HDC Media schaakrubriek 12 november 2011
Johan Hut
Van der Sterren eerlijk en open
Zit Nederland te wachten op de autobiografie van Paul van der Sterren? Velen zullen hun schouders erover ophalen, totdat ze het boek in handen hebben. ‘Zwart op wit, verslag van een schakersleven’ is een monumentaal werk geworden, dat een plek verdient in de toptien van mooiste Nederlandstalige schaakboeken aller tijden.
Paul van der Sterren (Venlo, 17 maart 1956) brak zijn rechtenstudie af toen hij in 1978 in het Hoogovenstoernooi een partij won van Viktor Kortchnoi. Hij werd beroepsschaker. In 1985 werd hij Nederlands kampioen, twee jaar later bereikte hij (tijdelijk) de tophonderd van de wereld. In 1993 werd hij voor de tweede keer kampioen. Bovendien bereikte hij een gedeelde tweede plaats in het interzonetoernooi in Biel, waarna hij in januari 1994 een kandidatenmatch voor het wereldkampioenschap mocht spelen tegen Gata Kamski, die hij met 4,5-2,5 verloor. Daarmee kwam Van der Sterren na Euwe en Timman het verst in de klassieke WK-cyclus. Hij werd in 1994 de nummer 45 op de wereldranglijst. In 2001 speelde hij zijn laatste toernooi, zijn 25e NK. Hij stopte met schaken, speelde daarna alleen nog een paar partijen voor zijn club HSG. In 2010 besloot hij weer competitiepotjes te gaan spelen voor Caïssa in Amsterdam. Tot zijn eigen verbazing, zo zei hij tegen een verslaggever van het bondsblad.
In het boek beschrijft Van der Sterren zijn schakersleven vanaf zijn jongste jeugd met ongekende eerlijkheid en precisie. Hij blikt terug op goede, maar ook op slechte momenten. En bij de goede momenten met een voor hem kenmerkende relativering. Zoals na zijn grootste succes, de tweede plaats in het interzonetoernooi 1993: “Door de vele reacties en interviews word je gedwongen te reflecteren op wat er eigenlijk gebeurd is. Je wordt tot een verklaring gedwongen, zodat iedereen je in een vakje kan stoppen, waarna zijn of haar wereldbeeld weer op orde is. Dat is niet zo gemakkelijk, want ik kan aan de ene kant toch moeilijk zeggen dat het een incident was en dat ik morgen gewoon weer naar de clubavond ga, of – aan de andere kant – dat ik om wat voor geheimzinnige reden dan ook getransformeerd ben in een supermens. Ik denk een bevredigende oplossing te hebben gevonden voor dit probleem door tegen iedereen die het horen wil iets te roepen in de trant van: ik hoop dat mijn prestatie andere Nederlandse schakers zal stimuleren. En laat iedereen vooral denken, als die Van der Sterren zoiets kan, moet ik dat zeker ook kunnen.” Even verderop schrijft hij dat zijn vriend Gert-Jan de Boer opmerkte dat Van der Sterren in Biel gewoon zichzelf was, alleen deze keer zonder fouten te maken.
Ook de partijanalyses zijn eerlijk. Van der Sterren heeft er niet voor deze gelegenheid de computer nog eens bijgehaald, maar opgeschreven wat hij destijds dacht. Zoals in een van de beslissende partijen voor het Nederlands kampioenschap van 1993. Het commentaar is van Van der Sterren in het boek.
Van der Sterren-Nijboer
1.d4 Pf6 2.c4 g6 3.Pc3 Lg7 4.e4 d6 5.f3 e5 6.Pge2 0-0 7.Lg5 c6 8.Dd2 Pbd7 9.0-0-0 Da5 10.Kb1 a6 11.d5 cxd5 12.Pxd5
Van aanvalskansen voor zwart is geen sprake meer en hij blijft met een achtergebleven d-pion zitten.
12…Dxd2 13.Pxf6+ Lxf6 14.Lxd2 Pc5 15.Le3 Td8 16.Pc3
Nu moet zwart 16…Le6 doen en op 17.Pd5 zijn goede loper geven voor het paard. Wat Friso doet is veel te optimistisch, of eigenlijk volstrekt onrealistisch. Hij probeert zijn slechte loper te ruilen en een paard op d4 te krijgen. Inderdaad, als wit hier tot in de puntjes aan meewerkt komt zwart nog goed te staan ook. Maar ja…
16…Pe6 17.Pd5 Lg5 18.Lxg5 Pxg5 19.Pb6 Tb8 20.c5
Overzien natuurlijk, maar zoiets simpels mag je gewoon niet overzien. Het is op slag uit.
20…f5 21.Lc4+ Le6 22.Lxe6+ Pxe6 23.cxd6 Kf7 24.exf5 gxf5 25.The1
Hier had hij het wel op kunnen geven, maar ik ben blij dat hij het niet deed. Vanaf deze zet voelde ik de meest verrukkelijke euforie in me opkomen, niet alleen vanwege de winst in deze partij, maar vanwege het in zicht komen van mijn missie in dit toernooi: kampioen worden.
25…Pd4 26.Pc4 Kf6 27.f4 b5 28.fxe5+ Ke6 29.Pa5
Zwart geeft het op.
In de laatste hoofdstukken werkt Van der Sterren op indringende wijze toe naar zijn merkwaardige beslissing om al op zijn 45e te stoppen met schaken. Een spel waarvan hij enorm houdt, zou je zeggen van iemand die een boek van vijfhonderd pagina’s over zijn ervaringen schrijft. Maar ook een spel en een wereld waarover hij zich continu heeft verbaasd. Vanuit dat dubbele gevoel heeft Paul van der Sterren een prachtboek geschreven. Meer informatie: www.newinchess.com.