Juweeltjes 1: Johner-Nimzowitsch
In deze rubriek nodigen we de bezoeker van Schaaksite graag uit om te genieten van de meest schitterende prestaties op het schaakbord, door alle eeuwen heen. De reden waarom voetballiefhebbers in vervoering raken als zij acties zien van Messi of Ronaldo moet bij ons schakers dezelfde zijn als wij de partijen naspelen die we hier willen tonen. En aarzelt u vooral niet om uw keus ook kenbaar te maken!
Al weer decennia geleden kocht ik een boek met de titel Learn from the Grandmasters van Raymond Keene. De Engelse grootmeester benaderde diverse sterke spelers om twee partijen te analyseren. Een van henzelf en één waardoor ze zelf onder de indruk waren gekomen of hen op een of andere manier beïnvloed had. Toevallig hadden Larsen en Szabo dezelfde partij genomen maar op een totaal andere wijze geanalyseerd. Deze partij werd gekozen, niet zozeer vanwege het feit dat de zwartspeler een fraaie strategische overwinning binnenhaalt -dat is vaker gebeurd- als wel vanwege de toen nieuwe en revolutionaire strategie die door Aaron Nimzowitsch in deze partij wordt geïntroduceerd: de zgn. profylaxe. Daaronder verstaat hij het inperken van de vijandelijke mogelijkheden, het afremmen van acties van de tegenstander. De Letse grootmeester, die in zijn tijd tot de wereldtop behoorde, wordt algemeen gezien als de grondlegger van de moderne strategische aanpak van het schaakspel. Met zijn boek ‘Mein System’ toonde Nimzowitsch zijn rebellie ten opzichte van de gevestigde orde en het in zijn ogen dogmatische gedachtengoed van spelers zoals Tarrasch. De ‘Hemmungs¬strategie’ zoals hij die in zijn boek introduceert is sinds onderstaande partij nauwelijks meer geëvenaard. Deze partij, die duidelijk behoort tot de klassiekers in het schaakspel, leg ik u ook graag voor.
Johner, P. – Nimzowitsch, A. |
Johner, P. – Nimzowitsch, A.
Deze partij wordt door meerdere grootmeesters de allerbeste partij van de vorige eeuw genoemd. Misschien niet eens vanwege de partij zelf (hoewel die zeer goed gespeeld werd door de zwartspeler), maar vooral vanwege de gedachte van de ‘Hemmungsstrategie’. Dit profylactisch denken dat Nimzowitsch al in de jaren ’30 introduceerde, is anno 2015 gemeengoed geworden.
1. d4 Pf6 2. c4 e6 3. Pc3 Lb4 4. e3 O-O 5. Ld3 c5 6. Pf3 Pc6 7. O-O
7…Lxc3!
Zwart doet vrijwillig afstand van het loperpaar. Zijn bedoeling is om er een dichtgeschoven stelling van te maken waarin zijn paarden beter tot hun recht komen dan de witte lopers. Tevens bezorgt hij wit het zgn. ‘doppelcomplex’, zoals Nimzowitsch hetzelf uitdrukt.
8. bxc3 d6 9. Pd2!
"Een fijne zet", zegt Nimzowitsch. Wit maakt zich op voor een eventueel f2-f4 en op 9. … e5 10. d5 Pa5 kan hij 11. Pb3 antwoorden.
9…b6 10. Pb3?
Wit had zonder meer f4 moeten doen.
10…e5! 11. f4 11. d5 e4! is goed voor zwart.
11…e4 12. Le2
12…Dd7!!
Deze zet schijnt de meest geniale zet te zijn, die misschien wel ooit gespeeld is. De bedoeling is om het spel van de tegenstander zodanig vast te leggen dat die niets meer kan ondernemen, waarna zwart op zijn dooie gemak aan een aanval kan werken later. De gedachte achter deze zet noemde Nimzowitsch zelf: profylaxe. Het is misschien meer de gedachte van de zogenaamde ‘Hemmungsstrategie’ die zo geniaal is.
13. h3?!
Larsen: "deze zet wordt niet door Nimzowitsch besproken maar deze zet is zeer twijfelachtig aangezien hij veld g3 verzwakt en wit daar later last van krijgt. Beter was 13. Ld2.
13…Pe7 14. De1?
Ook in aanmerking komt 14. Ld2 Pf5
[14…h5 aangegeven door Larsen. 15. Lxh5 Pxh5 16. Dxh5 Da4! en zwart wint de pion terug waarna wit zwak is geworden op de witte velden, bijv. 17. f5 f6 18. Tf4 (18. Dg4 Lb7) 18…Lxf5! 19. Txf5 g6]
15. De1 g6 16. g4 Pg7 17. Dh4 Pfe8 18. a4 f5 19. g5 Pc7 20. d5 La6 21. Kf2 Df7 22. Tfd1 Kh8 gevolgd door … Ph5, … Kg7 en … h6 en zwart heeft lichte winstkansen omdat wit niets kan doen.
14…h5! 15. Ld2 Df5! 16. Kh2 Dh7!
Hiermee voltooit Nimzowitsch zijn blokkadetheorie. Hij heeft de zet g2-g4 voorgoed uit de stelling gehaald en daarmee alle activiteit van wit aan banden gelegd.
17. a4 Pf5
Nimzowitsch: "dreigt … Pg4+. Larsen: "het is mij niet duidelijk waarom zwart niet direct … a5 speelt. Volgens mij is de witte stelling zo slecht dat
18. g3
18. a5 een betere kans was. Na 18…Pg4+ 19. hxg4? [19. Lxg4 hxg4 20. axb6 was beter dan wat wit in de partij deed. Het is niet eenvoudig een winst voor zwart aan te tonen na 20…gxh3 21. gxh3 Ph4 22. Dg3] 19…hxg4+ 20. Kg1 g3
18…a5!
Het is grappig dat de zwakte b6 gemakkelijker te dekken is dan de zwakte a4. Maar het ontdekken daarvan is en blijft knap!
19. Tg1 Ph6 20. Lf1 Ld7 21. Lc1 Tac8
Zwart wil d4-d5 afdwingen zodat hij zijn handen vrij heeft op de koningsvleugel. Wit helpt nu een handje mee.
22. d5?!
Er is geen reden om zo snel tot het vastleggen over te gaan.
22…Kh8! 23. Pd2 Tg8
Eindelijk maakt zwart zich op voor zijn eigen aanval. Nu de witte stelling volkomen verlamd is, kan hij naar hartelust gaan aanvallen.
24. Lg2
24…g5!
Eindelijk wordt zwart actief.
25. Pf1 Tg7 26. Ta2 Pf5 27. Lh1
Wit heeft alle reserves aan laten rukken om zich te verdedigen tegen het dreigende gevaar.
27…Tcg8 28. Dd1 gxf4
Het is altijd moeilijk wanneer je de spanning moet opheffen. Zwart opent de g-lijn voor zichzelf, de e-lijn voor zijn tegenstander. Dat vereist een goede inschatting.
29. exf4
29…Lc8!
Zwart speelt op twee vleugels.
30. Db3 La6
Zwart richt zich op de zwakke pion op c4 die wit niet prijs mag geven.
31. Te2
Wit richt zich op de zwakke e-pion, die ‘schutzbedürftig’ geworden is. Na een andere zet had zwart een mooie combinatie klaarliggen, bijv.
31. Ld2 Tg6 32. Le1 Pg4+ 33. hxg4 hxg4+ 34. Kg2 Lxc4! 35. Dxc4 [35. Dd1 e3! en het is ondekbaar mat.] 35…Pe3+
31…Ph4! 32. Te3 32. Pd2 werd door Nimzowitsch verwacht. Daar had hij 32…Lc8! 33. Pxe4 Df5 34. Pf2 Dxh3+! 35. Pxh3 Pg4# (zie analysediagram)
op klaarliggen. Niet gek!
32…Lc8!
Nu de diagonaal c8-h3 geruimd is, richt de loper zich opnieuw op het zwakke punt h3.
33. Dc2
33…Lxh3!
De laatste resten van de witte koningsstelling worden weggenomen.
34. Lxe4 Op 34. Kxh3 volgt 34…Df5+ 35. Kh2 Pg4+ 36. Kh3 Pf2+ 37. Kh2 Dh3#
34…Lf5 35. Lxf5 Pxf5 36. Te2 h4 37. Tgg2 hxg3+ 38. Kg1 Dh3 39. Pe3 Ph4 40. Kf1 Te8!
Een preciese slotzet, zo gaven de heren Larsen en Szabo aan. De dreiging nu is Engines anno 2015 achten 40…Pf3 nog wat sterker, maar veel maakt het niet uit.
41. Db2
De oogst wordt nu binnengehaald. 41. Ke1 Pf3+ 42. Kd1 Dh1+ en mat volgt.
41…Pxg2 42. Txg2 Dh1+ 43. Ke2 Dxg2+ 0-1
(De bron van de foto is onbekend)
Hoewel de naam Nimzowitsch wel zoiets als "zoon van een Duitser" betekent, is Aaron Nimzowitsch nooit een Duitse grootmeester geweest. Hij was geboren in Riga en was dus een Letse grootmeester. Zijn (voor)ouders waren afkomstig uit Rusland en Wit-Rusland. In tweede helft van zijn leven ging hij in Kopenhagen wonen en zou je hem dus eventueel een Deense grootmeester kunnen noemen. Hij heeft in zijn studententijd wel korte tijd op verschillende plaatsen in Duitsland gewoond. Hij sprak en schreef ook vloeiend Duits en heeft zijn boeken zoals Mein System dan ook in die taal geschreven. Dat was in die tijd vooral commercieel handig, wegens de grote Duitse markt voor schaakboeken en -artikelen.
Bedankt voor de aanvulling; ik was niet precies op de hoogte hiervan.
Ik dacht ook meteen: Duitser? Maar vervolgens realiseerde ik me dat ik ook niet wist wat hij wel was. De Batsford Encyclopedie die ik altijd gebruik voor het checken van kleine feitjes bevestigt het verhaal van Lucas.
Ik heb die informatie uit een prachtig boek, dat ik van harte kan aanraden:
Aron Nimzowitsch: On the Road to Chess Mastery, 1886 – 1924.
Uitgegeven door McFarland in 20012. Het is niet goedkoop (€42,95) maar het zijn dan wel 450 pagina’s van zeer hoge kwaliteit, zowel qua inhoud als vormgeving. Het boek is gedetailleerd en beschrijft het leven van Nimzowitsch vanaf zijn geboorte, kindertijd, studententijd, enz. En natuurlijk veel partijen, toernooiresultaten e.d.
Ik hoop dat de Deense schrijvers ooit ook nog een tweede deel over de rest van zijn leven zullen voltooien.
Ik vind 42,95 niet duur voor een boek van McFarland. Monumentale boeken hebben zij uitgegeven.