Theorie opzoeken tijdens de partij?
Bedrog tijdens partijen schijnt tegenwoordig schering en inslag te zijn. De drie Franse spelers die recentelijk in opspraak kwamen, omdat zij gebruik zouden hebben gemaakt van ongeoorloofde middelen, was even hot news’. De geruchten dat Topalov signalen zou ontvangen van zijn secondanten, zijn we ook bepaald nog niet vergeten. En de Duitser met een rating van rond 1800 die met een pruik en oortelefoontjes een toernooi wist te winnen, om vervolgens door de mand te vallen, staat menigeen nog scherp op het netvlies. Zelf ben ik ook ooit het slachtoffer van malversaties van een tegenstander geweest.
Ooit trok ik er met een paar schaakvrienden op uit om rond de Kerstdagen deel te nemen aan een open toernooi in Porz-Wahn. Dat is een dorp dat ligt onder de rook van Keulen. Zoals bekend sponsort een hotelmagnaat daar al decennia lang een van de sterkste schaakploegen van Duitsland die uit dit dorp afkomstig is. Ik heb zelf ook een jaar of acht deel uitgemaakt van “Die zweiten Mannschaft”.
Een van de topspelers van het eerste uur binnen de vereniging was Vlastimil Hort. De voormalige Tsjech was zijn land uitgevlucht om zijn heil te zoeken in Duitsland. In die tijd hoorde een speler met een rating van boven 2600 bij de eerste tien van de wereld. Hort speelde nog ooit een match tegen Spassky in de strijd om de wereldtitel. De hotelmagnaat had Hort kennelijk verplicht om mee te spelen in het open toernooi dat verder niet supersterk bezet was. Daar had de man, die de vriendelijkheid zelve is, kennelijk niet zo’n zin in. Hij werkte zijn partijen af, alsof het een simultaan was. Het was middenin de winter, koud buiten en Hort hield zijn jas aan om – soms staande achter het bord – zijn zetten te doen. De tegenstanders waren vaak zo geïmponeerd, ook door de rating van de tegenstander, dat zij zich snel lieten opbrengen, waardoor Hort zo snel mogelijk weer de deur naar de uitgang kon vinden.
De keer dat ik – als ‘eenvoudig tweeklasser KNSB-speler’ – een keer goed begon in dit toernooi, mocht ik het opnemen tegen deze geweldenaar. Ik zei tegen mijn clubgenoten dat ik het tot mijn belangrijkste taak zag om hem tot nadenken te dwingen zodat hij in elk geval zijn jas moest uitdoen! Dat lukte zowaar, zodat ik een nieuwe doelstelling moest verzinnen tijdens de partij. Ik kwam er achter dat ik zelfs erg goed stond, maar ik hield er (vooralsnog) geen rekening mee dat ik wel eens een goed resultaat zou kunnen behalen. Maar tot mijn grote verbazing kwam Hort in lichte tijdnood, terwijl ik nog steeds alle troeven in handen had. En toen, met nog een klein kwartiertje op de klok en nog meer dan twintig zetten voor de boeg, kwam er plotseling een remise-aanbod. Ik herinner me dat ik bijna van mijn stoel viel. Nadat ik het had aangenomen, besefte ik dat ik misschien een grote kans op een overwinning op een topspeler had versmaad (zo goed stond ik als ik mijn tegenstander moet geloven), maar ik was toen heel blij met deze voor mij ongekende prestatie. Dat spelers soms grote hoogten en diepe dalen kennen, is voor mij heel erg van toepassing. De dalen heel wat dieper dan de hoogten die maar schaars gezaaid zijn. Dat bleek ook in dit toernooi waar ik plotseling dacht dat ik de hele wereld aankon. Een paar ronden later werd ik fijntjes met beide pootjes op de grond teruggezet door een bijzonder onsympathiek heerschap. Hij stelde zichzelf voor als Dr. Dr. Jahr.
Deze meneer, waar ik op een verschrikkelijke manier van verloor, voerde een dubbele doctortitel. Later zei iemand dat je in Duitsland dit soort academische titels kon kopen, maar of dat dan weer waar is, valt ook weer te betwijfelen. In elk geval verbleef mijn tegenstander nauwelijks aan het bord. Hij speelde net als Hort, soms staande achter het bord, zijn zetten. Als ik een rondje ging maken door de toernooizaal dan waren er twee mogelijkheden. Ofwel hij was in velden of wegen te bekennen, ofwel hij was bezig met een notitieboekje aantekeningen te maken van de stellingen op de belendende borden. Hij schreef de openingszetten op van de mensen die bij hem in de buurt zaten.
Het was begin jaren tachtig, er waren nog geen laptops, pda’s en dergelijke. Maar sommige spelers waren wel al goed op de hoogte van de theorie. En die werd op de ouderwetse manier uit de boeken gehaald.
In de partij die ik speelde tegen Dr. Dr. Jahr kwam de Lc4-variant in de Najdorf op het bord. De man speelde vrijwel alles à tempo. Inclusief de twee pionnenoffers die gebracht werden. Voordat ik het wist kon ik opgeven.
Maar het werd me tijdens de partij al snel duidelijk dat de man een fraudeur moest zijn. Hij had dan wel een wat hogere rating dan ik, maar ik kon me toch niet voorstellen dat hij het allemaal zo snel zag. Het gerucht deed ook de ronde dat hij de theorie tijdens de partij opzocht, alleen werd niet duidelijk hoe en waar hij dat deed. Er viel natuurlijk ook niets te bewijzen.
Een duurde een paar jaar, eer ik in een tijdschrift te lezen kreeg dat een Duitser met een dubbele academische titel gesnapt was in een toernooi in Gent. Daar had men ook achterdocht gekregen, zodat hij door een wedstrijdleider in de gaten werd gehouden. Naar verluidt was men hem gevolgd en toen bleek dat hij naar het parkeerterrein liep tijdens de partij, waar hij in zijn auto een complete cartotheek met openingstheorie had ingebouwd, had men hem op heterdaad betrapt. Het schijnt dat hij toen maar in zijn auto was blijven zitten en weer huiswaarts was gereden. Nog wel vriendelijk afscheid nemend met de woorden: “Tot volgend jaar!”
Ik heb de partij niet kunnen terugvinden in mijn eigen archief. Al mijn notatieboekjes zijn gesneuveld bij een verhuizing, veel is niet ingevoerd in de computer. Ook de database geeft geen uitsluitsel. De nederlaag is zo hard aangekomen dat ik de partij ook volledig uit mijn geheugen heb verbannen. Wat ik wel weet, is uit welke variant alles afkomstig was. De database gaf wel de nodige partijen van meneer Jahr te zien. Een heb ik daarvan geselecteerd en uit de varianten blijkt dat ik ergens in een opzichte truc getrapt moet zijn.
Ulrich Jahr – Hans Cordes, Bundesliga 1980.
1. e4 c5 2. Pf3 d6 3. d4 cxd4 4. Pxd4 Pf6 5. Pc3 a6 6. Lc4 e6 7. O-O b5 8. Lb3 Le7 9. a3 O-O 10. f4 Lb7 11. f5 e5 12. Pde2
12… Pxe4 In mijn ongebreidelde optimisme neem ik die vergiftigde pion van het bord, mij niet realiserend wat mij boven het hoofd hing. 13. Pxe4 Lxe4 14. Pg3 Lb7
15. f6!? Daar moet het dus van komen! Dit moet toch wel als een koude douche over mij heen gekomen zijn. Objectief gezien is er niet veel aan de hand. 15… Lxf6 16. Ph5 Het is me uitstekend gelukt deze partij uit mijn geheugen te verbannen. Wat ik hier gespeeld heb, weet ik absoluut niet meer.
16… Kh8! Meneer Cordes vindt de beste verdediging. Omdat ik me met de beste wil van de wereld niet kan herinneren hoe de partij gegaan is, heb ik een paar blunders op een rijtje gezet die zwart kan begaan. Ik moet in een van deze trucs getrapt zijn, want ik weet wel dat de partij niet lang duurde. Er zijn een paar alternatieven:
-
- 1) Geen oplossing biedt 16… Lg5?! want na 17. Dg4 h6 18. h4 gaat er een stuk de doos in.
- 2) Een van de lelijke fouten die zwart kan maken is: 16… Pd7? Er volgt dan: 17. Dg4 en nu zijn er drie belangrijke voortzettingen:2a) 17… Kh8 Lijkt de enige zet, maar die verliest onmiddellijk na 18. Txf6!2b) 17… g6? faalt nu op het aardige grapje: 18. Dxd7! en de paardvork beslist.
2c) Met de huidige engines heb ik kunnen uitzoeken dat zwart een soort tegenaanvalletje op touw te kan zetten, waarbij wit eventjes flink zijn best moet doen om alles bij elkaar te houden. 17… Db6+ 18. Kh1 Dd4 19. Dxd7 en het lijkt erop dat dit het ook niet zal zijn. Wit moet nog wel uit de schaakjes zien te komen na 19… Lxg2+ 20. Kxg2 De4+ 21. Kf2 Dh4+ en dat is nog een heel gedoe. Na 22. Pg3 Dxh2+ 23. Kf3 Lh4 zit er een flinke adder onder het gras. (zie analysediagram)
De juiste zet is nu 24. Ph5! [24. Dg4? is geen oplossing omdat wit het stuk weer kwijt is na 24… Lxg3 daar 25. Dxg3?? faalt op 25… e4+ 26. Kf4 g5+!] 24… e4+ 25. Ke3 Lg5+ 26. Pf4 Dg3+ 27. Ke2 en het zwarte initiatief wordt neergeslagen. Het is duidelijk dat dit soort computervarianten door de mens in een gewone partij nauwelijks te analyseren zijn.
- 3) Een speelbaar alternatief is 16… Le7. Zwart moet dan wel bereid zijn een kwaliteit te offeren met: 17. Dg4 g6 18. Lh6 Dd7 19. Dg3 Pc6 en de zwarte stelling is alleszins verdedigbaar.
Het is niet ondenkbeeldig dat ik een van bovengenoemde valstrikken ben getrapt, waarna de stukken weer in de beginstelling konden worden gezet.
17. Lh6!? Weer zo’n aanvalszet, waar de heer Jahr patent op heeft. [Interessant is overigens ook 17. Dg4!? Db6+ 18. Kh1 Dd4 19. Dxd4 exd4 20. Pxf6 gxf6 21. Txf6 +/- en door zijn slechte pionnenstructuur ondervindt zwart grote problemen.]
17… Tg8! Weer uitstekend verdedigd door de zwartspeler en de aanval lijkt hiermee tot staan gebracht. 18. Ld5?! Lijkt logisch maar in werkelijkheid helpt het de zwartspeler. [Het beste lijkt nu 18. Pxf6 gxf6 maar na 19. Tf2 Tg6 zwart zeker niet minder.] 18… Dc7 19. Pxf6 gxf6 20. Df3 Tg6 21. Lxb7 Ta7 22. Le4 Txh6 23. Tad1 Pd7 Zwart heeft alles bij elkaar weten te houden en hoewel zijn witte velden dodelijk zwak zijn, gaat het materiële verlies nu een rol spelen. 24. b4 Db6+ 25. Kh1 Tc7 26. Dd3 Tc4 27. Dxd6 Dxd6 28. Txd6 Txe4 29. Txd7 Kg7
En het resterende toreneindspel ging voor wit verloren. 30. Kg1 Tg6 31. Tc7 Te2 32. g3 Th6 33. h4 Tg6 34. Tc3 Tg4 35. Tf2 Txf2 36. Kxf2 f5 37. Tc6 Tg6 38. Tc5 Te6 39. c4 bxc4 40. Txc4 Td6 41. Tc5 Kf6 42. Ke3 Ke6 43. b5 axb5 44. Txb5 Ta6 45. Tb3 Kf6 46. Kf3 Kg6 47. Kf2 Kh5 48. Kf3 Ta4 49. Tc3 f4 50. Tb3 fxg3 51. Kg2 Txh4 52. Txg3 Ta4 53. Tg7 f5 54. Te7 Ta5 55. Txh7+ Kg4 56. Th3 f4 57. Tb3 Ta4 58. Kf2 Tc4 59. Tb2 Tc1 60. Ta2 e4 61. a4 f3 62. a5 Kf4 63. Ta4 Tc2+ 64. Kf1 Kg3 65. Ta1 Th2 0-1
De partij en analyses via de viewer:
Mooi verhaal. 😉
Ja, over die man had ik het, in Gent is ie gesnapt.