Het leven van Dimitri Reinderman (deel 1)
Als medewerkers van Schaaksite zijn wij enorm trots op onze collega Dimitri Reinderman, die als veteraan (40) met de Nederlandse titel een (voorlopige) kroon op zijn schaakcarrière heeft gezet. In een korte serie zet ik die carrière van onze kleurrijke vriend op een rijtje.
|
Dimitri Reinderman in 1997. Foto: Johan Hut
|
Dimitri Reinderman werd geboren op 12 augustus 1972 in Hoorn. Als jeugdspeler boekte hij successen. In 1990 werd hij (slechts) gedeeld zesde bij het Nederlands Jeugdkampioenschap. Daar viel hij wel op, hij kreeg de J.H. Donnerprijs voor de meest ondernemende speler. Peewee van Voorthuijsen in het bondsblad: “Terecht, want naast een aantal fraaie overwinningen was hij ook in zijn verliespartijen duidelijk aanwezig.” In 1991 werd hij samen met Stan van Gisbergen eerste, maar er werd geen beslissingswedstrijd gespeeld. Van Gisbergen kreeg de titel op basis van sterkste tegenstand, gek genoeg niet berekend naar weerstandspunten maar naar rating. (edit Dimitri: vanwege mijn veel hogere rating won Stan de titel op gemiddelde tegenstand en mocht hij ook nog naar het WK…)
|
Eind van het jaar mocht Reinderman wel naar het Europees Jeugdkampioenschap, dat al sinds de start in 1972 in Nederland werd gespeeld. In Arnhem werd hij gedeeld derde, maar liep de bronzen medaille mis vanwege het tiebreaksysteem. Vladimir Kramnik eindigde gelijk met Reinderman, Loek van Wely (die niet aan het NJK had meegedaan) werd gedeeld achtste en Van Gisbergen speelde niet mee.
Na afloop van het toernooi vulde hij net als alle spelers een vragenlijst in voor het toernooiboek. Reinderman schreef dat hij schaken had geleerd op zijn zesde, dat ‘het leven en katten’ zijn twee favoriete hobby’s waren, dammen zijn favoriete sport, Jannes van der Wal zijn favoriete schaker en grootmeester worden zijn doel in het schaken. Dat was iets minder ambitieus dan Kramnik, die ‘een sterke grootmeester worden’ invulde.
Nederlands kampioen
In 1992 volgde dan het ultieme resultaat. Mede opgejaagd door Jaap de Jager, die ondanks een nederlaag tegen Reinderman op 7 uit 8 kwam, kwam Reinderman zelf uiteindelijk op 8,5 uit 9. Er zijn in de geschiedenis maar een paar Nederlandse jeugdkampioenen geweest met die score. Dankzij twee subsponsors kreeg hij als prijs een personal computer. De meisjeskampioen Helène Wuts mocht kiezen tussen een schaakcomputer en een stereotoren. Kennelijk vonden de sponsors plaatjes draaien meer bij meisjes passen dan zoiets nieuwerwets als een pc.
Bij het Europees kampioenschap, deze keer in Sas van Gent, werd Reinderman gedeeld tweede. Rini Kuijf in het bondsblad: “Naast het schaken viel Reinderman op door zijn rare fratsen. Ik zag hem op een gegeven moment in gevecht met de wedstrijdleider omdat hij zijn notatiebiljet na de partij niet wilde afgeven. Ongetwijfeld bang dat het voor veel geld van de hand zou gaan. Het is te hopen (maar niet te verwachten) dat zijn gedrag in de toekomst zal verbeteren. Anders gaan organisatoren zware tijden tegemoet en kunnen de psychiaters vast hun bank oppoetsen.” Nou ja, we weten wie het schrijft, zullen we maar zeggen.
Wereldniveau
Op het wereldjeugdkampioenschap in Buenos Aires bewees Dimitri Reinderman voor de derde keer dat hij tot de sterkste jeugdschakers ter wereld behoorde. Eerst schreef hij zelf in het bondsblad dat hij het enorm naar zijn zin had gehad. “Er werden leuke dingen zoals een nachtleven georganiseerd en ik werd niet als randdebiel behandeld omdat ik vegetarisch eten wou, zoals me in België eens gebeurde.” Er deden geen Russen mee (wel spelers uit andere voormalige Sovjetstaten), wat Reinderman de hoop gaf op de eerste plaats. Hij werd gedeeld derde, maar kreeg geen bronzen medaille. Enorm de pest had hij in over een nederlaag vanuit goede stelling tegen de uiteindelijke kampioen Pablo Zarnicki. Reinderman: “Ik ben er nog steeds niet overheen. En dan te bedenken dat Zarnicki tien keer erger liet zien en dan nog won. Het is dat hij twee keer Kasparov versloeg in diezelfde maand (in een kloksimultaan en met snelschaken), anders zou ik van de zwakste winnaar in jaren spreken. Maar goed dat ik het niet geworden ben.”
Nu hij toch in het bondsblad aan het schrijven was, wilde hij ook nog wel reageren op Kuijf: “Nee hoor, ik ben niet boos op Rini Kuijf. Hij weet blijkbaar niet beter. Het is te hopen (en ik verwacht het ook wel) dat Rini voortaan wat zorgvuldiger zal zijn. Anders wil ik wel een wedstrijdje psychopathologie met hem spelen.”
(wordt vervolgd)
Johan, klopt het wel dat Dimitri schreef:…"Jannes van der Wal zijn favoriete schaker…"Jannes was voornamelijk een dammer,vandaar.
Je schrijft ook dat in hetzelfde toernooi Jaap de Jager op 7 uit 8 en Dimitri op 8.5 uit 9 kwam ,klopt dit?
"Nu hij toch in het bondsblad aan het schreven…..",wat is schreven?
Als je inderdaad 1 of meerdere correcties toepast,kun je mijn commentaar verwijderen.
Typefoutje inderdaad. Maar de rest klopt helemaal. Dimitri noemde Jannes zijn favoriete schaker, maar zulke vragenlijstjes worden niet door iedereen serieus ingevuld. Als hij Timman had ingevuld had ik het niet eens vermeld.
Dat van Jaap de Jager klopt, maar is misschien niet duidelijk. Jaap begon met 7 uit 8, waarmee hij Dimitri opjoeg. Maar hij verloor zijn laatste partij. Dus Dimitri had anderhalf punt voorsprong in de eindstand, waardoor dat ‘opjagen’ niet meer te zien was.
Theo Dekker vult aan dat Dimitri in 1987, 1988 en 1989 snelschaakkampioen van Nederland was bij de jeugd en dat hij in dat laatste jaar Loek van Wely (7e) en Theo Dekker (7e) voorbleef. Als ik even aanneem dat dat in het voorjaar of de zomer was, was Dimitri dus 14, 15 en 16 jaar oud. Loek is slechts een paar maanden jonger dan hij. Dimitri is dus altijd een sterke snelschaker geweest, wat een belangrijke kanttekening is bij zijn finale tegen Wouter Spoelman. Toch staat hij niet bekend als iemand die aan de lopende band snelschaaktoernooien won, zoals het fameuze trio Bosboom, Carlier, Knoppert.
Sorry, Loek van Wely werd 2e. Theo Dekker 7e.
Jannes was op het moment dat ik het schreef meer schaker dan dammer.
Wie de meeste snelschaaktoernooien gewonnen heeft weet ik niet, maar ik ben denk ik wel een betere snelschaker dan Bosboom, Carlier of Knoppert.
Dimitri, klopt het verhaal over dat notatiebiljet?
Waarschijnlijk erg aangedikt door Kuijf.
Johan,ik hoop dat in je volgende delen iets meer bekend wordt omtrent de reden waarom Dimitri op het wereldpodium v/h schaken niet minstens op dezelfde trede staat als loek van Wely.Want, het was een enorm talent!!En met een enorm getalenteerd schaker moet je omgaan als oma met haar porseleinkast.Richard Vedder schreef al dat jij een groot schaakarchief hebt,dus zie ik met spanning uit naar deel 2.
Jannes werd inderdaad schaker, dammen vond hij niet meer interessant. Volgens mij gaf hij nog wel gecombineerde schaak/dam simultaans. Zijn rating ging geloof ik ook hard richting 2300. Onder andere had hij Rudy Douven geloof ik al verslagen. Ik denk dat het een hele sterke schaker zou zijn geworden! Dimitri, ondervoond ik aan den lijve, was een hele sterke snelschaker. Twee keer winst in Utrecht voor Van Wely en Sokolov onder andere. Chrysantentoernooi, nog wel meer toernooien (ik kan het weten
) Was het nu mijn schuld dat Dimitri in 92 jeugdkampioen werd?
Duberry, als Van Wely betere resultaten boekt dan Reinderman, is natuurlijk niet zomaar aan te wijzen hoe dat komt. Maar er komen in de volgende delen wel een paar aspecten aan de orde. Dat beiden even oud waren, kan bij een beperkt trainingsaanbod (van de KNSB) in het nadeel van een van de twee zijn en dat was Reinderman, zei hij eens tegen een verslaggever van de Daklozenkrant. Ja, ik heb inderdaad een groot archief
Maar het zou me niets verbazen als Dimitri het zelf genuanceerder ziet dan in artikelen en interviews gestaan heeft. Vanavond ga ik weer even aan het werk. Ik denk van het laatste jeugdkampioenschap (dat ik hierboven beschreven heb) tot en met het winnen van Hoogovens-B in 1998. Daarna werd Dimitri vijfde en ik dacht ook even vierde van Nederland, achter wat toen de grote drie waren: Timman, Piket en Van Wely. Die drie kregen alle aandacht en dus ook mogelijkheden om zich te ontwikkelen (Piket en Van Wely). In die richting moet je het antwoord op je vraag misschien zoeken. Piket speelde gesponsord door Joop van Oosterom tien oefenmatches tegen wereldtoppers terwijl Dimitri achter de helpdesk van Demon zat. Nu zeg ik het een beetje zwart-wit.
Volgens mij is het ook zwart-wit.
De discussie is nog steeds actueel. De momenteel beste jeugdspeler, Giri, krijgt nu een groot jaarlijks budget. € 90.000, als ik goed ben geïnformeerd. De overige jeugdspelers krijgen (vrijwel) niets. Het staat buiten kijf dat Giri de beste is. Maar door die enorme sponsoring is iedere verdere vergelijking tussen hem en andere talenten bij voorbaat zinloos.
Een andere vraag is wat het op de lange termijn oplevert. De hierboven genoemde Piket is bijvoorbeeld al jaren geleden gestopt met schaken. Een te respecteren besluit, uiteraard, maar voor het Nederlandse schaken wel een groot gemis.
Reinderman schaakt gelukkig nog steeds en toont zich, onder meer door de artikelen die hij hier schrijft, een goede ambassadeur voor de Nederlandse schaaksport.
@Lucas, hij krijgt € 90.000 van de bond per jaar, en hoeft niet eens op te komen draven bij het NK?
Dat geld krijgt ie van het NOC-NSF
@Leo, alle details herinner ik me niet meer, maar ik geloof dat die € 90.000 wel in mindering is gebracht op de subsidie van het NOC-NSF aan de KNSB.
Dat Giri niet heeft meegedaan aan het NK lijkt me logisch. Dat zou net zoiets zijn als het toestaan van doping aan slechts één deelnemer van de Tour de France en je dan afvragen wie er gaat winnen.
Giri strijdt nu op een ander niveau en daar vertegenwoordigt hij Nederland zeer goed. Hij staat nu op een score van 50% tegen de wereldtop.
NOC*NSF geeft 90.000 euro voor Giri, dat zal zoiets als talentbegeleiding heten. Maar ik geloof niet dat als we niet zo’n talent hadden gehad, de KNSB die 90.000 euro ergens anders voor gekregen had. ‘In mindering gebracht’ lijkt mij niet juist. Waarschijnlijk heeft NOC*NSF een ’talentenpot’. Dit zijn allemaal aannames van mij, maar het zou me verbazen als ik er ver naast zit.
Vergelijk het met de A-, B- en C-status. Peng heeft ook een tijd geld van NOC*NSF gehad, omdat ze tot de tien sterkste vrouwen ter wereld behoorde. Dat werd ook niet ergens anders op in mindering gebracht. Tenminste niet bij de KNSB, het geld had ook naar een zwemster of hardloopster kunnen gaan.
@Lucas, dat gebeurt bij de huidige tour toch ook? Er steekt er in ieder geval 1 met kop en schouders bovenuit
Ik weet niet precies hoe ik je opmerking over doping moet opvatten: is het goed dat hij niet meedoet, omdat hij wel een sponsor heeft? Dan zou je kinderen met rijke ouders ook moeten tegenhouden bij jeugdtoernooien. Of is het goed dat hij niet meedoet omdat hij té goed is? Zouden we dan Carlsen ook zo langzamerhand niet moeten vragen of hij wil stoppen tot we tegen andere planeten kunnen schaken?
Ik ben misschien gewoon een te grote voorstander van breedtesport boven topsport om hier objectief te reageren, maar ik zou het zelf gewoon erg op prijs stellen als Giri mee zou hebben gedaan. Alleen dan krijg je toch immers de echte kampioen van Nederland boven water.
Ja, ik ook, dan had ik 1200 extra verdiend (aangenomen dat Giri niet boven de 5.5 uit 7 zou komen).
Volgens mij wordt het niveau dat een schaker bereikt in hoofdzaak bepaald door twee factoren:
1. Aangeboren talent (en daaraan gerelateerde aspecten, zoals enthousiasme, werklust, etc.)
2. Hoeveel tijd effectief besteed aan het schaken (waaronder studie, training, toernooien, etc.)
De tweede factor is sterk te beïnvloeden met geld. Rijke ouders helpen daarbij zeker, zoals Leo terecht opmerkt. Een bekend voorbeeld hiervan was de legendarische Paul Morphy, die zijn hele leven nooit heeft gewerkt. Erg gelukkig is hij daarvan overigens niet geworden. Maar hij had wel alle tijd beschikbaar om te schaken en zijn resultaten zijn bekend.
Als het doel is om het schaken te promoten en te bevorderen, dan zou ik die € 90.000 op een andere manier hebben besteed. Ik vermoed dat het met dit extra budget wel mogelijk geweest zou zijn om de gehele Nederlandse top deel te laten nemen aan het NK, inclusief Reinderman en Giri, maar ook Van Wely, Tiviakov, Sokolov, Timman, Van der Doel, etc.
Maar helaas, ik zit niet in het NOC*NSF.
Maar het doel van NOC*NSF is niet om schaken te promoten en te bevorderen. Het doel is om een sporter (in dit geval een schaker) in de wereldtop te krijgen. Dat kan indirect, door de sport in de breedte te steunen, maar NOC*NSF doet het direct: afwachten wie blijkt er voldoende potentie voor te hebben en daar dan het geld in stoppen. En als er geen schaker is met wereldtoppotentie, stoppen ze het geld in een zwemmer.
Er lijken mensen te zijn die denken dat NOC*NSF 90.000 euro overheeft voor de schaaksport en dat wij mogen kiezen hoe dat te besteden. Maar dat is dus niet (meer) zo. NOC*NSF wil Giri in de top tien van de wereld.
@Johan, wat jij schrijft over de top10 doelstelling van het NOC*NSF is waar. Maar tegelijkertijd is een andere doelstellng de algehele sportparticipatie te bevorderen, zie www.nocnsf.nl/sportparticipatie
Wat Giri betreft: ca. 2 jaar geleden had hij een rating van 2722, 1 jaar geleden 2730, momenteel 2734. Deze maand heeft Giri een loodzwaar toernooi gespeeld tegen de wereldtop. Resultaat: een verdienstelijke 50%. Elowinst echter slechts 2,9 punt. Voor een top10 notering is momenteel 2769 nodig. Dat kan dus nog wel even duren.