Het voorstel remises af te schaffen
Het voorstel remises af te schaffen
Het voorstel van Kasimdzhanov
In het kader van de modernisering van de FIDE heeft Rustam Kasimdzhanov (geb. Tasjkent, 5 december 1979, FIDE wereldkampioen 2004) gebruik gemaakt van de mogelijkheid die de FIDE hem in het kader van de internetconsultatie heeft geboden. Hij heeft op 22 juli 2011 een voorstel gedaan.
Het is een interessant voorstel, waarvan het gewenst is kennis te nemen. Wat mij erg aanspreekt is de openhartigheid ervan. Kasimdzhanov laat een inkijkje zien in de topwereld.
Open brief met een voorstel van Kasimdzhanov
Beste schaakvrienden,
In verband met een aantal crises dat ons edel spel de afgelopen tijd doormaakt, schrijf ik deze open brief aan zowel de FIDE als aan de gehele schaakwereld. Deze crisis omvat niet alleen een algemene ontevredenheid van sponsors, organisatoren en amateurs; ook onder professionals bestaat enig toenemende onbehagen. Nogal wat traditionele toernooien worden niet langer meer georganiseerd; en aan wat er resteert, doen steeds meer buitengewoon sterke spelers mee die strijden om hetzelfde prijzengeld. Op hetzelfde moment zijn overal stemmen te horen over ernstige bezorgdheid over het gebrek aan actief strijdende wedstrijden op toptoernooien, en over beruchte snelle remises.
Om te begrijpen waarom onze sport nooit de hoogten heeft bereikt die zij verdient, vind ik het nuttig een kijkje te nemen bij een sport die met die van ons is te vergelijken: tennis. In beide spelen wordt de wedstrijd bepaald door twee persoonlijkheden, die in hun strijd een breed scala aan technische wapens laten zien. Het is een strijd om snelheid en precisie, geduld en kennis. Hoe komt het dat ondanks deze min of meer overeenkomsten, ondanks het feit dat veel meer mensen wereldwijd kunnen schaken, we in alles lichtjaren achter lopen op tennis, dat succes in beroepssport laat zien?
De redenen zijn ongetwijfeld talloos, maar het hoofdprobleem volgens mij, is het bestaan van de mogelijkheid van remise als uitslag van de partij. Snelle remises (en ik ben er zelf ook enige overeen gekomen) laten ons spel meer lijken op een academische activiteit voor insiders, in plaats van op sport. Echter, remise kan niet worden vermeden – de voorbereiding vandaag de dag en de daarbij behorende kwaliteit van het schaakspel zijn zodanig dat remise, en in feite de snelle remise, het meest voor de hand liggende resultaat is tussen twee spelers die goed zijn voorbereid. Toch zijn topspelers in een goed georganiseerd toernooi na tien minuten remise overeen gekomen en staan op om naar hun hotelkamers te gaan. Deze manier van gedragen maakt het schaakspel niet aantrekkelijk.
Om terug te keren op het tennis, naar mijn mening is de belangrijkste aantrekkelijkheid daarvan het feit dat elk afzonderlijk gevecht tot een uitslag leidt: aan het eind van de dag is er een winner en een verliezer. Het bezorgt iedere toeschouwer een kick om Nadal en Federer de baan op te zien komen, en zeker te weten dat een van hen zal overwinnen en de ander zal zien verliezen. Kortom, om het plastisch uit te drukken: men wil bloed zien. En het zal grote kampioenen opleveren.
Echter, in ons spel is het anders. We hebben ook grote kampioenen, maar hun grootheid is slechts beperkt tot insiders van het spel. Om succesvol te worden buiten onze kleine wereld om de voorpagina’s te halen en de televisie, en om daarmee inkomsten te verwerven, hebben we kampioenen nodig die het grote publiek aanspreken, zelfs dat publiek dat niets begrijpt van het schaken. Denk bijvoorbeeld aan de winnende streak dit jaar van Novak Djokovic. Dat is iets waaraan een overwinning in een super toernooi met 8 uit 12 niet kan tippen.
En nu komt mijn voorstel.
Als we succes willen, sponsors, publiek en de rest willen bereiken, moeten we die remises in klassieke toernooien afschaffen. En niet door Sofia rules – toernooien met Sofia rules laten evenveel remises zien als andere toernooien. En niet door de dertig zetten regel, waarbij spelers juist wachten met remise tot ze de dertigste zet hebben bereikt. We moeten het heel anders aanpakken. Zoals de tie-break in het tennis. We gaan voor een resultaat. Elke dag.
En zo werkt het. We spelen het klassieke schaak, laten we zeggen met een bedenktijd van vier tot vijf uur. Remise? Geen probleem, verander de kleuren, geef de spelers elk twintig minuten en speel opnieuw. Opnieuw remise? Tien minuten elk, verander de kleuren en speel opnieuw. Tot er die dag een winnaar is. En de winnaar wint de partij en krijgt een punt, de verliezer krijgt een nul; en dienovereenkomstig wordt de rating vastgesteld, waarbij het er niet toe doet of het resultaat is bereikt met klassiek spel, rapid of snelschaak.
Op deze wijze worden de verwachtingen van het publiek nimmer achtergesteld. Er zal altijd een winnaar zijn, er zal altijd bloed zijn te zien. Er komt een tijd van grote kampioenen, omdat er met dit systeem een tijd komt waarin Vishy of Magnus Wijk aan Zee zal winnen met 13 uit 13, er zullen winnende streaks zijn, waarin sommige grote kampioenen 50 partijen op rij zullen winnen. We halen de voorpagina’s.
En nog veel meer. Het zal onze sport goed doen. Niet alleen sponsors, aandacht en prijzen. Het zal in wezen goed zijn voor ons spel. Mensen zullen heel goed hun best doen om met wit te winnen, en niet met zwart in een rapid partij. In plaats van remise aan te bieden in een iets betere eindstelling om zo de krachten te sparen om daarna naar een film te kijken, laten schakers alles zien wat ze kunnen om de eindstelling te winnen. In wezen zal dit systeem het klassieke schaken verder ontwikkelen.
En er is veel meer. Vaak voelen spelers zich ’s ochtends rot en als ze met wit spelen beginnen ze de partij met de mentaliteit van ‘Ik ga vandaag voor remise’.
Stel je es voor, wat gebeurt er met zo’n andere mentaliteit? Schaken wordt een echte sport. Schakers staan ’s ochtends op in de wetenschap dat ze die dag zullen winnen of verliezen. We komen naar het bord en staan er klaar voor om te schaken. En precies zoals we komen kijken om Federer te zien spelen – we zien zijn opzwepende forehand, zijn vruchteloze slice, zijn hamerslag van een serve en zijn vlekkeloze terugkomst – gaat er zo ook iets gebeuren bij het schaken. Elke dag zien we spelers als Aronian en Grishuk druk uitoefenen met wit, zich met zwart wringen uit moeilijkheden om met enkele snelle kunsten het steeds groter wordende publiek aan te spreken. Dat is iets waar ik naar wil kijken en wat ik wil spelen.
Grootmeester Rustam Kasimdzhanov
Prachtig voorstel. Waar is de eerste toernooidirecteur die hiermee gaat experimenteren?
Ik vind het een slecht plan.
Een heel punt kunnen krijgen nadat je met wit in 8 zetten remise speelt vind ik onjuist.
"Om succesvol te worden buiten onze kleine wereld om de voorpagina’s te halen en de televisie, en om daarmee inkomsten te verwerven, hebben we kampioenen nodig die het grote publiek aanspreken, zelfs dat publiek dat niets begrijpt van het schaken."
Helaas, schaken is niet aantrekkelijk voor het grote publiek dat niets begrijpt van schaken. Vergelijk met het spel go. Go kent geen remise.
Heel zelden is er een stellingsherhaling, dan wordt opnieuw gespeeld.
Ik begrijp weinig van go. Als het op TV komt ga ik echt niet kijken naar de spelers die om de beurt een wit en zwart rondje op een bord leggen.
Het voorstel heeft nog een nadeel. Wie een toernooi wil winnen zal met zwart vooral de remise opzoeken om het dan met wit af te maken. Dat is toch jammer. Gary Kasparov speelde bijvoorbeeld graag met risico KoningsIndisch met zwart. Met zwart winnen gaf hem meer kans op uiteindelijke toernooiwinst.
De argumentatie van het voorstel (waarbij de vergelijking met tennis wordt gemaakt) is erg dom. Er zijn sporten waarbij een gelijkspel mogelijk is, en sporten waarbij een winnaar mogelijk is. Als je die wilt vergelijken en er zinnige conclusies uit wilt trekken, moet je je niet tot twee sporten beperken.