Ook tweede matchpartij snel remise
De tweede partij duurde 1 ply langer dan de eerste: op zet 25 gaf Gelfand remise, nadat Anand door goede voorbereiding het witte openingsvoordeel geneutraliseerd had. Tot nu toe is het dus voorzichtig aftasten door beide spelers, hopelijk komt er in de resterende partijen meer vuurwerk!
Gelfand – Anand
1. d4 Geen verrassing hier, Gelfand is een echte 1.d4-speler. 1… d5 2. c4 c6 En Anand is zeer ervaren met het Slavisch. 3. Pc3 Pf6 4. e3 e6 5. Pf3 a6 Maar hier is dan de verrassing. In de voorgaande 64 (!) partijen met deze stelling had Anand steeds 6…Pbd7 gedaan. De zet 5…a6 is natuurlijk wel bekend: zwart bereidt dxc4 en b5 voor, of eventueel meteen b5. 6. b3 Nu kan wit op dxc4 met de pion terugslaan. Daarnaast, zwart wil naast het al genoemde b5 ook graag c5 of e5 spelen en in beide gevallen staat de witte loper goed op b2. 6… Lb4 Een subtiliteit: de witte loper wordt naar d2 gelokt voordat de zwarte naar d6 gaat. 7. Ld2 7. Lb2 Da5 8. Dc2 Pe4 9. Tc1 Dxa2 verliest een pion, dus dit moet wel, maar op d2 doet de loper niet zo veel. 7… Pbd7 8. Ld3 O-O 9. O-O Ld6 In deze stelling heeft wit eigenlijk maar 1 plan, namelijk e4 spelen, terwijl zwart verschillende pionzetten tot zijn beschikking heeft, maar meestal voor e5 gaat. 10. Tc1 Na meteen 10. e4 dxc4 speelt zwart 11. bxc4 e5. Veel getest, goed speelbaar, maar je moet een verzwakking van je pionnenstructuur op de koop toenemen. Ook 10.Dc2 is veel gespeeld. Recent is 10.Te1 in opkomst, wat als voordeel heeft dat de partijvoortzetting niet meer goed gaat, omdat e4 gedekt staat. 10… e5 Soms wacht zwart hiermee, met zetten als Te8 en h6, maar Anand heeft thuis onderzocht dat dat niet nodig is. 11. cxd5 cxd5 12. e4 Meestal slaat wit hier een paar keer op e5, maar in de praktijk zijn dan alleen partijen met een behoorlijk ratingverschil in een beslissing geeindigd. Zelfs als wit de zwartveldige lopers weet te ruilen, met Pe2 en Lc3, dan blijkt dat zwart’s activiteit genoeg is voor remise. De tekstzet is best logisch: wit staat voor in ontwikkeling en dan is het meestal gunstig als de stelling opent. Dat wit nu voor twee resultaten speelt zal Gelfand ook niet erg gevonden hebben. 12… dxe4 13. Pxe4 Pxe4 14. Lxe4 Pf6 Een nieuwtje. In een paar partijen werd op d4 geslagen, maar wit slaat dan niet meteen terug maar doet 15.Tc4! waarna zwart toch wat problemen op te lossen heeft.
15. dxe5 Als de loper weggaat speelt zwart e4 met goed spel, maar 15. Lg5 komt in aanmerking. Na 15… exd4 verliest 16.Dxd4 echter een pion wegens 16…Lxh2+! 17.Kxh2 Dxd4 18.Pxd4 Pxe4 terwijl het na 16.Tc4 h6 17.Txd4 hxg5 18. Txd6 De7 gelijk staat. 15… Pxe4 16. exd6 Dxd6 Wit staat nog steeds iets voor in ontwikkeling, maar dat is maar een tijdelijk voordeel. Zijn taak is nu dat om te zetten in iets blijvends. Makkelijk is dat niet. 17. Le3 Lf5 Vooral niet zelf op d1 slaan natuurlijk, daarmee vergroot je de witte ontwikkelingsvoorsprong alleen maar. 18. Dxd6 Pxd6 19. Pd4 Enig rekenwerk was vereist hier: na 19. Tfd1 Tfd8 20. Lb6 Tdc8 kan wit geen stuk winnen op d6 wegens mat op de onderste rij. 19… Tfe8 19…Lg6 kan hier ook, waarna wit waarschijnlijk f3 en Kf2 speelt. 20. Pxf5 Pxf5 Met torens op het bord is een loper meestal sterker dan een paard, zeker in een open stelling als deze. Hier blijkt dat mee te vallen. 21. Lc5 h5 22. Tfd1 Tac8 23. Kf1 f6 24. Lb4 Kh7
Het probleem voor wit is dat hij niet echt een plan heeft om zijn stelling te versterken. Zijn koning is afgesneden en daar is moeilijk iets aan te doen, met 25.Te1 Txe1+ 26.Txe1 Tc2 schiet wit niets op. Het paard verjagen zal ook niet lukken, op een keer h3 komt h4. Als je nou beide torens kon ruilen en een koning op d5 kan krijgen dan zijn er goede kansen, maar als het al lukt de torens te ruilen, dan zal zwart waarschijnlijk eerder op d5 zijn. Vandaar dat Gelfand het weer meteen remise geeft. 25. Tc5 1/2-1/2