Tata in de pers (2): Schakers voor de Nachtwacht

Een uitje naar Amsterdam en een dagje Eindhoven, dat was de grote vernieuwing van het huidige Tata Steel Chess. Bedoeling, officieel: ook publiek elders in het land kennis te laten maken met het toernooi. Wens: extra publiciteit. Zou dat uitkomen? Mijn verwachting: nee. Resultaat: ja!

Het begon al goed, de avond na de speelronde in het Rijksmuseum, met een item in het Studio Sport-deel van Nieuwsuur. Toernooidirecteur Jeroen van den Berg was even net zo belangrijk als Clarence Seedorf, de nieuwe trainer van AC Milan.

De volgende ochtend de dagbladen.

De Telegraaf viel tegen, een klein bericht van Hans Böhm. Wel had hij een aardige woordspeling. Refererend aan de Nachtwacht, waar de spelers voor poseerden, schreef hij: “Gezien de sponsor was het schilderij De Staalmeesters een meer toepasselijke achtergrond.”

Gong streng onderzocht

Het poseren voor de Nachtwacht, dat vonden diverse redacties leuk. Ik trof drie reusachtige kleurenfoto’s aan. Vanwege het copyright kunnen we die hier niet gratis afdrukken.

De grootste stond in de Volkskrant, ongeveer 20 bij 30 centimeter. Dat was groter dan het bijbehorende verhaal, maar Gert Ligterink kreeg toch goed de ruimte.

De ontmoeting van de grootmeesters met de ‘oude meesters’ bleef beperkt tot die groepsfoto, de partijen werden gespeeld in het auditorium (in de kelder), waar gewone museumbezoekers geen last van hen hadden. Er waren veel belangstellenden op afgekomen, Ligterink verwacht dat dat volgende week op de High Tech Campus in Eindhoven anders is. De verhuizing was een hele operatie, alles moest door de veiligheidsdienst worden onderzocht. De technische apparatuur, maar bijvoorbeeld ook de gong waarop voor de aanvang van de ronde wordt geslagen. Niet alle deelnemers waren blij met de verhuizing, maar Ligterink citeerde Boris Gelfand: “Wie zou dit willen missen? Het is geweldig in een van de mooiste musea van de wereld te mogen schaken.”

Schaken als cultuur

NRC-Next besteedde geen aandacht aan het evenement, maar misschien had ik NRC-Handelsblad moeten kopen. Het Algemeen Dagblad was in mijn winkel niet meer te krijgen. Trouw, die ’s morgens om zes uur al bij mij op de mat ligt, toonde wel een grote kleurenfoto van de grootmeesters voor de Nachtwacht. Opvallend: niet op de sportpagina, maar op een binnenlandpagina. De redactie citeerde museumdirecteur Wim Pijbes:

“Wij verheugden ons erop om één dag lang niet alleen het museum te zijn met de grootste collectie oude meesters, maar ook het hoogste aantal grootmeesters. Met haar boeiende culturele geschiedenis past de schaaksport goed bij het Rijksmuseum.”

Geen WaZ-aroma

Het Noord-Hollands Dagblad maakte er een complete pagina van, met ook een grote kleurenfoto, een nog groter verhaal van Marco Knippen en de dagelijkse rubriek ‘Wim van der Wijk aan Zee’. Kop: ‘Publiciteitsstunt in het Rijks’.

Daar waar Ligterink Gelfand als kunstliefhebber neerzette, suggereerde Knippen het tegendeel. Gelfand gaapte enkele malen ‘onbeschaamd’ in de camera. Dat was mij op tv inderdaad ook opgevallen. Nee, dan Aronian en So, die liepen na de fotoshoot nog even belangstellend langs enkele andere schilderijen.

Knippen over het contrast Wijk aan Zee-Amsterdam: “In het dorpshuis in Wijk aan Zee vermengt de geur van erwtensoep zich steevast met die van koffie en verschraald bier, spelen de profs op een verhoogd podium in dezelfde zaal als de amateurs en vergapen de bezoekers zich flanerend aan het zettenverloop. In Amsterdam ontbrak niet alleen de specifieke aroma, maar waren ook de toppers voor even van de mindere goden losgeweekt. De toeschouwers waren ditmaal bovendien niet veroordeeld tot een staanplaats, maar konden in één van de circa 250 luxe gestoffeerde theaterstoelen neerploffen.”

Grootmeesterlijke penseelstreken

Wim van der Wijk had zich duidelijk door de schilderwerken laten inspireren.

“Helaas had niet iedereen uit Wijk aan Zee een tubetje met rode verf meegenomen. Een aantal afgeleverde werken viel na louter simpele penseelstreken alleen maar in te delen in de categorie ‘Bloedeloze remises’. Saai, grijs, snel opbergen in de kelder, hiervoor komt het publiek niet naar het museum.

‘Dominant paard’ is echter een waar meesterwerkje van de Armeense kunstenaar Levon Aronian. Hij onderscheidt zich met een verfijnd houten paneel waarop de suprematie van het paard over de loper prachtig is uitgebeeld.

Grootmeesterlijk zijn de eindspelpionnen in de tegenovergestelde kleur van de vijandelijke loper geschilderd. Hiermee is voedsel voor deze zielige figuur volledig onbereikbaar.”

Statusverhogend?

Jeroen van den Berg ten slotte, geciteerd door Knippen: “Het beeld van schakers voor de Nachtwacht gaat de wereld over. Niet alleen voor de sport en het toernooi maar ook voor de spelers is zo’n spraakmakend tafereel in marketingtechnische zin statusverhogend. In een circuit waarbij het grotendeels om persoonlijke invitaties draait, kan dat zich uitbetalen.”

Nou… dat lijkt me een beetje overdreven. Maar ik had ook niet verwacht dat de schakers voor de Nachtwacht prominent de kranten zouden halen. En dat is wel gebeurd.

2 Reacties

  1. Avatar
    Hendrikom 16 januari 2014

    Gelfand snapt hoe het werkt! Misschien meent hij het ook nog wel, maar dat doet er niet toe.

  2. Avatar
    siem oppe 18 januari 2014

    Nav. Jullie voornemen om de relatie tussen kunst en schaken centraal te stellen, het volgende.

    In Escher’s metamorphose is als eindpunt een interessante schaakstelling weergegeven. Zwart zet de witte koning (stik)mat in twee zetten. De eerste zet is al gedaan: de zwarte dame geeft schaak. Wit kan de dame alleen nemen met de toren (omdat de zwarte loper de dame dekt). Het zwarte paard geeft vervolgens mat.

    Siem Oppe

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.