NK partij van de dag: Giri-Tiviakov
U heeft natuurlijk vandaag allemaal de liveverslagen van het NK gevolgd en weet inmiddels dat Van Kampen en Bok de winnaars van de dag zijn, terwijl de twee toppartijen in remise eindigden. Vooral de partij tussen Giri en Tiviakov was belangrijk, de nummers 1 en 3 op rating. Giri kreeg hierbij licht voordeel, maar Tiviakov verdedigde zich goed en hield netjes remise. Onze wereldtopper krijgt het kampioenschap niet cadeau!
Giri,A (2791) – Tiviakov,S (2639)
1.e4
Tiviakov heeft een heel beperkt repertoire tegen 1.e4, meestal Scandinavisch met 3…Dd6. Daar had Giri vast wel zin in.
1…e6
Maar Tiviakov heeft ook een paar keer de Rubinsteinvariant van het Frans gespeeld. Daar had Giri vast ook rekening mee gehouden.
2.d4 d5 3.Pc3 Pf6!?
Maar hiermee niet!
4.e5 Pfd7 5.f4 c5 6.Pf3 Pc6 7.Le3 cxd4 8.Pxd4 Lc5 9.Dd2
Hier dacht Giri even na en ik snapte wel waarom. "Ik was 100% zeker dat hij de Stofzuigervariant zou spelen." De zet van Tiviakov kwam als een lichte schok.
9…0-0!?
9…Lxd4 10.Lxd4 Pxd4 11.Dxd4 Db6 is die stofzuigervariant. Zwart ruilt veel af en hoopt remise te maken. Ik heb goede herinneringen aan die variant: in de laatste ronde van het NK van 2013 speelde ik dit tegen Roeland Pruijssers, die nadat hij zetherhaling had vermeden een pion blunderde en verloor (waardoor ik gedeeld eerste en uiteindelijk kampioen werd).
10.0-0-0 a6 11.Kb1
De meeste topspelers spelen hier 11.Df2 om Ld3 voor te bereiden.
11…Pxd4 12.Lxd4 b5 13.g3
En dit is ongebruikelijk, maar het bleek geen voorbereiding. Ook in deze stelling is het gebruikelijk om Ld3 voor te bereiden, maar dan met 13.De3. Maar wat Giri speelt is best interessant: ook op h3 bereidt de witte loper de opmars f4-f5 voor.
13…b4 14.Pe2 a5
b4 en a5 is standaard in de Steinitzvariant: niet alleen kunnen de pionnen helpen bij de aanval, maar de zwarte probleemloper kan eventueel naar a6.
15.Lh3 Dc7 16.The1 Te8 17.f5
Met deze zet oefent wit niet alleen druk uit op e6, maar ook kan wit g7 gaan aanvallen met f5-f6 en/of Pf4-h5.
17…Pxe5
17…exf5 18.Pf4 Pb6 19.Ph5! geeft wit goede aanvalskansen voor de pion. Zwart moet dan o.a. rekening houden met slaan Dg5 en e6, al dan niet voorafgegaan door een offer op g7.
18.Lxe5 Dxe5 19.Pf4 Dd6
20.Pxd5
20.f6!? is een spannende zet, maar de witte aanvalskansen vallen tegen en zwart heeft verschillende opties om bevredigend spel te krijgen, b.v. 20…Lb7 (Meteen 20…e5 kan ook, zelfs 20…g6 21.Pxd5 Dd8 is speelbaar voor zwart) 21.fxg7 e5 22.Pxd5 Tad8 23.Lg2 Ld4 24.Pe3 Lxg2 25.Dxg2 Dg6 en hier staat wit niet beter.
20…e5 21.De2 Lb7 22.Lg2
Nu is 23.f6 wel een dreiging.
22…e4!
Het alternatief was om met de dame weg te gaan, maar een echt lekker veld heeft ze niet. Dit pionoffer is beter.
23.Pc3
23.Lxe4 Tad8 werd niet lang naar gekeken in de post mortem, maar na 24.c4! heb ik toch liever wit. Zwart kan ook 23…a4 doen, ik kan me wel voorstellen dat Giri het op algemene gronden verwierp. En hij zal gedacht hebben dat de partijvoortzetting goed voor hem is.
23…Df6 24.Pxe4 Lxe4 25.Lxe4
Wit heeft een pion meer, wat is de zwarte compensatie? Die ligt vooral in de mogelijkheid de loper naar d4 te spelen. 25…Tac8!
Voorkomt dat wit zijn dame naar c4 speelt (waarna Ld4 niet meer zou kunnen).
26.Db5 Ld4 27.Lb7
Iets beters is er niet, maar dit ziet er gevaarlijk genoeg uit, er dreigt mat op de onderste rij.
27…Txe1 28.Txe1 Tf8 29.Te8
29…Db6!
Als zwart een luchtgaatje maakt met 29…h5 ruilt wit op f8 en pakt op a5, waarna maal b2 niet werkt wegens de dubbele aanval op b4. Met de partijzet profiteert zwart van het feit dat het eindspel met ongelijke lopers na ruil van dames en torens remise is.
30.Dd7
30.Txf8+ Kxf8 31.Dxb6 Lxb6 geeft wit een symbolisch voordeeltje vanwege de pluspion, maar zwart heeft een vesting. Mogelijk had Giri gerekend op 30.Dxb6 Lxb6 31.Te7, want met torens op het bord heeft wit winstkansen, maar het probleem is dat zwart 30…Txe8! kan doen en dan zelfs wint, zwart is niet de enige met problemen op de onderste rij!
30…Lf6 31.Lf3 h6 32.Txf8+ Kxf8
En nu is 33…Dg1+ een vervelende dreiging, dus maakt wit remise.
33.Dc8+ Ke7 34.Db7+ ½-½
Op Utrechtschaak opperde Robert Krouwel 20.Dxd5. Die is best interessant omdat wit na Dxd5 Pxd5 een kwal dreigt te winnen. Met Pc7. Daar moet zwart dus wat aan doen, waarna het paard weer naar f4 gaat met nare druk op e6. Mijn broers suggestie om tussendoor Lf2 te doen was dacht ik niet zo goed wegens meteen Pc7.
Maar zwart heeft twee lopers. Er is in de analyse wel even naar gekeken, maar niet lang.