Oude doos (5): Pagels vrouwenteam
Van de leden van de KNSB is ongeveer vijf procent vrouw of meisje. In de KNSB-competitie zijn of waren vrouwen in sommige teams veel beter vertegenwoordigd, namelijk bij De Stukkenjagers, DSC Delft en Utrecht 2. Ooit was er een team dat helemaal uit vrouwen bestond. Maar dat duurde niet lang.
Miljonair Arnfried Pagel (betonfabrikant) had in 1985 eindelijk zijn droom verwezenlijkt. De Duitser woonde in een kapitale villa in het Noord-Hollandse kustdorp Bergen, maar werd bij de plaatselijke schaakclub niet opgenomen in het eerste team. Uit boosheid hierover richtte hij de Koningsclub Bergen op en stak veel geld in een team dat vanuit de laagste klasse van de NHSB-competitie doorstootte naar de hoofdklasse van de KNSB-competitie. Het seizoen waarin het landskampioenschap moest worden behaald was 1985-86. Het lukte niet, Volmac Rotterdam (Timman, Speelman, Van der Wiel) bleek toch nog een niveau sterker dan Koningsclub (Van der Sterren, Ree, Kuligowksi). Koningsclub werd tweede en trok zich een jaar later na vier ronden terug omdat Pagel vanwege drugshandel was gearresteerd.
Damesschaak
Minder bekend dan dit verhaal is dat ook het tweede team in 1985 de KNSB-competitie bereikte. Toen nog de tweede klasse, de derde klasse bestond nog niet. Pagel bedacht daarop een ‘aardigheidje’: het hele team zou uit vrouwen bestaan. Hij richtte een verzoek tot de commissie Damesschaak van de KNSB, maar die liet weten zich niet met het verloop van de competitie te willen bemoeien. Pagel stuurde daarop brieven aan diverse topschaaksters met het verzoek voor zijn team te komen spelen, onder de toevoeging dat de commissie Damesschaak daar positief tegenover stond. Eindredacteur Minze bij de Weg in het bondsblad: “Pagel sprak goed Nederlands, maar misschien was hij zijn leesbril even kwijt.”
Enkele van de sterksten gingen niet op het voorstel in: Heleen de Greef, Cathy van der Mije, Hanneke van Parreren en uiteraard Rotterdam-coryfee Corry Vreeken. Maar Pagel kreeg zijn vrouwenteam wel vol.
Dames en heren
Pagel was geen filantroop en ook geen feminist, het moest niet te dol worden, het team mocht niet degraderen. In het eerste nummer van Matten (2007) schreef Genna Sosonko merkwaardig genoeg dat het team kampioen werd. Niets was minder waar, na drie ronden had het team drie wedstrijden verloren en slechts vijf bordpunten vergaard. In de vierde ronde maakte het eerste team van ZSC Saende zich in het thuislokaal op om de twee matchpunten en de vele bordpunten in ontvangst te nemen. Tot hun grote verbazing kwamen vijf dames (Carla Bruinenberg, Ada van der Giessen, Erika Belle, Astrid Riemslag en Janet Mulder) het gebouw binnen in gezelschap van de heren Joost Marcus, Dick van Geet, Hebert Perez Garcia, Piet van der Weide en Rob Bertholee. Dat scheelde 1300 Elopunten met de voorgaande wedstrijden. Koningsclub 2 won de wedstrijd met 7,5-2,5.
Competitievervalsing
ZSC Saende besefte dat er reglementair niets mis mee was, maar tekende toch protest aan. De sportieve gang van zaken was geweld aangedaan, de eerste drie tegenstanders hadden de punten in de schoot geworpen gekregen, er was sprake van competitievervalsing. Competitieleider Frans Vondeling: “Formeel is Koningsclub inderdaad niet in overtreding, maar sportief gezien zet ik grote vraagtekens. Bovendien geloof ik niet dat Pagel op deze manier het damesschaak een dienst bewijst.”
Dat was zeker waar. Pagel had al voorafgaand aan het seizoen gezegd: “Vrouwen zijn leuk, maar als ze dreigen te degraderen vervang ik ze gewoon weer door mannen.”
KNSB-bestuurslid Bert de Weerd, belast met damesschaak, tegen de verslaggever van het bondsblad: “Het is jammer dat de vrouwen de competitie niet op eigen kracht aankunnen. Op deze manier worden de tegenstanders van het vrouwenschaak weer argumenten in handen gegeven. Overigens zijn er natuurlijk ook vrouwen die wel goed presteren in de competitie, zoals Corry Vreeken, Hanneke van Parreren en Heleen de Greef.”
Pagel liet het seizoen vervolgens versloffen. De overwinning op ZSC Saende bleef de enige en Koningsclub 2 degradeerde. Arnfried Pagel heeft voor vele spectaculaire verhalen gezorgd, maar een dienst heeft hij het Nederlandse schaakleven nooit bewezen.