wordt beweerd. Ik denk ook dat dat vaak wordt overdreven.

    Mooie foto ook… ik heb hem gemaakt :) Maar de bronvermelding is juist, ik heb in 1999 een week op hun kosten gefotografeerd en sindsdien zijn de foto’s van mij en van de toernooiorganisatie. Zelf gebruiken ze ze nog regelmatig en zetten ze mijn naam er ook nooit meer bij.

  5. Avatar
    Richard Vedder 26 juni 2013

    Dus Brabo vindt dat er een kans is dat iemand van het kaliber Jan Timman niet met twee lopers een kale koning mat krijgt?

  6. Avatar
    brabo 26 juni 2013

    Richard, je interpreteert mijn commentaar wel heel open. Ik dacht dat ik voldoende duidelijk was maar blijkbaar niet dus leg ik het wat meer in detail uit. Jan had tot zet 116 (66+50) de tijd om het paard te kunnen slaan of mat te geven want anders werkt de 50 zetten regel. Nu zoals Herman aangeeft, kan het paard eraf worden geslagen met perfect spel van beide zijden op zet 102 dus inderdaad ruim op tijd. Echter Herman toont tevens aan dat Jan Timman op 11 eerdere zetten (als ik goed geteld heb) er niet in slaagde om een perfecte zet (kortste winst) te vinden dus is het m.i. niet overdreven om te stellen dat het zeer waarschijnlijk is dat Jan wel nog een paar keer de kortste winst in het vervolg zal missen (behalve misschien als hij opnieuw kan afbreken wat niet vermeld staat in het artikeltje). Met de 50 zetten regel niet meer zo veraf, vind ik het dan ook aan te bevelen om als verliezende partij door te spelen tot effectief het paard verloren gaat.

  7. Avatar
    Richard Vedder 26 juni 2013

    Ja, zo zou je je af kunnen vragen waarom Speelman niet twintig zetten eerder opgaf. Misschien werd de partij afgebroken na 91.Ke6 en analyseerde hij de partij snel naar verlies? Geen idee. Hij had zich het paardverlies nog wel kunnen laten bewijzen inderdaad.

  8. Avatar
    brabo 26 juni 2013

    Kleine correctie, 102 zetten bij perfect spel is geen zekerheid want ik lees al in Hermans artikel dat er varianten bestaan waarbij de slagzet maar op zet 104 gebeurt bij perfect spel aan beide zijden.

    Sommige endgametablebases worden omwille van de 50 zettenregel daarom niet opgebouwd volgens het principe snelst naar de mat maar snelst naar een conversie (bekende winststelling met een stuk minder waarbij een extra 50 zetten worden verdiend). Zeker in bovenstaand voorbeeld vind ik de conversiesnelheid belangrijker dan de matsnelheid alhoewel het uiteraard allemaal een puur theoretische oefening blijft want behalve in correspondentieschaak, zie ik geen enkele mens bekwaam om dit soort perfect schaak op het bord te produceren.

  9. Avatar
    HermanGrooten 27 juni 2013

    @Horst: ik vind het geen pedanterie om iemand iets kenbaar te maken. Maar zoals Scarblac al zei is het inderdaad vakjargon en dus correct Nederlands. Overigens blijft het lastig met dit soort termen. Zo werd in een artikel dat ik ooit voor Trouw schreef een zinsnede met iets als "Wit won de kwaliteit" door een niet schakende corrector veranderd in "De witte stelling won aan kwaliteit" of iets dergelijks. Dan zit je later met gekrulde tenen je eigen artikel door te kijken in de krant…

  10. Avatar
    Horscht 02 juli 2013

    Verdomd! Dat ga ik die pedante zus van mij eens onder de neus wrijven…;-)

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.