Olympiade Correspondentieschaak van start

Onlangs ben ik gevraagd om mee te doen met de Olympiade correspondentieschaak. Dit mede door mijn ervaringen op spelletjessite jijbent.nl, waar je ook een langere bedenktijd hebt over een zet. Dat in combinatie met mijn FIDE-rating van 2500 leek hun wel een goede reden om mij het eerste bord van het Olympiade team aan te bieden. Voor hun ergens een riskante beslissing, omdat het toch anders is dan normaal schaken, en vooral motivatie een grote rol speelt. Zelf wist ik ook niet echt hoe het zou zijn, maar ik dacht er met de moderne hulpmiddelen die tegenwoordig toegestaan zijn er wel uit te kunnen komen en een redelijk niveau op te kunnen brengen zonder er overdreven veel tijd in te steken. Tot nn toe lijkt het wel redelijk te gaan, en lijkt een plusscore me meer waarschijnlijk dan een minscore. Met het team moeten we in de poule bij de beste 2 eindigen of bij de 3 (van de 5 poules) beste nummers 3. Geen gemakkelijke opgave, maar doordat het eerste bord relatief sterk is heb ik ingeschat dat ik met 4 uit 8 of 4,5 uit 8 mijn taak in teambelang vervul. Ik zit in een team met ervaren correspondentieschakers: Martin Vlasveld, Jacques Kuiper, René Raijmaekers, Bert Westera en Ronald Ritsema.

De bedenktijd is 50 dagen, en na elke 10 zetten krijg je er 50 dagen bij. Zo kan de partij enorm lang duren, maar kan ik ook partijen laten staan als ik een toernooi aan het spelen ben.

Logische vragen van bordspelers zijn: "wint dan niet degene die het langste zijn computer laat rekenen?", en "wordt dan niet alles remise"? Inderdaad, veel partijen eindigen in remise en sterke engines helpen enorm, maar het ligt wat gecompliceerder. De engines van vandaag de dag zijn nog steeds niet tot in perfectie ontwikkeld, zie ook de columns van Herman Grooten. Zo kan intuïtie je zo nu en dan nog eens in de goede richting brengen, en dit kan een groot verschil maken. Van groot belang is ook de opening en wat voor een stelling je op het bord krijgt. Met zwart is het niet altijd even gemakkelijk gelijkspel te halen, en zo nu en dan worden er nog nieuwtjes gevonden in kritieke varianten. Gelukkig ben ik wel redelijk thuis in de theorie en heb ik veel partijen in mijn database. Daarnaast hebben mijn tegenstanders over het algemeen een veel lagere FIDE-rating, en schaakkennis zou nog wel eens van pas kunnen komen.

Kortgeleden heb ik mijn eerste partij beëindigd, met zwart een remise tegen een Litouwse grootmeester in correspondentischaak, Pavel Rubinas.

Mijn tegenstander

Dit ging relatief makkelijk, en zelf heb ik niet veel hoeven doen.

Rubinas – Burg [C87]

1.e4 e5 2.Pf3 Pc6 3.Lb5 a6 4.La4 Pf6 5.0–0 Le7 6.Te1 b5 7.Lb3 0–0 Ik stuur op de Marshall af. Die opening heeft een heel goede reputatie tegen 1.e4 en komt qua theoretische correctheid in het rijtje Najdorf, Russisch en Berlijnse muur. Overigens de eerste keer in mijn leven dat ik dit speel, ik vertrouw dus voor een groot deel op de hulpmiddelen. 8.d3

Mijn tegenstander speelt een zijvariant, wat nu? Gelukkig heb ik bij HMC een clubgenoot, Kees van Oirschot, die gespecialiseerd is in de Marshall. Ondanks zijn bescheiden rating heeft hij jaren ervaring met correspondentieschaak en zijn Marshallrepertoire redelijk flink dichtgetimmerd, daarbij ook geholpen door moderne literatuur. Ik stuurde hem een mailtje dat mijn tegenstander was afgeweken met 8.d3, en wat ik nu eigenlijk moest doen. Snel kreeg ik een klein bestand waarin al de variant zat die ik tot het einde van de partij kon volgen. Uiteraard vergeleek ik zijn variant met reeds gespeelde partijen (referentie), en ik zag nergens een reden om af te wijken. Bovendien zag het er allemaal erg logisch uit. 8…d6 9.c3 Pa5 10.Lc2 c5 11.Pbd2 Pc6 12.Pf1 Te8 Zwart wil ooit d5 doorzetten. Te8 dekt alvast e5. Hij laat nog open waar zijn witte loper heengaat, b7 of e6. 13.h3 [13.Lg5 Le6 14.Lb3 (14.Pe3 Pg4 15.Lxe7 Pxe3=) 14…Lxb3 15.axb3 Pg4=; 13.a3 om b4 te spelen. Daarmee valt wit c5 aan en is het voor zwart lastiger d5 door te zetten. 13…h6 14.b4 (14.Pe3 Le6 15.h3 Lf8) 14…Le6 15.Pg3 d5 16.exd5 Dxd5] 13…h6 14.Pg3

Hier had ik de keuze tussen Le6 en Lf8, waarbij Lf8 vaker gespeeld was. Le6 leek me echter in alle opzichten logischer. Na d4 kan ik direct d5 doorzetten waarna ik mijn openingsproblemen zo goed als opgelost heb en mijn stukken eruit komen. 14…Le6 [14…Lf8 Echte redenen om deze zet diep te analyseren zag ik niet, temeer Le6 gewoon beter leek. 15.d4 (15.a4 b4 16.d4 bxc3 17.bxc3 cxd4 18.cxd4 Tb8=) 15…cxd4 16.cxd4 exd4 17.Pxd4 Pxd4 18.Dxd4 Le6 19.Le3 d5 20.e5 Pd7 21.f4 Tc8 22.Dd2+=] 15.d4 [15.Lb3 Om proberen aan te vallen op de koningsvleugel. Echter was er hier een correspondentie partij op hoog niveau waarin zwart won(!). 15…Dd7 16.Ph4 d5 In deze structuren is het van belang wie als eerste breekt in het centrum. Als zwart eerst is, kan hij zomaar beter komen te staan. (16…a5 17.Phf5 a4 18.Lc2 d5 19.exd5 Dxd5÷) 17.exd5 Lxd5 (17…Pxd5 18.Phf5 Lf8 19.Dg4 Kh8÷ 20.Dh4 Dd8) 18.Phf5 Tad8 19.Lc2 Lf8 20.Pe3 Le6 21.Df3 Pd5 22.Pg4 f6 23.Lb3 Df7 24.Ph5 Kh8 25.Pg3 Pce7 26.a4 Pg6 27.axb5 axb5 28.Ta6 c4 29.Txe6 Dxe6 30.dxc4 Pdf4 31.De4 Dg8 32.Tf1 Ph4 33.Pe3 Tc8 34.Kh2 g6 35.Pe2 bxc4 0–1 Pinkovetsky,S (2666)-Busemann,S (2616)/ICCF Email 2005; 15.Ph2 d5 (15…Dd7) 16.Df3 Da5; 15.a4 Lf8 16.Pf5 d5! 17.Ph2 d4 18.cxd4 cxd4 19.Ld2 (19.Pg4 Tc8=+) 19…Dd7] 15…cxd4 16.cxd4 exd4 17.Pxd4 [17.Pe2 Was eens gespeeld tussen Svidler en Leko maar er is geen enkel probleem voor zwart.]17…Pxd4 18.Dxd4 Tc8 19.Lb3 d5 20.e5 Pd7 21.Ph5 Lc5 22.Df4 Dg5

En voordat ik moest gaan nadenken of ik met 24..d4 of 24..Ld4 remise wilde gaan maken, bood ik maar remise aan, wat werd aangenomen.[22…Dg5 23.Dxg5 hxg5 24.Lxg5 d4 (24…Ld4 25.Pf4 Lxb2 26.Tad1 Lc3 27.Te2 d4 28.Pxe6 fxe6 29.Le3 dxe3 30.Txd7 exf2+ 31.Kxf2 a5 32.Td6 Kf7 33.Te4 g5 34.Te3 Tc7 35.Tdd3 Lb4 36.Tf3+ Kg7 37.Tf6 Lc3 38.Txe6 Txe6 39.Lxe6 Lxe5 40.Td7+ Kf6 41.Txc7 Lxc7 42.Ld7 b4 43.Kf3 Ke5 44.Kg4 Kf6 45.Kf3 Ke5 0.00) 25.Ld1 Lb4 26.Te4 Lc5 27.Te1 Lb4 0.00] ½–½

Een prima begin dus. Nu is de vraag of ik in de andere zwartpartijen ook overeind kan blijven, en of ik nog een witpartij kan winnen. In een van die zwartpartijen was ik zo ambitieus te openen met de Caro-Kann (jawel, met de bedoeling om op winst te spelen!), wat theoretisch gezien toch onder druk staat vandaag de dag. We gaan zien of ik daar de boel bij elkaar kan houden..

Zelf ook geïnteresseerd in correspondentieschaak? Neem een kijkje op de website van de Nederlandse Bond van Correspondentieschakers. Voor volwassenen schijnen de kosten voor het eerste jaar 10 euro te zijn en de daaropvolgende jaren 20 euro. Het kan interessant zijn om uw repertoire te testen of gewoon om een zo hoog mogelijke rating te krijgen en een titel proberen te bemachtigen.

Op het moment heeft Nederland 2 partijen beëindigd, beide in remise. Het is nu 3 maanden bezig maar er zijn nog niet veel beslissingen gevallen. Na mijn volgende beëindigde partij ben ik van plan weer een update te geven.

De partij via de viewer:

18 maart 2013

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.