Gespot 69: Debutant in voetsporen van wereldkampioen

Bij het grasduinen in schaakboeken, het doorbladeren van schaaktijdschriften, het surfen op het internet, het bekijken van schaakfilmpjes valt het oog wel eens op interessante stellingen, bijzondere voorvallen, geniale zetten en grappige blunders. In deze rubriek wil ik u die graag voorleggen.

Bent u ook iets tegengekomen? Laat het ons weten.


Onlangs vroeg iemand me wat hij moest spelen op 1. b3. Nou heb ik niet op elke vraag meteen een adequaat antwoord paraat, maar hierop kon ik hem wel iets suggereren. De partij die meteen bij mij opkwam was een partij die indertijd de hele wereld is overgegaan. Daar verloor een zeer sterke grootmeester met wit in 17 zetten van de toenmalige wereldkampioen. Het ging om de partij Larsen – Spassky, Belgrado 1970. Daar zit nog een apart verhaal aan vast. Het was namelijk een match tussen de Sovjet-Unie tegen de rest van de wereld, die toen voor het eerst georganiseerd werd. Onze landgenoot Max Euwe, de enige Nederlandse wereldkampioen, ook president van de Fide, fungeerde als teamcaptain van het ‘Rest van de wereldteam’. Euwe wilde de bordvolgorde bepalen op basis van het Eloratingsysteem dat hetzelfde jaar door de wereldschaakbond geadopteerd was.

Dat leverde meteen een incident op, want de Amerikaan Bobby Fischer had op dat moment de hoogste rating in de wereld (2720), zelfs hoger dan de wereldkampioen, Boris Spassky (2670). Maar de Deen Bent Larsen (2650) claimde het eerste bord op basis van zijn toen bijzonder goede recente resultaten. Fischer was wat inactief geweest. Net toen iedereen dacht dat een van de twee zich zou terugtrekken, gebeurde het onverwachte: Fischer bood aan om aan het tweede bord plaats te nemen, waar hij oud-wereldkampioen Tigran Petrosian zou ontmoeten.

Deze tweekamp over vier partijen werd een voorproefje van een latere kandidatenmatch die in Buenos Aires gespeeld zou worden.

Bent Larsen
Boris Spassky

Larsen werd voor zijn grote mond gestraft. Hij verloor met wit op een verschrikkelijke manier, nadat de eerste partij in remise was geëindigd. Daarna maakte hij zijn reputatie overigens wel waar, want hij nam revanche op de wereldkampioen en daarna versloeg hij de vervanger van Spassky, Leonid Stein. Fischer gaf overigens ook zijn visitekaartje af. Hij klopte Petrosian met 3-1. De Amerikaan won twee keer, de andere twee partijen werden remise. Gekscherend werd toen beweerd dat de match gelijk was geëindigd. Fischer wilde immers altijd winnen en Petrosian altijd remise maken, beide hadden ze hun zin gekregen.

Maar de tweede partij Larsen – Spassky werd een pareltje dat altijd in een collectief geheugen zou blijven hangen.

En dat bleek een paar jaar later. Toen werd er in de toenmalige hoofdklasse (tegenwoordig Meesterklasse) een partij gespeeld die ook de moeite van het naspelen waard is. Sterker nog: hij is zo bijzonder, niet alleen omdat de zwartspeler als debutant aan een hoofdklassepartij begon, maar ook omdat hij een zekere analogie vertoont met de hierboven genoemde partij. Het ging om een partij tussen Bram van Dijk (Amsterdam) en Johan van Mil (Eindhoven). Van Mil , die helaas al vroegtijdig is overleden, was een van de sterkste spelers uit de Lichtstad. Hij leerde schaken van zijn vader toen hij een jaar of 10 was. Op zijn twaalfde sloot Van Mil zich aan bij de schaakvereniging VOJ (Voor Oud en Jong) dat tegenwoordig WLC (Woensel Lichttoren Combinatie) heet. In deze periode kwam Van Mil in aanraking met twee zeer talentvolle spelers, Peter Egmond en Peter Scheeren, van wie hij veel geleerd heeft. Pas op zijn 16de jaar stortte Van Mil zich in het toernooileven, waarbij hij furore maakte als snelschaker door onder meer driemaal open snelschaakkampioen van Nederland te worden. Na een groot aantal jaren op jacht geweest te zijn naar meesternormen, behaalde de Eindhovenaar eindelijk de internationale meestertitel. Nadien deed hij van zich spreken door in 1991 vierde te worden in het Nederlands kampioenschap. Drie jaar later werd zijn gloriejaar, toen hij de hoogste rating (rond 2500) ooit bereikte, door onder meer een prachtige 6,5 uit 9 te scoren in het grootmeestertoernooi van Oakham. Van Mil was inmiddels ook getrouwd met de voormalige Hongaarse schaakkampioene Erika Sziva met wie hij een verzendhuis (De Beste Zet) voor schaakboeken was begonnen. Hij overleed veel te vroeg op 49-jarige leeftijd. Misschien wel de meest originele partij speelde hij als jeugdspeler in de hoofdklasse van de KNSB-competitie in 1976, waar hij als debutant aan deelnam. Hij nam het op tegen een toen op papier veel sterkere tegenstander. Hieronder beide heel bijzonder partijen:

Deze partijen via de viewer:

Larsen, B. – Spassky, B.

1. b3

Larsen opende heel vaak met dit systeem.

1…e5 2. Lb2 Pc6 3. c4 Pf6 4. Pf3?!

Eigenlijk al discutabel. 4. e3 wordt hier het meest gespeeld.

4…e4 5. Pd4 Lc5

6. Pxc6

Dit helpt zwart met zijn ontwikkeling maar de alternatieven zijn ook niet rooskleurig.

6…dxc6 7. e3 Lf5 8. Dc2 De7 9. Le2 O-O-O 10. f4

Wit dacht waarschijnlijk: Een mooi moment voor deze zet, want zo kan zwart nooit een paard via e5 naar d3 spelen.

10…Pg4 11. g3

Voornamelijk gericht tegen het schaakje op h4, maar wit wil op den duur met h2-h3 en g3-g4 een actie op de koningsvleugel voorbereiden. Op 11. Lxg7 volgt 11…Thg8 12. Db2 Dh4+ 13. g3 Dh3 met groot voordeel voor zwart.

11…h5!

Zwart komt nu snel met deze voor wit gevaarlijke opmars.

12. h3?

Larsen wil graag de lijnen gesloten houden, maar hij wordt deerlijk verrast door zwarts volgende zet.

Alleen met het antipositionele 12. h4 kon wit het debacle uit de partij voorkomen. Zwart staat hier overigens ook voortreffelijk.

Gewoon ontwikkelen is er al niet meer bij voor wit. Er volgt namelijk 12. Pc3? Txd2!! 13. Dxd2 Lxe3 14. Dd1 Dit verliest, maar er is geen fatsoenlijke damezet voor handen. [Op 14. Dc2 volgt 14…Lf2+ en waar de koning ook naartoe gaat, zwart wint altijd de dame.] 14…Pf2 15. Dc2 Pxh1

12…h4!!

Een briljant concept.

13. hxg4 hxg3

Deze doorgebroken pion kost wit weldra de kop.

14. Tg1

Er is weinig beters maar nu volgt er weer een schitterende zet.

Nog erger is 14. Txh8 Txh8 15. Pc3 [15. gxf5 gaat geforceerd mat met 15…Th1+ 16. Lf1 g2 17. Dd3 exd3 18. Kf2 gxf1=D+ 19. Kg3 Dh4#] 15…Th1+ 16. Lf1-+ met winst.

14…Th1!

Bijzonder knap gevonden van de wereldkampioen. Ook 14…Lxe3 was helemaal uit: 15. dxe3 Th1 16. Txh1 g2 17. Tg1 Dh4#

15. Txh1 Het gaat direct mat na 15. gxf5?? Txg1+ 16. Lf1 g2

15…g2 16. Tf1 Ook na 16. Tg1 Dh4+ 17. Kd1 Dh1 is het afgelopen.

16…Dh4+ 17. Kd1 gxf1=D+

Opgegeven. Na 17…gxf1=D+ 18. Lxf1 Lxg4+ 19. Kc1 De1+ 20. Dd1 Dxd1# is het mat! Wat een geweldige partij!

0-1

Van Dijk, Bram – Van Mil, Johan

1. Pf3 Pf6 2. g3 b5

Het uitnodiging tot het Pools.

3. e3?!

Wit wil pion b5 tot een verklaring dwingen, maar hij speelt een onnatuurlijke zet.

3…b4 4. a3 Lb7!?

Zwart offert een pion.

5. axb4 e5 6. c3 e4 7. Pd4

7…h5

Zwart trekt al direct fel van leer.

8. h3 a5

Een tweede pionoffer om het paard van d4 te verdrijven met extra gedachte om op originele wijze de toren in het spel te brengen.

9. bxa5 c5 10. Pb3

10…Ta6!

Dit kwaliteitsoffer was het idee. Aannemen hiervan is natuurlijk veel te gevaarlijk voor wit met al die verzwakte witte velden.

11. Lg2

Wit ziet in dat hij zijn witveldige loper niet kan missen.

11…h4 12. g4

12…Pxg4!?

Een onverwacht stukoffer.

13. d3?

De witspeler had zich het offer beter kunnen laten bewijzen, hoewel zwart ook dan in de aanval wint.

Na 13. hxg4 volgt 13…h3! en als ik de engine moet geloven dient wit nu 14. Lf1 te spelen.

[Aanname van dit pionoffer is de goden verzoeken: 14. Txh3 Txh3 15. Lxh3 Dh4 16. Lg2 Tf6 17. De2 (zie analysediagram)

en nu zou je denken dat zwart wit. Van Mil gaf destijds de volgende variant 17…La6 18. c4 Lxc4 met winst voor zwart, maar de huidige computerprogramma’s kunnen zich toch niet in vinden in dit oordeel.

(Maar gelukkig valt er toch wat te halen voor zwart. Hij dient verder te gaan met 18…d5! en nu is merkwaardig genoeg 19. Ta4 de enige zet. Overigens heeft zwart hier genoeg spel voor het geofferde materiaal met {Vrij slecht is 19. Pa3?! wegens 19…Pc6 en de dubbele dreiging … Pe5 en … Pb4 valt niet te pareren. 20. d4} 19…Pc6 en nu valt de schade voor wit nog mee na 20. d4)

19. Dxc4 Dxf2+ 20. Kd1 Dxg2 wit gaat helemaal niet mat en wint met 21. a6]

13. Dxg4 Tg6 14. Dd1 Txg2 is natuurlijk uitstekend voor zwart.

13…Pxf2!

Dit paardoffer gooit de witte koningsstelling open.

14. Kxf2 Dc7!

Een subtiele aanvalszet. De dame dreigt van afstand op g3 binnen te vallen.

15. Kg1 Tg6

Dreigt … exd3 met opening van de diagonaal.

16. d4

Waarschijnlijk is 16. a6 de beste kans om de sterke witveldige loper van zwart buiten gevecht te stellen of tijdelijk buitenspel te zetten.

16…Txg2+!

En wit gaf het op. De belangrijkste verdediger in het witte kamp, de witveldige loper is buiten gevecht gesteld. Na 16…Txg2+ 17. Kxg2 Dg3+ 18. Kf1 La6+ 19. De2 Df3+ gaat wit mat.

0-1

(De bron van de foto’s is onbekend)

Over Herman Grooten

Herman is ruim 40 jaar schaaktrainer. Hij verzorgde lange tijd de schaakrubrieken in Trouw en het ED. Daarnaast was hij Topsportcoördinator bij de KNSB en is hij auteur van diverse schaakboeken en werkt hij voor Schaaksite. Klik hier voor series die hij op Schaaksite heeft gezet.

5 Reacties

  1. Avatar
    wimw 09 december 2014

    Ik was ook gefascineerd door de Larsen-Nimzowitch opening met b3. Larsen had daar tussen 1968 en 1972 vaak succes mee, meestal tegen zwakkere tegenstanders, maar ook tegen Parma en Ulf Andersson.

    Fischer speelde hem in 1970 met succes tegen diezelfde Ulf Andersson en Mecking. Na die tijd vind je die opening minder vaak bij Larsen, hoewel hij er in 1992 wel Judith Polgar mee versloeg. Tussen 1958 en 1968 won Larsen regelmatig partijen met de Bird-opening o.a. tegen Spasski in het Interzonale toernooi van 1964 in Amsterdam. Van die opening lijkt hij overgestapt te zijn op b3.

  2. Avatar
    HermanGrooten 11 december 2014

    De partij van Fischer-Andersson was een heel bijzondere. Fischer bedacht een plan in een Drierijensysteem met verwisselde kleur dat toen revolutionair was. Daar ga ik misschien nog iets mee doen.

  3. Avatar
    eliasthijsse 11 december 2014

    Bedankt! Gelukkig is de schitterende partij Larsen-Spassky 1970 bewaard in het collectieve geheugen, ik was ‘m helaas glad vergeten.:-) Toch heb ik ‘m 44 jaar geleden uit de krant geknipt (HC, met commentaar van Constant Orbaan) en er zelfs later de aantekening bijgemaakt dat 6.e3 ook niet meer tot wit voordeel leidt, bijv. in Kovacs-Florian (Hongarije, 1971): 6.e3 0-0 7.Le2 Te8 8.0-0 d5 9.Pxc6 xc6 10.d4 xd3 e.p. 11.Dxd3 Pg4 12.xd5? Pxe3! -+

  4. Avatar
    HermanGrooten 12 december 2014

    De voorspelling is dat er binnen 10 jaar geen papieren kranten meer bestaan. Dan wordt het copy/paste uit de krant :)

  5. Avatar
    wimw 12 december 2014

    Ik kijk ook wel eens in mijn oude plakboeken met de door Constant Orbaan voor het Algemeen Handels blad geanalyseerde partijen. Heel goed om na te spelen.

    Maar wat Eindhoven betreft is het misschien leuk te vermelden dat in 1958 de opening van het seizoen van schaakvereniging "De Pion" in de krant kwam. Er werd toen gespeeld in een bovenzaal van café De BUS aan de Markt.

    Het was mijn allereerste schaakavond. Later verhuisde men naar een kerkzaaltje in Tivoli en na 1964 is men gefuseerd met schaakvereniging Philips tot de Lichttoren.

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.