HDC Media schaakrubriek 26 november 2011
Johan Hut
De toren is de steunpilaar
“Als je bij het begin van de partij naar de toren kijkt en hij staat daar zo onbeweeglijk in een hoek, voorlopig opgesloten, dan is het een rots waarop je kunt bouwen en vertrouwen, een steunpilaar. Later in de partij, als de toren het vrije veld heeft, dan krijg je meer het gevoel van een voortsnellende strijdwagen, die dood en verderf kan zaaien. Wat een metamorfose heeft de toren in zijn gehele geschiedenis meegemaakt!” Dit schrijven Hans Böhm en Yochanan Afek in hun boek ‘Wij presenteren: De Toren’, onlangs uitgegeven bij uitgeverij Tirion Sport. Het is het tweede deel in een serie over de stukken van het schaakspel, vorig jaar verscheen een deel over de pion. Net als in deel 1 beginnen de schrijvers met zeven pagina’s over de geschiedenis van het schaakspel sinds het jaar 4000 voor Christus, overigens hetzelfde verhaal als in het eerste boek. Daarna volgen acht pagina’s over de geschiedenis van de toren, die vele gedaantewisselingen heeft ondergaan. In de oudste voorlopers van het schaakspel was het een strijdwagen, getrokken door paarden. Omdat die in waterrijke gebieden vastliep in de modder werd er een boot van gemaakt, in het Russisch heet de toren nog steeds boot. In Perzië maakte men er een kameel van, het ‘schip van de woestijn’. Via de olifant evolueerde het stuk zich uiteindelijk tot de huidige toren.
De hoofdmoot van het boek bestaat uit zestig hoofdstukken met opgaven, gerangschikt naar thema’s als mat achter de paaltjes, toren tegen vrijpion, eeuwig schaak, open lijn, torenpaar domineert dame en winnende rokades. In het hoofdstuk ‘Activiteit boven alles’ staat een leerzaam fragment van Afek zelf, uit het Corustoernooi in 2005 in Wijk aan Zee tegen de jonge Kevin Tan.
Tan-Afek
Zwart heeft een gevaarlijke e-pion. De vraag is of zwart daarvoor met zijn toren zijn a-pion mag loslaten. Wit krijgt dan twee verbonden vrijpionnen, weegt de zwarte e-pion daartegen op? Vraag is ook, zo zullen we zien: kan de zwarte toren actiever worden dan de witte?
1…Td6 2.Ke2 Td2+ 3.Ke3 Kc2 4.Txa6
Wit gaat voor de twee mooie verbonden vrijpionnen. De schrijvers geven als alternatieve variant 4.b4 Kd1 5.Ta3 (anders 5.Txa6 Td3+ 6.Kf2 e3+ en de zwarte pion loopt door) 5…Txg2 6.Kd4 Kd2 7.Txa6 e3 en ook nu loopt de zwarte pion door.
4…Kd1 5.Te6
Waarschijnlijk heeft wit helemaal niet naar Ke1 gekeken. Had hij die zet willen voorkomen, dan zou na 5.Tc6 Td3+ 6.Kf2 e3+ de e-pion makkelijk doorlopen.
5…Ke1
Deze zet zou ook in het komende boek over De Koning mogen. Wat staat hij daar machtig, na het hele veld te zijn overgestoken van e8 naar e1. Maar het is de toren die het vonnis voltrekt, wit kan er niets meer aan doen.
6.a4 Td3
Mat.
In het boek staan leerzame fragmenten, maar ook komische.
Bij dit diagram zie je direct dat die stelling nooit in een partij zal voorkomen. Hij is dus bedacht om iets grappigs te laten zien. De opgave is in 1960 gecomponeerd door O. Gallischek. De zwarte koning kan niet zetten, dus als zwart zijn toren weggeeft staat hij pat. Dat heet een dolle toren, zwart kan die toren voortdurend aanbieden. Maar het hoofdstuk in het boek heet ‘Dolle toren onder controle’. Oftewel, is hij wel echt dol? We zullen zien.
1…Tf3+
Als wit hem slaat staat zwart pat, na 2.Ka2 Ta3+ 3.Kb1 Ta1+ is wit al gedwongen hem te slaan en is het ook pat. Hoe lost wit dit op?
2.e3 Txe3+ 3.c3 Txc3+ 4.Ka2 Ta3+ 5.Kb1 Ta1+ 6.Kc2 Tc1+ 7.Kd3 Tc3+
Om moedeloos van te worden? Nee hoor.
8.Ke2 Te3+ 9.Kf1 Te1+ 10.Kg2 Tg1+ 11.Kf3 Txg3+
Niet alleen de koning en de pionnen, maar ook de witte toren mag de zwarte toren niet slaan. Andersom trouwens ook niet, want dan gaat de witte pion naar c8.
12.Ke2 Te3+ 13.Kd1 Te1+ 14.Kc2 Tc1+ 15.Kb3 Tc3+ 16.Ka2
Hoe is het mogelijk! Probleem opgelost.
16…Ta3+ 17.Txa3
Mat.
Het boek staat vol met boeiende opgaven op de linker pagina’s en duidelijke uitleg over de antwoorden op de rechter pagina’s. Schakers van alle niveaus kunnen ervan leren en er plezier aan beleven. Het is te bestellen via www.defonteintirion.nl en via de boekhandel.