Landa en Fridman doen aan stuivertje wisselen

In de Derde HMC Calder Cup 2014 is na zes ronden duidelijk geworden dat de twee topgrootmeesters Konstantin Landa en Daniël Fridman gaan bepalen wie deze foeilelijke cup mee naar huis mag nemen.

Nadat eerst Landa al na drie ronden met een 100% alleen de leiding in handen had genomen, moest hij in de vierde ronde een halfje afstaan aan Robin Swinkels. Die verdedigde zich heel knap door een dame te geven voor een toren en een stuk en daarmee een onneembare vesting te creëren.

Van deze halve misstap profiteerde Fridman door Jeroen Bosch kansloos te laten. Die speelde in de opening iets te vroeg g2-g3. Omdat hij even later Lf1-b5+ speelde, leek het al dat hier iets niet in de haak was. Toen de Nijmegenaar even later met allerlei zwaktes zat te kijken en hij tot overmaat van ramp ook nog om een plan verlegen zat, kon de Duitser de partij geruisloos uitspelen. Maar in de vijfde ronde moest Fridman ook een halfje afgeven. Ditmaal was het Twan Burg die de deur uitstekend in het slot had gegooid.

Landa zag dit kennelijk met genoegen aan, want hij ging er eens stevig voor zitten tegen Jasper Broekmeulen. Die raakte wat witte velden over de lange diagonaal kwijt en die kwam hij eigenlijk niet meer te boven. Zelfs niet, toen hij – analoog aan de partij Landa-Swinkels – ook een dame tegen een toren en een stuk inleverde. Landa had geen zin in een tweede vesting en met heel secuur spel, slaagde hij erin langzaam maar zeker het bezit van de dame uit te buiten. In de slotstelling komt zijne majesteit zelfs op de koffie bij de witte koning.

Landa dus weer een half puntje voor. Maar in de zesde ronde werd opnieuw van stuivertje gewisseld. Fridman won met zwart als een streep van Sopiko Guramishvili, terwijl Landa in grote moeilijkheden was tegen Alon Greenfeld.

Fridman kreeg vlak na de opening een pionnenmeerderheid op de damevleugel die hij linea recta naar voren stuwde. Toen er een ijzersterke vrijpion op c3 stond en wit haar eigen actie op de andere kant van het bord had zien stranden, was het snel gedaan.

Ondertussen zat Landa te zweten in een eindspel met een pion minder, maar wel met gereduceerd materiaal. Greenfeld had drie pionnen en een paard, Landa twee pionnen en een loper. De Israëliër kreeg de vis niet op het droge omdat hij het winstidee – dat er volgens mij was – niet wist te vinden. Het had moeten komen van twee zwarte vrijpionnen op de d- en de h-lijn. In plaats daarvan speelde Greenfeld op zet 61 het foutieve 61… e4? waarna de winst definitief verkeken was. Daarmee staan beide heren weer gelijk, nu allebei met 5 uit 6.

De tussenstand na zes ronden:

Analyses

Greenfeld, Alon – Hendriks, Willy

1. d4 Pf6 2. Pf3 d6 3. g3 g6 4. Lg2 Lg7 5. O-O O-O 6. c4 c6 7. Pc3 a6 8. e4 Pfd7 9. Lg5 b5 10. c5 dxc5 11. dxc5 a5 12. e5 b4 13. Pa4 h6 14. Le3 Pxe5 15. Pxe5 Dxd1 16. Tfxd1 Lxe5 17. Lxh6 Te8 18. Te1 Lf6 19. Tad1

De opening is voor wit redelijk geslaagd. Zwart heeft zijn ontwikkeling niet kunnen voltooien, terwijl bij wit alle stukken op redelijke velden staan. Niettemin valt het niet mee om deze toch stevige stelling te kraken.

19…La6 Ook 19…Ta7 kwam in aanmerking.

20. Td6!?

Een interessante mogelijkheid, die er spectaculair uitziet. Maar zwarts stelling blijkt stevig.

20…e6 21. Txc6 Ta7?!

Op dit moment te timide. Zwart had zich beter kunnen inlaten op 21…Pxc6 22. Lxc6 Tad8 23. Lxe8 Txe8 omdat hij na deze afwikkeling beschikt over een sterk loperpaar als compensatie voor de pion achterstand. Het paard op a4 helpt dan natuurlijk ook niet echt mee voor wit.

22. Tb6! Tc8 Nu volgt op 22…Pd7 het voor zwart lastige 23. Lc6

23. Lf4 Pd7

24. Txa6!

Die wondertoren wordt weer ingezet. Dit keer sneuvelt hij echt, maar wit heeft wel beslissend voordeel bereikt.

24…Txa6 25. Lb7 Tac6 26. Lxc8 Txc8 27. Pb6 Td8 28. Lc7 Pxc5 29. Lxd8 Lxd8 30. Pc4

Zwart is per saldo een volle kwaliteit achter geraakt. Greenfeld geeft dit niet meer uit handen.

30…a4 31. Kf1 Lf6 32. Ke2 Ld4 33. Td1 e5 34. f4 f6 35. fxe5 fxe5 36. Pxe5 Lxb2 37. Pd3 Pxd3 38. Kxd3 Lf6 39. Kc4 b3 40. axb3 a3 41. Td2 Lb2 42. Td8+ 1-0

Broekmeulen, Jasper – Landa, Konstantin

1. e4 c5 2. Pf3 e6 3. b3 a6 4. Lb2 Pc6 5. c4 Dc7 6. Pc3 Pf6 7. g3 b6 8. Lg2 Lb7 9. O-O Ld6 10. Te1 O-O 11. e5

Broekmeulen gooit olie op het vuur.

11…Pxe5 12. Pxe5 Lxg2 13. Pg4 Pxg4 14. Dxg4 f5

15. Dg5?!

Na deze zet raakt wit de witte velden over de lange diagonaal kwijt. Wit had hier een schijnoffer van de dame kunnen brengen met 15. Dxg7+!? Na 15…Kxg7 16. Pd5+ Kf7 17. Pxc7 Lxc7 18. Kxg2 valt de zwarte stelling te prefereren vanwege zijn centrumformatie, maar er is natuurlijk weinig aan de hand.

15…Dc6! 16. Pe4 Tf7

17. Pf6+?

Broekmeulen overspeelt zijn hand. Relatief het beste is 17. Pxd6 en daarop had Landa ongetwijfeld 17…Lh3 klaarliggen. Na 18. Te4 Dxd6 19. Th4 Lg4 is de zwarte witveldige loper veel sterker dan de witte zwartveldige loper. Volgt u me nog?

17…Kh8 18. Ph5

Hij heeft nog altijd zijn kaarten gezet op de loper op b2, maar na het volgende koele antwoord, loopt hij verder achter de feiten aan.

18…Lf8 19. Te3 Lf3 20. Pf4 Kg8 21. Pd3 Ld6 22. Pe1 Le7 23. Df4 Lh5 24. Pd3

24…g5!

Zwart mag nu zelfs de botte bijl hanteren!

25. De5 Lf6

De dame is middenop het bord gevangen! Een toren en een stuk is te weinig compensatie. De afhandeling van het resterende eindspel is natuurlijk ook toevertrouwd aan een technische speler als Landa, hoewel dit allemaal verre van triviaal is.

26. Dxf6 Txf6 27. Lxf6 h6 28. f4 g4 29. Tae1 Te8 30. a4 Dc8 31. Lc3 d6 32. Pb2 Lf7 33. d4 Kf8 34. Td1 Td8 35. Ted3 Le8

36. dxc5 Het is de vraag hoe zwart verder was gekomen als wit was ‘blijven staan’. Een mogelijk vervolg: 36. Te3 Ld7 37. Kf2 Kf7 38. Td2 cxd4 39. Lxd4 Dc6 40. Kg1 Lc8! (zie analysediagram)

en dan zouden ook nu weer de witte velden hem flink parten zijn gaan spelen.

36…Dxc5+ 37. Ld4 Dc6 38. Le5?

Deze moest Landa voorzien hebben.

38…De4! 39. Lxd6+ Kf7

De dreiging … Le8-c6 is dodelijk.

40. T1d2 De1+

En opgegeven. De loper komt zelfs met schaak in het spel.

0-1

Van der Stricht, Geert – Guramishvili, Sopiko

1. d4 Pf6 2. c4 g6 3. Pc3 d5 4. cxd5 Pxd5 5. e4 Pxc3 6. bxc3 Lg7 7. Le3 c5 8. Tc1 Da5 9. Dd2 O-O 10. Pf3 Lg4 11. d5 Pd7 12. c4 Da3 13. Pg5 Pb6 14. h3 Ld7 15. Ld3 Pa4 16. O-O Tfc8 17. Pf3 b5 18. e5!?

Zo sluit hij de Grünfeld-loper op g7 af. De bedoeling van 18. cxb5 zal ongetwijfeld 18…Lc3 zijn geweest. Toch zie ik niet hoe zwart voldoende compensatie krijgt na 19. De2 Pb2 20. Dc2! Lg7 21. Le2 c4 22. Pd4 en wit staat beter.

18…bxc4 19. Lxc4 Tab8?!

19…Pb6 was wat beter, maar wit blijft goed staan.

20. Lh6

Een goed idee dat wellicht nog geperfectioneerd kon worden.

Dit lijkt echter een prachtig moment voor 20. d6! waarna wit uitstekende perspectieven zou hebben. Na 20…e6 is de partijvoortzetting [20…exd6? 21. Lxf7+ Kxf7 22. Dd5+ Ke8 23. exd6 en wit wint in de aanval.] 21. Lh6 heel wat sterker dan de partij.

20…Pb2 21. e6 Le8

22. d6?!

Van der Stricht gooit een gedeelte van zijn voordeel weg. Heel kansrijk is 22. exf7+ Lxf7 23. Lxg7 Kxg7 24. Pg5

22…Pxc4 23. Txc4 exd6 24. Lxg7 Kxg7 25. Dxd6 25. Tf4

25…Tb6 26. De5+ f6 27. Dd5 Da6 28. Txc5 28. Te1

28…Txc5

Niet het aanlokkelijke 28…Td6 vanwege 29. Dxd6 Dxd6 30. Txc8 Dxe6 31. Tc7+ Kf8 32. Te1

29. Dxc5 Txe6 30. Tb1 Tb6 31. Te1 Lf7 32. a3 Tc6 33. De7 Db6

Deze stelling lijkt gelijk, maar is het niet. Met pionnen op twee vleugels is de loper veel sterker dan het paard. Alleen de wat kwetsbare positie van de zwarte koning staat groot voordeel in de weg.

34. Ph2?! Na 34. Td1 moet het toch houdbaar zijn.

34…h5 35. Pf1 Dc5 36. Db7 Tc7 37. Db8 Td7

38. Pg3?

In eindspelen moet je over het algemeen toch zuinig zijn op je spulletjes… Na 38. Db2 is het natuurlijk ook geen pretje voor wit, maar ik zie nog geen direct winnend plan voor zwart.

38…Dxa3 39. Db5 Dd3 40. Dc5 Dd5 41. Dc8 a5 42. Tb1 Td8 43. Dc7 a4

Die pion moet het werk doen en dat doet Guramishvili uitstekend!

44. Ta1 Ta8 45. Ta3 Ta5 46. Pe4 Ta6 47. Pc3 Dd4 48. Pb5

Er was al geen redden aan, maar nu raken alle stukken met elkaar in de knoop.

48…Db4 49. Db7 Ta5 50. Pd6 Dxd6 0-1

Bosch, Jeroen – Fridman, Daniel

1. e4 e6 2. d3 d5 3. Pd2 Pf6 4. g3 dxe4 5. dxe4 b6 6. Pgf3 Lb7

7. Lb5+

Dit ziet er verdacht uit. Als je al g2-g3 hebt gespeeld, is het niet zo fraai om de loper naar een andere diagonaal te spelen. Niettemin zijn er grootmeesters die hier brood in zien… 7. De2 is hier de meest gespeelde zet.

7…Pbd7 8. O-O 8. Pe5 kwam voor in een partij Makarov-Dreev.

8…a6 9. Ld3 Pc5 10. De2 Le7 11. b3 O-O 12. Lb2 Pxd3 13. cxd3 c5

De opening kan als mislukt worden beschouwd voor wit. Hij heeft het loperpaar ingeleverd, hij zit met een achtergebleven pion op een half open lijn en g2-g3 met zo’n witveldige loper op b7 ook geen weelde. Het is interessant om te zien hoe de grootmeester dit soort voordelen wil omzetten in iets concretere voordelen.

14. Pe5 b5 15. f4 Pd7 16. Pxd7 Dxd7 17. Tad1 f6

18. g4

Wit zit om een plan verlegen. Hiermee wordt de koningsstelling verder verzwakt, maar Jeroen had vermoedelijk weinig zin in het innemen van een afwachtende houding.

18…a5!

Zwart zoekt zijn heil op de damevleugel. Als hij daar lijnen en diagonalen kan openen, zal de witte koning in het gedrang komen.

19. a4

Heel begrijpelijk dat wit de opmars … a5-a4 niet wil toelaten. Maar hij komt nu van de regen in de drup. Misschien viel er iets te zeggen voor 19. Pf3 om na 19…a4 verder te gaan met 20. g5 In dit geval kan 20…Ld6 beantwoord worden met iets als 21. gxf6 gxf6 22. bxa4 Txa4 23. Kh1 en zwart moet ook op zijn tellen passen.

19…Tad8 Het is mijn een raadsel waarom zwart geen 19…Tfd8! speelde. Fridman let altijd heel goed op zijn eigen koning en hij vond dit een veiligere zet. Na 20. Tf3 bxa4 21. bxa4 La6 zie ik niet hoe wit dit kan verdedigen.

20. axb5 Dxd3 21. Dxd3 Txd3 22. Pc4 Tfd8 23. Txd3 Txd3 24. Pxa5 Lxe4

Er is een eindspel ontstaan waarin zwart met zijn machtige lopers snel alles onder controle krijgt. Hij moet natuurlijk wel die witte vrijpion op b5 in de gaten blijven houden.

25. La3 Ld8 26. Pc4 Ook na 26. Pc6 Lb6 27. Pe7+ Kf7 28. Pc8 Lc7 29. Lxc5 Lb7 zal wit het niet redden.

26…Txb3 27. Lxc5 Txb5

De strijd is in hogere zin gestreden. Zwart heeft een pion buitgemaakt en de witte pionnen zijn kwetsbaar. Dat alle pionnen op een vleugel staan en dat met de volgende zet het loperpaar verloren gaat voor zwart geeft wit het morele recht om door te spelen.

28. Pd6 Txc5 29. Pxe4 Tc4 30. Te1 Lb6+ 31. Kg2 Lc7 32. Pf2 Nu faalt 32. f5 op 32…exf5 33. gxf5 Tc2+ 34. Pf2 Lxh2 en met twee pionnen meer zal het wel lukken.

32…Kf7 33. f5 exf5 34. gxf5 Tc5

Pion f5 staat nu op de nominatie en dat brengt de definitieve beslissing.

35. Td1 Ke8 36. Te1+ Kf8 37. Pe4 Txf5 38. Tc1 Ld8 39. Td1 Le7 40. Ta1 Td5 0-1

Guramishvili, Sopiko – Fridman, Daniel

1. d4 Pf6 2. c4 e6 3. g3 d5 4. Pf3 dxc4 5. Lg2 Lb4+ 6. Ld2 c5 7. Lxb4 7. dxc5 is ook een zet.

7…cxb4 8. Pe5 O-O 9. Pxc4 Pc6 10. e3 e5 11. d5

11…b5!?

Een bijzonder interessante mogelijkheid. Het is allemaal nog theorie.

12. O-O

Een volkomen logische zet. 12. dxc6 Dxd1+ 13. Kxd1 bxc4 lijkt helemaal niets voor wit, maar Wesley So won ermee in 2009 van Chan. Hij ging verder met 14. a3

12…Lg4

Daar is dan eindelijk het nieuwtje!

13. Dd2 bxc4 14. dxc6 Db6 15. Dc2 e4

Zwart wil graag pion e4 ruilen tegen die op c6.

16. Pd2

Ambitieus, maar misschien de oorzaak van de latere nederlaag. Het lijkt mij dat er wit niets aan de hand is na 16. Dxc4 Tac8 17. Tc1 Le6 18. Dd4 maar voordeel heeft ze natuurlijk ook niet gehaald.

16…Dxc6

17. Pxe4?! Het was nog niet te laat voor 17. Tfc1

17…Tac8

Nu heeft zwart zijn pionnenmeerderheid op de damevleugel en die voorste staat weldra op c3.

18. Tfc1?!

De onnauwkeurigheden stapelen zich op. Beter lijkt mij 18. Pd2 omdat het witte paard na 18…Dc7 19. Tfc1 Le6 20. Pb3 Tfd8 21. Pd4 heel mooi staat en zwart niet veel met zijn potentiële vrijpion kan ondernemen.

18…Lf5 19. Pxf6+ Dxf6 20. e4 Le6 21. De2 Tfd8

Dit is Fridman in optima forma. Hij verbetert rustig zijn stelling en speelt weldra zijn troefkaarten uit.

22. e5 Dg5

Een provocatie!

23. f4

Wit wil ook haar meerderheid naar voren hebben, maar ze gooit hiermee haar eigen koning open.

23…De7 24. g4?

Dit gaat al helemaal niet. 24. Df2 c3 25. bxc3 bxc3 is natuurlijk ook geen weelde, maar zwart moet hier nog iets aantonen.

24…Dc5+ 25. Kh1 c3! 26. bxc3 bxc3 27. Tc2

De toren is geen goed blokkadestuk.

27…Lc4 28. De1 Ld3 29. Tcc1 c2

30. e6

Ze probeert nog te vissen in troebel water.

30…fxe6 31. Dxe6+ Kh8 32. f5 Dd4

Maar hier hield ze al voor gezien. En terecht want na 32…Dd4 33. h3 Tb8 34. De1 (zie analysediagram)

volgt het fraaie 34…Dxa1! 35. Txa1 Tb1 met winst.

0-1

Landa, Konstantin – Greenfeld, Alon

Na harde strijd heeft zwart een pion buitgemaakt en hij heeft het in dit stelling voordeel van het paard tegenover de loper. Landa met de zwarte stukken zal ongetwijfeld de winst gevonden hebben.

59…Pc4?!

Die lag vermoedelijk opgesloten in 59…d4! Zwart zet zijn potentiële vrijpion in beweging en die kan ondersteund worden met het paard op c4. Dat paard verricht vanaf dit veld wonderen. Het houdt de witte koning af (geen van de velden d2, e3 en als de pion op d3 staat ook nog e2 kan door de koning benaderd worden) en daarna kan zwart zijn randpion als bliksemafleider gebruiken. Met dit schema in het achterhoofd kan zwart volgens mij winnen, ondanks het sterk gereduceerde materiaal. Ik geef een paar varianten ter illustratie van dit hoofdidee. 60. exd4 [Het dichthouden van de stelling met 60. e4+ werkt helemaal niet in wits voordeel: 60…Ke6 61. Ld2 Pc4 62. Lh6 d3 63. Kf2 Kf6 64. Ke1 Kg6 65. Lf8 h5 en zwart staat op winst. 66. Le7 Kf7 67. Lh4 Ke6 en zwart loopt ongehinderd naar b3 waar hij zijn d-pion ondersteunt.] 60…exd4 61. Kh4 [61. Ld2 Pc4 62. Lh6 d3 63. Kf2 Kg6 64. Lf4 h5 en ook hier loopt er een pion door.] 61…Kg6 62. Kg3 [Ook 62. Kg4 helpt niet na 62…h5+ 63. Kg3 d3! 64. Kf2 h4 65. Ke1 Pc4] 62…Pc4 63. Lf8 d3 64. Kf2 Kg5 65. Le7+ Kf5 66. Ld8 h5 (zie analysediagram)

met winst.

60. Lc5 Pd2 61. La7!?

Landa beseft ter dege dat hij … d5-d4 uit de stelling moet halen.

61…e4?

Na deze ruil is de winst verkeken. Zwarts enige kans is op het aansturen van … d5-d4. Dat kon nog met 61…Pb3! Het paard staat hier weliswaar minder goed dan op c4 maar dat blijkt toch niet uit te maken. Het gaat erom dat zwart … d5-d4 doorzet. 62. Kf2 d4 63. exd4 exd4 64. Ke2 Ke5! 65. Lb8+ Kd5 (zie analysediagram)

hetgeen zwart nog altijd riante winstkansen geeft. Misschien is zelfs deze stelling ook gewonnen.

62. fxe4+ Pxe4+ 63. Kh4 Pd6 64. Kh5 Pf7 65. Lb6 Kf6 66. Ld4+ Ke6 67. La7 Kf5 68. Lb6 Ke5 69. Ld4+ Ke4 70. La7 Kd3 71. Lb6 Pd6 72. Kh6 Pc4 1/2-1/2

Al deze (geanalyseerde) partijen en fragment via de viewer:

(De foto’s zijn van Harald Einarsen en René Olthof)

Over Herman Grooten

Herman is ruim 40 jaar schaaktrainer. Hij verzorgde lange tijd de schaakrubrieken in Trouw en het ED. Daarnaast was hij Topsportcoördinator bij de KNSB en is hij auteur van diverse schaakboeken en werkt hij voor Schaaksite. Klik hier voor series die hij op Schaaksite heeft gezet.

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.