HMC Calder wint Brabantse derby van Stukkenjagers

In Tilburg stond afgelopen zaterdag een massakamp tussen De Stukkenjagers en HMC/Calder op het programma. In de sfeervolle bovenzalen van ‘De Harmonie’ werd een verbeten strijd geleverd op maar liefst 34 borden tussen beide Brabantse verenigingen. Uiteindelijk viel de uitslag nogal hoog uit in het voordeel van de Bosschenaren want dit waren de uiteindelijke uitslagen:

Stukkenjagers 1 HMC 1 4-6
Stukkenjagers 2 HMC 2 2½-5½
Stukkenjagers 3 HMC 4 5-3
Stukkenjagers 6 HMC 7 1½-6½
13-21

Vooral in die laatste wedstrijd, waarover sommige omstanders spraken van een soort kinderspeeltuin, gezien het jeugdige talent dat HMC op de been had gebracht, vielen raken klappen. Naar verluidt slaagde een Stukkenjager er niet in om een partij met het hele bord meer in winst om te zetten; de partij eindigde in pat! Het Brabantse gezegde “God weet alles, maar de Bosschenaar weet het beter”, was dus aardig van toepassing, op deze druilerige zaterdagmiddag.

(Verbeten strijd aan de laatste twee borden, links vooraan Bianca Muhren en links achteraan Mark Clijsen)

Ik zal me maar beperken tot het verhaal van de beide eerste teams. Na de toch wat onnodige nederlaag in de eerste ronde, waren De Stukkenjagers erop gebrand om juist in deze derby hun tanden te laten zien. Een gemiddeld ratingverschil van zo’n beetje 100 punten op elk bord, moest dan maar met inzet goed gemaakt worden. Deze week reist een gedeelte van het team af naar Israël om daar aan de Europa Cup mee te gaan doen. Daar wordt de prachtige derde plaats van het vorige seizoen verzilverd. Die is na de nederlaag van de tweede ronde ver weg. Het degradatiespook dient zich nu al aan, hoewel het seizoen nog lang is.

Ondanks het ratingverschil kwam de wedstrijd in de buurt van een 5-5-gelijkspel hoewel dat het maximaal haalbare zou zijn voor de Tilburgenaren. HMC/Calder was sterk opgekomen, met GM Fridman in de gelederen en verder de IM’s Burg, Bok, Bosch, Miedema en Van der Stricht.

De eerste meevaller aan Stukkenjagerszijde was in de partij Miedema-Konings. Zwart stond heel behoorlijk en bood toen remise aan. Dat aanbod werd geweigerd en van schrik blunderde de zwartspeler. Hij liet namelijk een stukoffer toe dat de witspeler een winnende aanval opleverde. Maar op het moment suprême struikelde Miedema over de volgorde van de zetten. In plaats van de winnende, speelde hij de verliezende. Het commentaar is grotendeels van Konings.

Miedema, David – Konings, Frans

1. Pf3 e6 2. c4 Pf6 3. g3 d5 4. Lg2 Le7 5. O-O O-O 6. Dc2 Pbd7 7. b3 c6 8. Lb2 b6 9. Pc3 La6 10. d3 Tc8 11. e4 b5 12. Tfe1 dxc4 13. dxc4 bxc4 14. bxc4 Lxc4

Zwart staat natuurlijk prima hier. Ik denk dat David gemist had dat hij na 15. Da4,Pb6 niet op a7 mag pakken wegens Ta8,Db7, La6! en de dame is gevangen.

15. e5 Pd5 16. Pe4 P7b6 17. Tad1 Pb4 18. Dc3 P4d5 19. Dc2 Pb4 20. Dc3 P4d5

Hier bood ik remise in volle overtuiging dat dat ook aangenomen zou worden. David weigert echter met Dc1 en prompt doe ik van de schok een slechte…overigens was ipv Pd5 terug Pd3 sterk geweest. Zwart staat dan beter.

21. Dc1 Lb4

Heel slordig om veld f6 los te laten, maar ik had de bedoeling van het sluwe Dc1 helemaal niet door…

22. Pf6+

Aha…wit heeft nu een winnende aanval.

22… gxf6

22… Kh8 23. Te4 gxf6 24. exf6.

23. exf6 Kh8 24. Dh6

Veel eenvoudiger wint 24. Pg5! met de dreiging Dc2 (HG).

24… Tg8 25. Pe5 Df8 26. Le4

Erg fraai allemaal.

26… Tg6

27. Pxg6+

Maar niet zo helaas…de omdraairegel doet weer eens opgeld. Na Lxg6 kan zwart gevoeglijk opgeven. 27. Lxg6 Dxh6 28. Pxf7+ Kg8 29. Pxh6+ Kf8 30. Lf7 is het uit (HG).

27… fxg6 28. Dxf8+

David vertelde me dat ie overzien had dat er op c3 iets tussen kan.

28… Lxf8

Txf8 verliest, maar dat was niet moeilijk om te zien.

29. Lf3 Kg8

Zwart staat gewonnen nu. De rest is niet moeilijk meer.

30. Lg4 Pc7 31. Te5 Ld5 32. Ld4 c5 33. Lc3 Kf7 34. Te2 Ld6 35. La5 Tb8 36. a4 c4 37. Tee1 Lc5 38. Lc3 Pxa4 39. Le5 Tb7 40. h4 Pb5 41. Ta1 Pb6 42. Ta6 Ld4 43. Lxd4 Pxd4 44. Tea1 c3 45. Txa7 c2 46. Txb7+ Lxb7 47. Tc1 Le4 48. Ld1 cxd1D+ 49. Txd1 Pf3+ 0-1

Ondertussen had Jeroen Bosch zijn pupil Anne Haast aan zijn zegekar gebonden. In een Siciliaanse stelling miste Anne een kans en zij kwam er daarna nauwelijks meer aan te pas. Daarna gebeurde er niet veel, het duurde tot aan het vierde uur toen er heel wat partijen plotseling eindigden.

(Een stralende Mart Nabuurs na zijn overwinning op een IM)

Daar zat een tweede meevaller aan Tilburgse zijde tussen, want Mart Nabuurs, ook al met zwart, had zijn tegenstander Van der Stricht omver gekregen. Die raakte de draad in het late middenspel kwijt en dat kostte hem een volle kwaliteit. Hoewel Nabuurs nog even zijn traditionele tijdnoodfase moest overleven, lukte het hem om zonder kleerscheuren de veertigste zet te halen, waarna direct werd opgegeven.

(Jeroen Bosch na de partij)

De stand werd door HMC gelijkgetrokken toen Cor van Dongen plotseling de mist in ging tegen Jasper Broekmeulen. In een stelling die er optisch goed uitzag voor wit, bleek dat zwart heel wat verborgen resources had. Met een venijnige truc brak hij door en daarna was er geen redden meer aan.

Vrijwel tegelijkertijd had ook Jan Sprenger het ratingoverwicht van tegenstander Fridman overbrugd. Met zwart hield hij de grootmeester keurig in bedwang en ook met weinig tijd op de klok bleef hij zich koeltjes verdedigen. Jan liet weten dat hij erg slecht had gestaan maar dat ook iemand met 2670 ook niet altijd even scherp is… Hieronder zijn analyse.

Fridman, Daniel – Sprenger, Jan

1. Pf3 d5 2. c4 dxc4

Op zich is d5-d4 principiëler, maar ik weet niet wat de theorie na 3. b4!? precies inhoudt.

3. Da4+

En we zijn al out of boek, iets dat zelfs Bram van den Berg op zet drie niet zo vaak lukt.

3… Pc6

Deze zet is goed na 1. d4 d5 2. Pf3 Pf6 3. c4 dc4:4. Da4+, maar de dingen zijn hier iets ingewikkelder.

4. e3

Hier ging ik 20′ in de denktank hetgeen meestal geen goed teken is. Ik wou voorkomen om in een inferieure Grünfeld- of Tschigorin-verdediging te belanden en zocht vandaar naar de meest slimme zet.

4… e6

4… e5?! 5. Lxc4 ƒ Ld7 $140 6. Db3.

5. Dxc4

5. Pe5 Dd5 6. Pxc6 Ld7 en 7. Pb4? kan niet vanwege 7… Lxa4 8. Pxd5 exd5 µ. Of 5. Lxc4 is de meest principiële optie. 5… Ld7 6. Dc2 Pb4 (6… Pf6 7. d4 Ld6 8. Pc3 O-O 9. O-O e5 10. h3!? en wit staat misschien iets beter.) 7. Db3 b5 8. Le2 c5 is lijkt oké voor zwart.

5… Pf6 6. b3

6. d4 Ld6 7. Pc3 O-O 8. Le2 e5 =.

6… Ld6 7. Lb2 e5 8. d3

Wit besluit dat een openingsinitiatief niet nodig is om tegen mij goed te komen staan — een correcte inschatting, zoals we later zien. Ik baalde er wel van, want waarvoor had ik nu over mijn 2e t/m 4e zet nagedacht??

8… O-O 9. Pbd2 Le6 10. Dc2 Te8

(0.10/0.44) 10… Pd5 11. a3 f5 12. Pc4 Df6 Ik speelde dit niet omdat ik tegen de Paulsen met geruilde kleuren de opstelling Ld7, De7, Kh8 prefereer. Maar misschien had ik me niet door dit soort subtiliteiten moeten laten beïnvloeden. Zoals vaak was de meest voor de hand liggende optie waarschijnlijk ook de beste keuze. Als het goed is lijkt het op de stelling na 1. e4 c5 2. Pf3 e6 3. d4 cd4:4. Pd4: a6 5. Pc3 Dc7 6. Ld3 Pf6 7. 0-0 d6 8. Le3!? Pbd7 9. f4 b6 10. Df3 Lb7 11. pas Pc5 12. pas. Maar het is twijfelachtig of Wit van de extra tempi gebruik kan maken. Bijvoorbeeld 13. Le2 Tac8 14. O-O [14. b4!?] 14… b5 15. Pxd6 cxd6 en zwart ontwikkelt spel op de c-lijn.

11. Le2 Ld5

Inleiding tot een verkeerd plan.

12. O-O Pb4

12… e4? 13. Lxf6 Dxf6 14. Pxe4.

13. Db1! c5?

Na een neutrale zet zoals Pc6 was er steeds nog weinig aan de hand geweest. Nu was ik blij dat ik c7-c5 doorgezet had, maar Wit speelt sterk

14. e4! Lc6

14… Le6 15. Pxe5 Lxb3 16. Pxb3 Lxe5 17. Pxc5 ± kost gewoon een pion.

15. a3 Pa6 16. Pc4 Db8

Het maakt weinig verschil of Zwart de pion op deze manier of met Dc7 dekt want straks komt toch Pd6: . — In de vooruitberekening bij 11. .. .Ld5 dacht ik dat zwart in deze stelling zich consolideert en daarna gewoon oké staat (meer ruimte, slechte loper op e2, feld d4), maar ik had het gebrek aan coördinatie bij de zwarte figuren zwaar onderschat.

17. b4 b5

17… cxb4 18. axb4 Lb5 [18… Pxb4? 19. Pxd6 Dxd6 20. Lxe5 ±] 19. Lc3 en de dreiging Ta5 is heel vervelend.

18. Pxd6 Dxd6?

(0.41/1.26) Ik wist natuurlijk dat dit strategisch slecht was, maar ik was bang voor druk op de c-lijn (bijv. Tc1/bc5:/Lb4). Bovendien wou ik mijn paard bij het spel betrekken, maar feitelijk staat hij op a6 beter dan op c7. Wit kan nu heel makkelijk spel tegen de zwakke punten bij zwart (a7, b5, e5) met druk op de c-lijn en de optie d3-d4 combineren.

19. Lc3 Pd7 20. Db2

Nu volgen een paar ontzettend slechte zetten van Zwart.

20… cxb4?

(0.41/1.26) Ik wist natuurlijk dat dit strategisch slecht was, maar ik was bang voor druk op de c-lijn (bijv. Tc1/bc5:/Lb4). Bovendien wou ik mijn paard bij het spel betrekken, maar feitelijk staat hij op a6 beter dan op c7. Wit kan nu heel makkelijk spel tegen de zwakke punten bij zwart (a7, b5, e5) met druk op de c-lijn en de optie d3-d4 combineren. 20… Tac8 — wait and see — was misschien de beste. Ook 20… f6 lijkt logisch — de figuren zijn niet meer gebonden aan e5 –, maar ik was bang dat mijn koning zwak wordt na bijv. 21. Ph4 g6 22. g3 Bijvoorbeeld 22… Pb6 23. Db3+ Kh8 24. f4 Pa4 25. fxe5 fxe5 26. Pf3 Pxc3 27. Dxc3 ƒ

21. axb4 ±

De engine springt hier van +0.40 naar +1.50.

21… Pc7?!

Het paard lijkt in het spel, maar Pe6 kan nooit vanwege de kwetsbaarheid van e5, en zo wordt c7 alleen maar een target voor de witte stukken. [21… Lb7 is logischer om evtl. Pa6-b8-c6 te kunnen doen. In de partij krijgt zwart ook nog problemen met de stukken op de c-lijn.]

22. Tfd1 De7?

22… Lb7 was weer het minste kwaad. 23. d4!? exd4 24. Lxd4 Txe4 25. Lxg7 Pd5 ziet er verschrikkelijk uit, maar kan misschien nog net. 22… De6? 23. d4! Lxe4 24. Pg5 Dg6 25. Pxe4 Dxe4 26. Lf3.

23. Tac1

Ik keek ongeveer een kwartier tegen mijn stelling aan. Hij werd er niet beter van. Ik dacht al over opgeven na, maar speelde uiteindelijk uit arren moede het grillige

23… Pa6

Vreemd genoeg is het nu Wit die het spoor volledig kwijt is. [was een zeer verstandig voorstel van Daniel Fridman. Pakken op e5 is nu heel goed, maar misschien niet helemaal duidelijk. Helaas heeft wit ook 23… f6 24. Ld2! [24. Lxe5 Pxe5 25. Pxe5 Dxe5 26. Dxe5 fxe5 27. Txc6 Pe6 ± biedt misschien nog kansen voor Zwart.] 24… Pb8 ™ 25. Ph4 Pe6 26. Pf5 Dd7 27. Le3 en de opmars d3-d4 zal gauw tot een beslissende aanval leiden.

23… Lb7? 24. Pxe5; 23… Tac8? 24. Pxe5!

24. Da1 Pab8 25. Da2?!

25. Da5! voorkomt dat Zwart zijn stukken kan hergroeperen. 25… a6 26. Dc7 f6 27. Ld2 en weer belist Le3 gevolgd door d3-d4 over kort of lang. 25. d4!? Lxe4 (25… exd4 26. Pxd4 Lxe4 27. Lxb5) 26. d5 is ook veelbelovend.

25… a6 26. Tc2?

Volstrekt zinloos. Bijna elke zet die niets wegblundert is beter. 26. d4 Lxe4 is al een stuk minder duidelijk dan d4 een zet eerder. 26. Ld2! met de ideeën Le3/Lg5 en c.q. Da5/Tc7 was eveneens erg sterk. 26. Da5! kon steeds nog. 26… Lb7?! 27. Dc7.

26… Lb7 ²

Zwart staat klaar voor Pb8-c6 met een acceptabele positie. Nu dacht Fridman begrijpelijkerwijs lang na, want het is niet duidelijk hoe Wit moet voorzetten. Maar in plaats van het resterende positionele voordeel (loperpaar, optie d4, c-lijn) te profiteren slaat hij de plank volledig mis.

27. Db2 Pc6 28. d4?

Deze poging met de "Brechstange" is alleen maar gunstig voor Zwart die een pion kan winnen.

28… exd4 29. Pxd4 Pxd4 30. Lxd4 Lxe4

(1.35/1.48)

31. Tc3 ©

Zwart staat zeker niet minder. Fridman zei na de partij: "Dit toont weer aan dat het mogelijk is om élke stelling binnen een paar zetten compleet te ruïneren." Echter is winnen moeilijk voor zwart, want zelfs zonder dames heeft Wit wat compensatie voor de pion — de lopers zijn sterk, a6 is zwak en de zwarte koning is soms kwetsbaar.

31… Pf6

31… f6!? is een winstpoging, maar de zekerheid van de zwarte koning is wel een probleem in de stelling na 32. Lh5 g6 (32… Lg6 33. Te3 Df7 34. Lf3 ƒ; 32… Tec8? 33. Te3) 33. Le2 ©.

32. Ta3?!

Beide spelers spelen met relatief weinig tijd (echter geen tijdnood) nu best onnauwkeurig. 32. Tg3 Lg6 33. Te3 Dd6 34. Le5 De7 35. Lf3 Tad8 36. Ta1 ƒ was een interessant alternatief. 32. Te3? Pd5! 33. Tg3 Lg6.

32… De6?!

32… Tad8! 33. f3 [33. Txa6? Lxg2] 33… Lg6 34. Te3 Dc7 lijkt zeer solide en opent ook kansen voor actief tegenspel.

33. h4 Tac8 34. Td2 Lg6?!

Met weinig tijd was mijn hoofdoel de stelling niet te verliezen. Vandaar nodigde ik mijn tegenstander uit tot een afwikkeling naar een remise toreneindspel. 34… Tc6! ³ (f6 overdekken) is beter.

35. Lxf6!

De correcte beslissing.

35… Dxf6

35… gxf6 stelde Fridman voor, maar ik vind het te link, zeker in tijdnood. 36. h5 Le4 37. h6 ƒ

36. Dxf6 gxf6 37. Txa6

Zwart lijkt in problemen te verkeren maar gelukkig is er

37… Te4! 38. h5 Tc1+ 39. Kh2!

39. Td1 Txd1+ 40. Lxd1 Te1+ 41. Kh2 Txd1 42. hxg6 hxg6 ³

39… Lxh5! 40. Lxh5 Th4+ 41. Kg3 Txh5 42. Txf6 =

Geen partij heeft aanleiding om door te gaan. Het logische gevolg was de zetherhaling na

42… Tg5+ 43. Kh2 Th5+ 44. Kg3 Tg5+

Ondanks het aardige resultaat was het geen goede partij van mijn kant. Ik waande me al verloren, maar gelukkig zijn ook spelers met elo 2670 niet altijd even scherp.

½ – ½

Inmiddels was ook duidelijk dat Benjamin Bok een uitstekende partij zat te spelen tegen invaller Maurice Peek. Die had de plaats ingenomen van onze talentvolle jeugdspeler Stefan Beukema, die verhinderd was.

(Bok en Peek op de voorgrond, daarachter de partij Burg-Grooten)

In een Grünfeld-Indiër offerde zwart tijdelijk een pionnetje, maar toen hij die terug had veroverd was duidelijk dat hij de enige was die voor de winst ging. Het initiatief leverde hem uiteindelijk een pluspion op die hij weer teruggaf om af te wikkelen naar een pionneneindspel. Dat zag er heel goed uit, maar het vereiste een zeer nauwkeurig tempospel. Dat deed Benjamin met verve: het lukte hem om zijn tegenstander uit te temperen en zo een vol punt binnen te loodsen.

Dat betekende dat Stukkenjagers op achterstand was gekomen en dat ergens minimaal een partij gewonnen diende te worden. Bianca Muhren leek de belangrijkste gegadigde hiervoor. Zij had een kansrijke stelling tegen David van Kerkhof.

(Mark Haast, rechts op de foto en Niels Ondersteijn bezig aan een meeslepend gevecht)

Op het bord van Mark Haast en Niels Ondersteijn leek remise voor beide spelers het maximaal haalbare terwijl op de andere twee overgebleven borden gefronste gezichten aan Tilburgse kant waren. Mark Clijsen was tegen Tom Verhoeven een pion achtergeraakt in een dame-eindspel, maar de stelling leek houdbaar.

(Burg-Grooten aan het eind van de partij)

Ondergetekende had niets gedaan met zijn prachtige stelling na de opening, waarin hij vrijwel winnend voordeel had behaald tegen Twan Burg. Die had weten te vluchten in een eindspel met een pion minder, maar waarin hij een sterk paard tegen een slechte loper had. Hij had de wijze lessen van zijn voormalige trainer nog in het achterhoofd die nu met een soort identiteitscrisis dit ‘lelijke’ eindspel moest gaan verdedigen. En dat ging bepaald niet vanzelf want hoewel de stelling in het begin nog ruim binnen de remisemarge was, doemden er grote problemen op toen hij drie onnauwkeurigheden uit zijn vingers liet komen. En net toen er in de wandelgangen van een verloren stelling werd gesproken, kromde de zwartspeler de rug en vocht precies op tijd terug. Hij baande zich een weg naar de damevleugel en creëerde een vrije randpion. Zoals we allemaal weten heeft het paard het moeilijk tegen een verre pion en het bleek allemaal precies te passen. Na harde strijd werd het toch remise. Toen ik een dag later een KNSB-training verzorgde waarin ik drie jeugdspelers van HMC op bezoek kreeg, werd mij fijntjes meegedeeld dat Twan de winst had gevonden in de analyse. Inmiddels heb ik ook uitvoerig naar de partij gekeken en ik kan echter geen winst vinden. Ik ben dus heel benieuwd naar de eventuele winstvarianten van mijn sympathieke tegenstander. Hier zijn mijn bevindingen.

Burg, Twan – Grooten, Herman

1. e4 c6 2. d4 d5 3. Pd2 dxe4 4. Pxe4 Lf5 5. Pg3 Lg6 6. h4 h6 7. Pf3 Pd7 8. h5 Lh7 9. Ld3 Lxd3 10. Dxd3 e6 11. Ld2 Pgf6 12. O-O-O Le7

Een overbekende stelling waarin diverse plannen door wit zijn uitgeprobeerd.

13. Kb1

Een nuttige wachtzet, ook nog ooit door Anand gespeeld. 13. Pe4 is de meest populaire voortzetting.

13… c5

Ik zag niet waarom deze standaardactie niet meteen gespeeld zou kunnen worden, dus daarom niet gedraald en meteen op het bord gebracht. 13… O-O wordt door ‘grote jongens’ als Bareev gespeeld.

14. Pe4 Db6

In een partij Luther-Sutovsky, 2008 volgde 14… O-O maar na 15. Pxf6+ Lxf6 16. d5 was zwart in moeilijkheden.

15. dxc5 Pxc5 16. Pxc5 Lxc5 17. Lc3

Ik dacht tijdens de partij dat hij het probleem van f2 moest oplossen met 17. Le3 maar na 17… Lxe3 18. fxe3 O-O kan 19. e4 niet vanwege 19… Tad8 20. De2 Txd1+ en er valt een pion.

17… Td8

Tijdens de partij was ik zeer content met de stelling. Achteraf blijkt dit allemaal nog eerder gedaan te zijn in een partij Delchev-Magem Badals, 2010.

18. Dc4?!

Zijn stijl getrouw komt Twan met een poging om tot aanval te komen. Daartoe wil hij de dames op het bord houden, maar het lijkt geen verbetering. Ik had gezien dat het eindspel na 18. Dxd8+ Dxd8 19. Txd8+ Kxd8 zeker niet slechter is voor zwart. Na 20. Pe5 Ke7 21. Pd3 Ld6 is de stelling volkomen gelijk. Delchev ging in bovengenoemde partij hier verder met 22. f3.

18… O-O!

Hij verklaarde na afloop dit antwoord niet verwacht te hebben. Zwart laat vrijwillig zijn koningsstelling verminken, maar wit kan daar niet van profiteren en dan ondervindt hij problemen met pion f2.

19. b3?!

Na lang nadenken gespeeld. Het beviel Twan waarschijnlijk niet dat hij kwetsbaar is op de onderste rij. Zwart kan die door torenruil nog verder verzwakken. Maar de tekstzet lijkt mij ook een ernstige verzwakking van de zwarte velden. Daarbij heeft hij geen parade tegen het naderende slaan op f2 gevolgd door de latere problemen met veld e3. Na 19. Lxf6 gxf6 20. Dg4+ [Op 20. Df4 Kg7 zou wit kunnen verdergaan met 21. Pd2 maar na 21… Lxf2 22. Thf1 Ld4 23. Pc4 Dc5 is het ook eerder zwart die beter staat.] 20… Kh7 staat zwarts koning volkomen veilig.] [Slecht is 19. Ld4?! Lxd4 20. Txd4 (20. Pxd4 Td5) 20… Txd4 21. Dxd4 Dxd4 22. Pxd4 Td8 en pion h5 is uiterst zwak.] [Een idee is nog wel 19. Pe5 Lxf2 20. Pg4 Txd1+ 21. Txd1 Pd5 om dan na verder te gaan met 22. Pxh6+ maar zwart heeft ook dan na 22… Kh7! [22… gxh6?? 23. Dg4+ Kh7 24. Dg7#] 23. Pg4 Td8 de betere papieren in handen.

19… Pd5!

Ik keek naar 19… Lxf2 20. Lxf6 gxf6 21. Df4 Kg7 maar zag dat ik nog beter had.

20. Lb2 Lxf2

Zwart heeft niet alleen pion f2 buitgemaakt, ook veld e3 is nu dodelijk zwak.

21. Dg4

Mijn engine beschouwt 21. Pe5 als de meest taaie verdediging. Na 21… Pe3 22. Txd8 Txd8 23. Df4 Pf5 24. Pc4 Dc5 staat zwart ook zeer riant.

21… f6

22. Dg6?!

Na deze nieuwe onnauwkeurigheid had ik een vrijwel gewonnen stelling kunnen bereiken als ik mijn gevoel maar achterna was gegaan. [Ik had nu 22. Td2 verwacht, hetgeen ook de beste mogelijkheid voor wit is. Zwart speelt dan bijvoorbeeld 22… Pe3! 23. De4 Txd2 24. Pxd2 Dd6 waarmee hij wat vreemde opstelling van zijn stukken rechtvaardigt.]

22… Dc6?!

Ik weet nog steeds niet wat me bezielde met deze zet. Uiteraard zit … Pc3 in de stelling, maar wit gaat toch al … c2-c4 spelen, dus daarvan moet het niet komen. Daarbij valt de dekking van Lf2 weg. Onbegrijpelijk. [Na 22… e5! zie ik niet hoe wit zich nog staande kan houden. Niet alleen wordt Lb2 op non-actief gezet (het haalt ook de vervelende grapjes met Lxf6 uit de stelling), maar het creëert ook een steunpunt voor het paard op f4 en last but not least moet wit in sommige varianten ernstig rekening gaan houden met de opmars e5-e4-e3]

23. c4 Pf4 24. Dc2

Die had ik niet zien aankomen toen ik … Dc6 speelde. Een nevenbedoeling van mijn zet was om met … De4+ te kunnen werken, maar dat is nu even van de baan. Overigens staat zwart nog altijd duidelijk beter.

24… Lb6

Na 24… Txd1+ 25. Txd1 Lc5 hangt pion h5 ook nog eens even Dus ook hier is wit zwaar in de problemen. Bijvoorbeeld. 26. Lc1 Pxh5 27. Th1 [27. Dg6 De8!] 27… Pg3 28. Txh6 De4! en zwart komt een gezonde pion voor in het eindspel na 29. Th3 Dxc2+ 30. Kxc2 Pe4.

25. Lc1

25… e5?

Dit was uiteraard helemaal niet mijn idee. Nog altijd zeer voordelig is 25… Txd1 26. Txd1 Pxh5 27. Th1 (Ik had nog 27. Dg6 berekend en in de variant 27… De8 28. Dxe8 Txe8 29. Td7 zag ik spoken. Ik zag dat wit nu Txb7 gevolgd door b3-b4 en c4-c5 zou kunnen gaan doen. Omdat ik geen zin had tegenspel toe te laten, keek ik niet verder dan mijn neus lang was. Als ik me even een paar seconden langer had verdiept in de stelling zou ik ongetwijfeld gezien hebben dat zwart zijn vrijpion vrijwel direct naar de overkant loodst (zie analysediagram):

29… e5! 30. b4 Lf2! 31. Txb7 e4 en de pion valt niet meer af te stoppen.) Het alternatief 25… Lc7 verwierp ik terecht vanwege 26. Pd4! en wit is al zijn problemen de baas geworden.

26. Lxf4 exf4 27. Df5

En hier zal hij opgelucht adem hebben gehaald. De zwarte formatie is verminkt, de witte velden ernstig verzwakt en zwarts activiteit (het paard!) is verdwenen als sneeuw voor de zon. Zwart staat slechts marginaal beter omdat hij nog altijd een pluspion heeft.

27… Le3 28. Kc2

Die zet kwam als een grote verrassing. Maar Twan heeft goed gezien dat hij zware stukken moet ruilen en dat bereidt hij voor met deze zet.

28… a6

Het merkwaardige is dat de witte koning na 28… b5 29. Dxb5 De4+ 30. Kc3 volkomen veilig staat.

29. Txd8 Txd8 30. Td1 Txd1 31. Kxd1

De ruil viel niet te verhinderen.

31… b5

31… Kf8.

32. Dd5+ Dxd5+ 33. cxd5

Weliswaar heeft zwart een pionnetje meer, maar wit heeft nu het goede paard tegen de slechte loper. Daar heb ik Twan(als twaalfjarige) nog ooit les in gegeven en kennelijk heeft hij de lessen goed in zich opgeslagen…

33… Kf7 34. Ph4

34… f5!?

Zwart ziet zich genoodzaakt een pion terug te geven om zijn koning te activeren. Na zetten als bijvoorbeeld 34… Lf2 35. Pf5 Lc5 36. Ke2 g6 offert wit zelfs nog een pion 37. Ph4! gxh5 38. Kf3 want met zo’n ruïne aan een pionnenstelling valt er geen eer te behalen. Overigens lijkt dit allemaal natuurlijk wel ruim binnen de remisemarge.

35. Pxf5 Lc5?!

Het zijn dit soort kleine onnauwkeurigheden, waardoor ik nu langzaam in de problemen kom. Tijdens de partij dacht ik eigenlijk dat ik hier 35… Lb6! had moeten spelen omdat ik weldra een belangrijk tempo moet inleveren. Dat idee kan ik pas na afloop staven. Het is inderdaad de juiste methode want na 36. Ke2 Kf6 37. Pd6 Ke5 38. Pe8 Kxd5 39. Kf3 Ke5 40. Pxg7 Lc5 is er sprake van een dooie remisestelling.

36. d6 Kf6 37. d7 Lb6 38. Pd6 Ke6 39. Pe8 Kxd7 40. Pxg7

40… Ld8?!

Zwart neemt een wat passieve opstelling in. Ik had nog even de tijd om naar een alternatief te kijken, maar ik schrok ineens van de klok. Achteraf had ik inderdaad beter 40… Lc5! kunnen spelen, die zet die ik oorspronkelijk ook van plan was. Na 41. Ke2 [41. Pf5 Lf8 42. Ke2 Ke6 43. Pd4+ Ke5 44. Kd3] 41… Lf8 42. Pf5 Ke6 43. Pd4+ Ke5 staat zwart actief genoeg om niet in de problemen te hoeven komen.

41. Ke2 Lf6?!

Dat is al de derde onnauwkeurigheid. En nu gaat het oordeel van de stelling van vrijwel gelijk naar groot voordeel voor wit. Met 41… Ke7! 42. Pf5+ Kf6 43. Pxh6 gevolgd door 43… Lc7! 44. Pg4+ Kg5 45. Kf3 Kxh5 is wits belangrijkste troef (pion h5) gesneuveld waarna remise binnen handbereik ligt. Ik was gestopt met rekenen na 43. Pxh6 omdat ik zag dat meteen … Kg5 zou falen op Pf7+ met stukwinst.

42. Pf5 Lg5 43. Kd3 Kc6 44. Ke4

44… Kc5!

Ik was me inmiddels bewust van de moeilijkheden die ik me op de hals had gehaald. Maar ik besefte ook dat nog niet alles verloren was, zolang er pionnen op twee vleugels stonden. In geval van een wedloop moet het paard het meestal afleggen tegen de loper. Dus het was zaak om te proberen met de koning de damevleugel binnen te dringen.

45. a3

Noodzakelijk maar ook meteen het aanknopingspunt dat ik nodig had. Pion a3 staat namelijk op de kleur van mijn loper!

45… a5 46. Pd4

46… f3!?

Ik vond het tijd worden om me met de koning een weg te banen op de damevleugel. Vandaar dat ik besloot om me te ontdoen van de pion die ik almaar krampachtig sta te verdedigen. De varianten na 46… Lf6!? bevielen me niet omdat zwart na 47. Pe6+ Kd6 48. Kf5 Lb2 49. a4 bxa4 50. bxa4 met de koning teruggedreven is. Overigens is het bepaald nog niet duidelijk of wit deze stelling kan winnen. Ik geef een willekeurig voorbeeld: 50… Kd5 51. Pxf4+ Kc4 52. g4 Kb3 53. Pd3 Lc3 en ik zie absoluut geen winst voor wit.

47. Pxf3!

De beste kans. Tijdens de partij maakte ik me ook nog zorgen over 47. gxf3 maar achteraf blijkt dat onterecht. Wederom een voorbeeld van hoe het spel zou kunnen verlopen. 47… Lc1 48. a4 bxa4 49. bxa4 Kb4 50. Kd5 Kxa4 51. Kc4 Ld2 52. Pe2 Ka3 53. f4 a4 en zwart heeft het ergste leed geleden.

47… Lc1

Dat was uiteraard de bedoeling. Mijn engine vindt aanvankelijk dat ik hier 47… Lf6? had moeten spelen, maar na een tijdje rekenen zie ik hem na 48. Pe5! Kd6 49. Pg4 Lg7 50. Pe3 Lf8 51. Pf5+ Kc5 52. Ke5! toch wel winnend voordeel aangeven.

48. a4 bxa4 49. bxa4 Kb4

Met een randpion tegen een paard is de remise bijna verzekerd.

50. g4 Kxa4 51. g5

Dit was wits plan.

51… Lxg5!

Vooral niet 51… La3?? wegens 52. gxh6 Lf8 53. h7 Lg7 54. h6 Lh8 55. Pe5 Kb3 56. Pf7 Lc3 57. h8D Lxh8 58. Pxh8 a4 59. h7 a3 60. Pf7 a2 61. h8D En wit is op tempo op tijd, zoals ik al vermoedde…

52. Pxg5

52… Kb3!

Vooral niet het slaan van het paard, want dan komt wits vrijpion ongehinderd aan de overkant.

53. Kd3

Alles is remise, als zwart maar nauwkeurig blijft manoeuvreren. Hij moet in de meeste varianten voorkomen dat wit zijn paard voor de a-pion kan geven. Na bijvoorbeeld 53. Pf3 a4 54. Pd2+ Kc3 55. Ke3 Kc2! komt wit niet verder. 55… a3?? 56. Pb1+ Kb2 57. Pxa3 Kxa3 58. Ke4 en wit wint.

53… a4 54. Pf3 a3

55. Pd4+

Ik dacht eigenlijk dat hij nog 55. Pd2+ zou proberen omdat ik het nu fout kan doen. 55… Kb4! Na deze zet is het ook remise zoals ik berekend had. [55… Kb2?? 56. Pc4+ Kb3 57. Pxa3 Kxa3 58. Ke4 of 55… Ka2?? 56. Kc3!! De enige zet die wint: 56… Ka1 57. Kc2 Ka2 58. Pe4 Ka1 59. Pc5 Ka2 60. Pd3 Ka1 61. Pc1 a2 62. Pb3#] 56. Kc2 Kc5 De zwarte koning wandelt op zijn gemakje naar de koningsvleugel en hij haalt daar de witte h-pion van het bord. Een voorbeeld: 57. Kb3 Kd4 58. Kxa3 Ke3 59. Pc4+ Kf4 met remise.

55… Kb2 56. Kc4 a2 57. Pb3 Kc2

Hier is overigens verrassend genoeg ook 57… a1D remise. Na 58. Pxa1 Kxa1 59. Kd4 Kb2 60. Ke5 Kc3 61. Kf6 Kd4 62. Kg6 Ke5 63. Kxh6 is zwart op tijd: 63… Kf6.

58. Kb4 Kd3 59. Pc1+ Ke4 60. Pxa2 Kf5 61. Kc4 Kg5

En omdat het formulier niet meer dan 60 zetten aangaf en we nu al op de rand aan het schrijven waren, gaven we maar remise…

½ – ½

Uiteindelijk waren er nog drie partijen over en nadat er op het bord van Bianca de dames geruild waren, waren daar ook de winstkansen als sneeuw voor de zon verdwenen. Daar kantelde het oordeel van de stelling zelfs nadat wit een toren naar binnen had gespeeld, maar nu was het de beurt aan Bianca om geen duimbreed te wijken. Remise.

Inmiddels kwam er echter positief nieuws op het bord van Mark Haast. Die had een pion buitgemaakt en ineens leek het erop dat hij voor dat benodigde punt zou kunnen zorgen. Dan moest Mark Clijsen nog wel dat varkentje wassen in het dame-eindspel…

Maar helaas, zover kwam het niet. Het eindspel van Mark Haast bleek nog steeds binnen de marge, Ondersteijn gaf geen krimp meer. En toen dat remise was geworden, ging ook de laatste partij nog verloren. Einduitslag 4-6, al met al toch een verdiende overwinning voor de Bosschenaren. Maar dat De Stukkenjagers hebben gestreden voor wat ze waard zijn, verdient natuurlijk een grote pluim.

En dat de soep niet zo heet gegeten wordt, als hij wordt opgediend (letterlijk dan natuurlijk) blijkt uit het gezamenlijke etentje bij de Griek waarin ‘vriend en vijand’ gezamenlijk aan tafel zitten!

Alle partijen plus analyses via de viewer:

Alle foto’s zijn van René Olthof

Over Herman Grooten

Herman is ruim 40 jaar schaaktrainer. Hij verzorgde lange tijd de schaakrubrieken in Trouw en het ED. Daarnaast was hij Topsportcoördinator bij de KNSB en is hij auteur van diverse schaakboeken en werkt hij voor Schaaksite. Klik hier voor series die hij op Schaaksite heeft gezet.

3 Reacties

  1. Avatar
    Twaburov 08 oktober 2012

    Of via deze link: tinyurl.com/9qnh6qa

    Het idee van Kd4 is om Kc5 te voorkomen, en na Lf6+ Kg5 Ke4 val je f4 weer aan en win je een tempo. Dit had ik wel gezien tijdens de partij, maar ik dacht dat zwart na Kd4 gewoon a5 kon doen. Echter, dan kan ik met a4! de pion op zwart vastleggen. Een beetje tegennatuurlijk om op de kant waar ik zwakker ben pionnen zetten te doen en zwaktes toe te laten, maar het lijkt erop dat ik de wedren na 45.a4 Lf6+ 46.Ke4 Kc5 sneller ben. Dit komt vooral omdat ik meteen de pion op h6 eraf pak. In diverse varianten ben ik dan net op tijd (zie analyse).

  2. Avatar
    HermanGrooten 08 oktober 2012

    Beste Twaburov (ofwel Twan). Je analyse ziet er op het eerste gezicht heel degelijk uit. Ik denk echter nog een verdediging gevonden te hebben. Zwart moet op een of andere manier toch proberen om op de damevleugel binnen te dringen met de koning. In plaats van 44… a5 (in jouw analyse) moet hij 44… Kb6! proberen. Op 45. Pd6+ Lf6+ 46. Ke4 volgt toch 46… Kc5! De engine slaat flink in de plus na 47. Pf7 maar na een tijdje komt hij er ook achter dat het na 47… Lg7! 48. Kf5 Kb4 49. Kg6 Lb2 50. Pxh6 een wedloop is geworden die niet helemaal duidelijk is. Ik kom tot een eindspel waarin wit een dame haalt maar zwart een pion op de voorlaatste rij die niet meer af te stoppen is. Nu mag jij weer gaan kijken!

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.