Gespot 74: Het ‘Panno-paard’

Bij het grasduinen in schaakboeken, het doorbladeren van schaaktijdschriften, het surfen op het internet, het bekijken van schaakfilmpjes valt het oog wel eens op interessante stellingen, bijzondere voorvallen, geniale zetten en grappige blunders. In deze rubriek wil ik u die graag voorleggen.

Bent u ook iets tegengekomen? Laat het ons weten.


Dat er schakers zijn die hun naam ontlenen aan een openingsvariant is bekend. Maar zijn er ook schakers waarvan de naam gekoppeld kan worden aan een stuk? Het enige stuk dat ik kan bedenken is het zogenaamde ‘Panno-paard’. Dit is een zwart paard aan de rand op a5 dat genoemd is naar de Argentijnse topspeler Oscar Panno, die vooral in de jaren ’60 en ’70 een vooraanstaand schaker was.

Oscar Panno (achter) kijkt in 1963 toe hoe Tigran Petrosian analyseert met Paul Keres.

Het paard kwam daar vaak te staan uit een variant van het Konings-Indisch met g3, waarin zwart zich ontwikkelde met … Pb8-c6. Als wit dan antwoordde met d4-d5 ging Panno vrolijk naar het randveld a5 met het paard, waar het de kwetsbare pion c4 aanviel. Spotte hij niet met het bekende adagium Een paard aan de rand maakt je partij tot schand? Een mogelijk spelverloop vanuit de opening zou zo kunnen gaan:

1. d4 Pf6 2. c4 g6 3. Pc3 Lg7 4. g3 O-O 5. Lg2 d6 6. Pf3 Pc6 7. d5

7…Pa5

Dit is dan het zogenaamde ‘Pannopaard’.

8. Pd2 c5 9. O-O a6 10. Dc2 Tb8 11. b3 b5 12. Lb2 bxc4

Met de nodige tactiek slaagde Pannoj er vaak in de potentieel problematische positie van het paard te rechtvaardigen. Maar ook speelde hij partijen waarin het paard nuttig werk verrichtte en dan vervolgens na … b7-b6 omgespeeld werd naar het centrum.

Welk vreselijk lot van dit paard op a5 kan krijgen, blijkt uit een beroemd instructievoorbeeld dat in de boeken van Alexander Kotov (zie foto) wordt afgedrukt onder het kopje: ‘stuk buitenspel’.

Kotov – Taimanov

Kotov in zijn boek ‘Think like a Grandmaster’ zegt over deze stelling: "Zwarts positie ziet er redelijk uit maar hij heeft een in het oog lopend defect. Zijn paard op a5 staat slecht opgesteld en het heeft weinig perspectieven om op een mooi veld terecht te komen. Om dit defect te exploiteren heeft wit het plan opgevat om al zijn stukken naar de koningsvleugel om te spelen zodat hij op die vleugel met een stuk extra kan werken." In zijn boek ‘Play like a Grandmaster’ is Kotov iets genuanceerder over deze stelling. "Waarschijnlijk had zwart de partij kunnen houden als hij zijn paard via b7 naar d8 had omgespeeld, maar om een of andere reden dacht Taimanov dat het paard niet zo slecht stond in verband met de komende acties over de damevleugel." In elk geval voert Kotov zijn hierboven geformuleerde plan op eenvoudige wijze uit en hij krijgt gelijk met zijn oordeel. Ik geef dit fragment met summier commentaar.

19. Ph4!

Met deze paarduitval geeft wit het sein tot de storm die binnenkort moet losbarsten op de koningsvleugel.

19…a6 20. a4 Da7 21. Pf5 Lf8 22. Pe4 Pxe4 23. Lxe4 b6

24. Dd1! axb5 25. axb5 Ld7 26. Dh5 Le6 27. Lf4

27…Pb3?!

Het ongelukkige zwarte paard laat eindelijk van zich horen. Maar zwart komt hiermee te laat. Voorlopig valt hij slechts ‘lege’ velden aan die wit enkele zetten geleden in de steek heeft gelaten. Wit heeft een concreet doel voor ogen: de zwarte koning. Het zwarte paard is voorlopig niet in staat om in de nabijheid van wits koning te opereren, voornamelijk omdat de witte legermacht volledig gemobiliseerd is.

Er was echter wel een verborgen mogelijkheid waarmee zwart het strijdtoneel naar zijn kant had kunnen verleggen: 27…Pxc4! 28. dxc4 Da1+ 29. Kg2 Lxc4 en plotseling heeft zwart een sterke aanval tegen de witte koning op touw gezet. De druk die wit uitoefent op de zwarte koning is net voldoende om te ontsnappen met eeuwig schaak. 30. Pxh6+ [Vooral niet 30. h4?? want 30…Df1+ 31. Kh2 Dxf2+ 32. Lg2 g6 33. Pxh6+ Lxh6 34. Dxh6 Ld5 is winnend voor zwart.] 30…gxh6 31. Dg4+ Lg7 32. Dc8+ Lf8 33. Dg4+ met zetherhaling.

28. Dd1 Da2

Na 28…Da1 29. Dxa1 Pxa1 30. Lc7 gaat pion c7 verloren waarna er een kansloos eindspel overblijft voor zwart.

29. h4 Pa1

Nog altijd wandelt het paard rond in niemandsland.

30. h5 Pc2 31. Le5 Db2 32. Lc7 Pa3 33. Dg4 Dc1+ 34. Kg2

34…Pb1

Kotov beschrijft dat "dergelijke zetten het duidelijke bewijs zijn dat een catastrophe dichtbij moet zijn voor zwart." Bronstein, die deze partij in zijn onvolprezen toernooiboek becommentarieert kan het niet laten enige ironie te uiten: "Het paard wandelt rond in de hoek van het bord, alsof het het de bekende puzzel met de paardsprong – hoe speel ik mijn paard in zo min mogelijk zetten naar alle velden van een schaakbord, waarbij elk veld maar eenmaal aangedaan mag worden – probeert op te lossen." Ondertussen versterkt wit zijn stelling almaar.

35. Lf4 Pd2? 36. De2 1-0

Zo heeft Panno het in elk geval niet bedoeld. Het is meer het schrikbeeld van het paard dat het nooit meer weg komt van dat vreselijke randveld. Maar Panno en zijn aanhangers blijken geduldige schakers, loerend op hun kans om het paard in het spel te betrekken. En als het dan lukt, geeft dat natuurlijk veel voldoening. Van Panno zelf heb ik meerdere partijen gevonden waarin hij ‘zijn’ paard op a5 had staan. De keren dat hij ermee won, heb ik in de viewer toegevoegd ter lering ende vermaek.

Een anekdote schiet me te binnen in zo’n typische ‘Panno-paard’-partij. Namelijk die tussen twee sterke hoofdklassespelers uit begin jaren ’80, te weten Fred van der Vliet en Paul Boersma. Beide spelers hadden zich vaak gekwalificeerd voor het Nederlands Kampioenschap. Onderstaande partij werd gespeeld in Amsterdam 1982.

Fred van der Vliet
Paul Boersma

Van der Vliet, Fredrik – Boersma, Paul

1. d4 Pf6 2. c4 g6 3. g3 Lg7 4. Lg2 O-O 5. Pf3 d6 6. O-O Pc6 7. Pc3 a6 8. d5 Pa5 9. Pd2 c5 10. Dc2 Tb8 11. b3 b5 12. Lb2 Lh6 13. f4 bxc4 14. bxc4 e6 15. Tab1 Lg7

Een typische stelling die zich kon voordoen in deze Konings-Indische variant. Zwart is bezig om het witte centrum aan te tasten en Van der Vliet dacht ruim drie kwartier na over zijn volgende zet. Hij speelde

16. a3

kennelijk om de dreiging … Tb8-b4 uit de stelling te halen. Boersma liep ondertussen rond in afwachting van wat wit zou spelen. Toen hij van een afstandje zag dat zijn klok ingedrukt was, snelde hij naar zijn bord om de zet te noteren en om over zijn volgende zet na te gaan denken. Maar zittend achter het bord kon hij met geen mogelijkheid bedenken wat wit gespeeld kon hebben. Ten einde raad, vroeg hij – heel beschaamd – aan zijn tegenstander wat die gespeeld had. Je zult het meemaken dat een sterke speler niet weet wat er veranderd is aan de stelling. Van der Vliet was hogelijk verbaasd en eigenlijk moest hij er wel om lachen…

16…Ld7 17. Lf3 Te8 18. dxe6 Lxe6 19. Pd5 Lxd5 20. cxd5 Te3 21. Lc3 Pd7 22. Txb8 Pxb8 23. Lxg7 Kxg7 24. Kf2 Df6 25. Pe4 25. Kxe3?? Dd4#

25…Dd4 26. Kg2 Dxd5 27. Td1 Db3 28. Dxb3 Txb3 29. Txd6 c4 30. a4 c3 31. Td1 c2 32. Tc1 Pc4 33. Kf2 Pa3 34. Pc5 Tb4 35. a5 Tb5 36. Pd3 Txa5 37. Ta1 Pc4 38. Txa5 Pxa5 39. Pc1 Pbc6 40. Ke3 Kf6 41. Kd2 Pd4 42. Ld5 1/2-1/2

OPGAVEN

Na een dergelijk verhaal is het natuurlijk aardig om zelf ook even met dit soort stellingsproblemen te mogen stoeien. Vandaar dat ik een drietal partijen heb geselecteerd die ik u met summier commentaar aanbied. Daarna volgt een vraag die u mag proberen te beantwoorden. Veel plezier ermee!

PARTIJ 1: Ivkov, Borislav – Smejkal, Jan

1. d4 Pf6 2. c4 g6 3. Pf3 Lg7 4. g3 O-O 5. Lg2 d6 6. O-O Pc6 7. d5 Pa5 8. Pfd2 c5 9. Pc3 a6 10. Dc2 Tb8 11. b3 b5 12. Lb2 bxc4 13. bxc4 Lh6 14. f4 e5 15. Tae1 exf4 16. gxf4 Ph5 17. e3 Lg7 18. Pd1 Lf5 19. Dc1

19. e4? faalt op 19…Txb2! 20. Pxb2 Ld4+ 21. Kh1 Dh4 en de dreiging … Pg3# kan alleen uit de stelling worden gehaald ten koste andere problemen zoals blijkt uit: 22. Dd3 Lg4! 23. Pd1 Pxf4! en zwart staat al bijna op winst.

19…Lxb2 20. Pxb2 Df6 21. Pd1 Ld3 22. Tf2

OPGAVE 1 Zwart staat al heel goed, maar hoe maakt hij vorderingen?

PARTIJ 2: Rogozenco, Dorian – Timoshenko, Georgy

1. d4 Pf6 2. c4 g6 3. g3 Lg7 4. Lg2 O-O 5. Pc3 d6 6. Pf3 Pc6 7. O-O a6 8. d5 Pa5 9. Pd2 c5 10. Dc2 Tb8 11. b3 b5 12. Lb2 e5 13. Pd1 h5 14. f4 exf4 15. gxf4 Lg4 16. Lf3 Lh3 17. Te1 bxc4 18. bxc4

OPGAVE 2

De witte koningsstelling ligt open. Hoe profiteert zwart hiervan en verbindt hij het spel op beide vleugels?

PARTIJ 3: Jurek, Josef – Babula, Vlastimil

1. c4 Pf6 2. Pc3 g6 3. g3 Lg7 4. Lg2 O-O 5. d4 d6 6. Pf3 Pc6 7. O-O a6 8. d5 Pa5 9. Pd2 c5 10. Dc2 Tb8 11. b3 b5 12. Lb2 Lh6 13. f4 bxc4 14. bxc4 Pg4 15. Pd1 Txb2 16. Dxb2 Lg7 17. Dc1 e5 18. h3 exf4 19. hxg4?

Hoe gaat zwart nu het sterkst verder? 19. Txf4 Lxa1 20. Dxa1 Pe5 is ietsje beter voor zwart.

19…Ld4+!

Een mooie tussenzet.

20. Kh1 fxg3 21. Lh3 21. Pf3 helpt ook al niet vanwege 21…Lxg4 22. Dg5 Lxf3 23. Dxd8 Txd8 24. Txf3 Lxa1

OPGAVE 3

Zwart heeft al de nodige verwoestingen aangericht op de koningsvleugel. Hoe gaat hij op deze voet verder? Bereken de consequenties nauwkeurig!

De foto van Paul Boersma is uit het Boeddhistisch Dagblad)

(De bron van sommige foto’s is onduidelijk, tenzij anders vermeld)

Over Herman Grooten

Herman is ruim 40 jaar schaaktrainer. Hij verzorgde lange tijd de schaakrubrieken in Trouw en het ED. Daarnaast was hij Topsportcoördinator bij de KNSB en is hij auteur van diverse schaakboeken en werkt hij voor Schaaksite. Klik hier voor series die hij op Schaaksite heeft gezet.

18 Reacties

  1. Avatar
    Richard Vedder 20 juli 2015

    Bij ons op de club kennen we de "Heuvelingloper". Clubgenoot Gijs-Cor Heuveling krijgt steevast stellingen op het bord met een loper op b2 en een vastgelegde pion op d4. Door een misverstand noemen mensen dat ook wel een "slechte loper". Die onverlaten kennen natuurlijk Botwinnik – Capablanca uit 1938 niet…

    www.chessgames.com/perl/chessgame?gid=1031957

  2. Avatar
    FlatlandR 20 juli 2015

    Tellen de Horwitz-lopers (a.k.a. raking bishops)?

    Jan Smeets had enkele jaren geleden opvallend vaak de zet Lb5-f1 in het Spaans. Toen hadden enkelen het over Smeets-loper, maar dat is niet aangeslagen.

  3. Avatar
    Hendrikom 20 juli 2015

    Er is ook zo’n paard, dat staat op h5, met eigen pionnen op g6 en g7 en witte pionnen op f2 e3 en g5 waardoor dat paard niet weg kan. Volgens mij een Nederlandse grootmeester die dat meer dan eens had :)

  4. Avatar
    wimw 20 juli 2015

    Toenmalig wereldkampioen Botwinnik wist wel raad met zo’n Panno-paard. In een partij tegen Jan Hein Donner [Wageningen 1958] staat dit paard eerst vrij werkeloos op a5. Als het naar b6 gaat, kijkt het tegen de pionnen c5 en d6 aan. En uiteindelijk staat het weer machteloos op a5, als Botwinnik een vrijpion creëert op c7. Een leerzame partij destijds geanalyseerd door Constant Orbaan in het Algemeen Handelsblad

  5. Avatar
    Henk Dissel 20 juli 2015

    @ Richard. Eindhoven heeft ook zo’n speler. De Bosscher-loper schijnt een begrip te zijn.

    @ Hendrikom Jouw formatie in het filter van Mega2015 ingevoerd. Ik kom Bosboom – Werle 2007 tegen, maar ook 2 x Gert Jan de Boer met zwart.

  6. Avatar
    MvanLeeuwen 21 juli 2015

    Het voorbeeld van Kotov rammelt m.i.toch wel.

    Wit wil aantonen dat hij paard slecht staat op a5 en speelt op koningsaanval waaronder twee zetten die een uitroepteken krijgen. En vervolgens kan zwart "gewoon" remise maken met een stukoffer.

    Dus of het is of een slecht voorbeeld, of het is slecht gespeeld door de witspeler die deze kans weggeeft.

    Het partij en het commentaar tonen in ieder geval niet aan dat wit voordeel heeft door het paard aan de rand.

  7. Avatar
    HermanGrooten 22 juli 2015

    Van de heer Wim Weehuizen ontving ik per e-mail ook een interessante reactie. Hij maakte mij attent op een zeer intstructieve partij die Botwinnik in 1958 won van onze eigen Jan Hein Donner. Donner wordt het slachtoffer van het ‘Panno-paard’. Hier is die partij.

    Botvinnik, Mikhail – Donner, Jan Hein

    1. c4 Pf6 2. Pf3 g6 3. g3 Lg7 4. Lg2 O-O 5. O-O d6 6. Pc3 a6 7. d4 Pc6 8. d5 Pa5 9. Pd2 c5 10. Dc2 Tb8 11. b3 b5 12. Lb2 bxc4 13. bxc4 Lh6 14. f4 e5 15. Tae1 exf4 16. gxf4 Te8 17. Pd1 Tb7 18. Lc3 Ld7 19. e3 Ph5 20. Pf2 Lg7 21. Lxg7 Pxg7 22. Dc3 f5 23. Lf3 Lc8 24. Pd3 Tf7 25. Tf2 Pb7 26. Tfe2 Tef8 27. Pf1 Da5 28. Dxa5 Pxa5 29. Tc2 Tb7 30. Pd2 Pe8 31. Tc3 Tb6 32. Ta3 Pb7 33. Tb1 Txb1+ 34. Pxb1 Pc7 35. Pd2 Kf7 36. Kf2 Ke7 37. h4 h6 38. Ld1 Ld7 39. Tb3 Pa5 40. Tb6 Ta8

    {bord}r7/2nbk3/pR1p2pp/n1pP1p2/2P2P1P/3NP3/P2N1K2/3B4 w – – 6 41,normaal,centrum,{/bord}

    41. Pxc5 dxc5 42. d6+ 1-0

    Hierbij na te spelen via de viewer:

    pgnFile:”./datas/users/3/74_botwinnik-donner_3.pgn”

    Het leuke is dat de heer Weehuizen ook een scan van een krantenknipsel waarin Orbaan die partij analyseert. Dit knipsel geef ik hier weer:

  8. Avatar
    HermanGrooten 22 juli 2015

    @MvanLeeuwen: Die inconsistentie zag ik ook pas op het laatste moment. Dat kwam omdat ik de variant met het stukoffer pas heel laat heb toegevoegd. Inmiddels heb ik wat uitvoeriger zitten kijken naar deze partij. En nu blijkt dat wit al op zet 27 zijn slag had kunnen slaan met 27. Pxh6! Als ik de engine moet geloven, kan hij een winststelling bereiken na 27… gxh6 28. Lxh6 Lxh6 29. Dxh6. Dus waarschijnlijk toch een goed voorbeeld maar er bleef veel onder de oppervlakte.

  9. Avatar
    wimw 22 juli 2015

    Voor mij was het Panno-paard maar een ongelukkig buitenbeentje dat passief op veld a5 geparkeerd staat, totdat ik een partij tussen Rossetto en Tal op het spoor kwam uit het interzonale toernooi in Bad Portoroz van 1958.

    De aanvalskunstenaar Tal weet het paard in een achttal zetten om te spelen naar h4, waar het actief deelneemt aan een mataanval, die de partij beslist.

    Rossetto verdedigt zich niet goed en daarom slaat dit door.

  10. Avatar
    Jeroen 23 juli 2015

    Google voor de grap maar eens op "Cees Rouw loper" en de eerste 2 hits vertellen je direct op welke schaakclub deze loper een begrip is: SK Souburg. Een dergelijke loper staat overigens bijvoorbeeld op a2, achter eigen pionnen op a4, b3 en c2, die op hun beurt weer vastgelegd zijn door zwarte pionnen op a5, b4 en c3. Iets minder bekend is de variant met een paard. Die zou in dit voorbeeld op a1 staan.

  11. Avatar
    brabo 24 juli 2015

    In een partijvoorbereiding van 2013 plande ik om mijn paard op a4 vrijwillig te laten vastzetten:

    {fen}r2q1r2/1b2npbk/p2p2pp/2pP4/Np2P3/1P2BN2/1P1Q1PPP/R3R1K1 w – – 0 18,normaal,centrum,Gevangen paard op a4{/fen}

    De variant kwam net niet op het bord, zie mijn artikel : schaken-brabo.blogspot.be/2014/02/mode.html

    De stelling bevat ondanks het gevangen paard best wel potentieel voor wit.

  12. Avatar
    HermanGrooten 25 juli 2015

    Dat is een grappig voorbeeld; het deed me onmiddellijk denken aan een buitengesloten paard op h4 dat bekend is uit het Dame-Indisch:

    1. d4 Pf6 2. c4 e6 3. Pf3 b6 4. Pc3 Lb4 5. Lg5 h6 6. Lh4 Lb7 7. Dc2 g5 8. Lg3 Pe4 9. e3 Lxc3+ 10. bxc3 Pxg3 11. fxg3 g4 12. Ph4

    {bord}rn1qk2r/pbpp1p2/1p2p2p/8/2PP2pN/2P1P1P1/P1Q3PP/R3KB1R b KQkq – 1 12,normaal,centrum,{/bord}

    Er zijn veel partijen mee gespeeld met behoorlijk wat succes voor de witspelers. Ik heb in de viewer 4 voorbeelden gevonden:

    pgnFile:”./datas/users/3/74_paardh4_3.pgn”
  13. Avatar
    brabo 25 juli 2015

    Het laatste voorbeeld na zet 14 Beliavsky – Miles is een thematische spiegeling van mijn opstelling.

    Ik herinner mij dat ik heel wat vraagtekens had bij de speelbaarheid van de stelling maar de computer bleef mij maar vertellen dat het gevangen paard echt geen probleem is.

    Dit soort verbanden ontdekken in het schaken, vind ik geweldig. In elk geval kan ik er evenveel of zelfs meer plezier uithalen dan partijen winnen en mijn rating te verhogen. Dat is misschien ook het verschil met vele leeftijdsgenoten die stuk voor stuk het bord aan de haak hangen.

    Ik las laatst ook het recentste boek van de grootmeester Karel van der Weide waar ik dit aspect van plezier hebben in het schaken te weinig terugvond.

  14. Avatar
    HermanGrooten 26 juli 2015

    Dit sterkt mij inderdaad in de overtuiging dat de intrinsieke motivatie om ons mooie spel te beoefenen een van de belangrijkste drijfveren is om te blijven schaken. Veel goede schakers haken af als de resultaten minder worden.

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.