Verliest KNSB Topsportbijdragen van NOC*NSF?
Na zonneschijn komt regen
In Wijk aan Zee schijnt de zon bij het jaarlijkse mondiale schaakfestijn. Volgend jaar is de 75ste editie van het Tata Steel Chess Tournament. Onduidelijk is nog of het toernooi ook de jaren daarna doorgang zal vinden.
Boven Haarlem drommen donkere wolken samen. Morgen (dinsdag) is voor de KNSB een belangrijke dag. Dan komen de leden van NOC*NSF in algemene vergadering bijeen om te besluiten over de Sportagenda 2016. De gevolgen van dit besluit zullen voor een aantal sportbonden ingrijpend zijn.
NOC*NSF
Vorig jaar augustus werd aan prins Willem-Alexander de studie ‘Nederland in de Top Tien’ aangeboden. Uit deze studie, van de sportbonden zelf, kwam naar voren dat het wenselijk is dat er meer geld gaat naar minder takken van sport. De verwachting is dat NOC*NSF 30% van de ruim 200 topsportprogramma’s zal schrappen. Kleinere sportbonden en sporten die niet kwalificeren als Olympische sport dreigen hun financiële steun voor topsport te verliezen. En de KNSB valt in deze categorie. Naar verwachting zullen protesten van de kleinere sportbonden morgen niet veel uithalen.
Jaarlijks is er ca. 37 miljoen beschikbaar voor de topsportprogramma’s en de financiers hiervan zijn VWS, De Lotto en de sponsors van NOC*NSF.
Situatie KNSB
De jaarlijkse inkomsten van de KNSB liggen op ca. 1,2 miljoen waarvan 48% uit contributies, 18 % uit eigen bijdragen, 28 % uit subsidies (NOC*NSF en VWS) en 6% commerciële opbrengsten en overige.
De subsidies betreffen voornamelijk Topsport, Talentontwikkeling en Algemeen functioneren. De KNSB verwacht zelf dat de beslissing voor de Sportagenda 2016 alle subsidie-categorieën (in negatieve zin) zal raken.( In de mei-vergadering van NOC*NSF zal besloten worden over de subsidierichtlijnen voor 2013.)
V.w.b. de contributies is nog te melden dat het aantal verenigingsleden blijft dalen (rond de 2 % per jaar, al jarenlang) en dat het aantal directe KNSB-lidmaatschappen (Internet en SpeelZ) ver onder de verwachting blijft. In 2011 kwam het aantal verenigingsleden onder de grens van 18.000 leden uit.
Kortom na morgen is er extra werk aan de winkel voor Schakend Nederland. Wij hebben in september 2011 onze oplossing al aan onze bezoekers voorgelegd, en ook aan het KNSB bestuur en het bondsbureau. Maar het blijft stil in donker Haarlem. Stilte voor de storm?
In tijden van economische recessie kunnen ouders hun kinderen niet naar dure sporten laten gaan. Hier liggen kansen voor het schaken.
Bij andere sporten is het een voorwaarde om lid te worden voor de spelers (en voor de ouders van jeugdspelers) het verrichten van vrijwilligerswerk op de club. Daardoor ontstaat er ook een clubband, met langer lidmaatschap. Men zet zich in voor de club, er groeit een band, er ontstaat betrokkenheid. De vereniging groeit.
Echter, bij schaken heerst vrijheid blijheid. De leden zijn tot niets verplicht, ze hoeven alleen maar te consumeren. Anderen zorgen ervoor dat schakers kunnen genieten. Schakers zijn nogal individualistisch. Dan kan de KNSB plannen maken tot ze een ons weegt, zonder vrijwilligers om de plannen uit te voeren, wordt het niets. Een generaal kan nu eenmaal zonder soldaten een oorlog niet winnen. Omdat bovendien de druk op de weinige vrijwilligers groot is, kan men ook niet lang van hun inzet profiteren.
Tel daarbij op dat de KNSB en de FIDE het werk van vrijwilligers nodeloos moeilijk maken (in de cursus jeugdleider moeten de cursisten potdorie werkstukken maken!, het examen voor scheidsrechter moet mondeling worden afgenomen; het huidige examen is een toets in goed kunnen lezen).
Het is een misverstand te menen dat aansprekende topprestaties van een schaker meer leden opleveren. Ten tijde van Euwe en Timman waren er ook helemaal niet zoveel leden.
Scholen zitten te springen om vrijwilligers die iets willen doen met schaken. Alleen er zijn geen vrijwilligers. Met voldoende vrijwilligers had de KNSB meer dan 200.000 leden kunnen hebben, met een gezonde verdeling tussen jongens en meisjes. De leuze in de schaakwereld moet zijn, in navolging van Bill Clinton: ‘Het gaat om de vrijwilligers, you stupid!’
Pieter, waarop baseer je dat recessie gunstig is voor het schaken? Is daar onderzoek naar gedaan? Ik waag het sterk te betwijfelen in ieder geval. Allereerst is de recessie ronduit ongunstig voor sponsoring. Verder denk ik dat ouders niet snel zullen bezuinigen op dit soort dingen. Er zijn vast uitzonderingen, bijvoorbeeld als ouders hun werk kwijt raken, maar in de regel vermoed ik dat er eerst op andere dingen bezuinigd wordt dan op de kids.
En sterker nog, als er toch wordt bezuinigd, dan ben ik bang dat schaken als eerste het kind van de rekening is! Namelijk, als kinderen meerdere hobby’s hebben (het klassieke schema van teamsport, individuele sport en muziekinstrument), dan lijkt het mij erg aannemelijk dat schaken afvalt. Schaken heeft onmiskenbaar (educatieve, cognitieve) voordelen, maar beweging is in deze tijd nog veel belangrijker!
Je opmerking over vrijwilligers zal wel waar zijn, al is het de vraag of het iets met dit onderwerp te maken heeft. Maar ook hier moet je bedenken dat ouders moeten kiezen tussen de verschillende clubs waar hun (2-3) kinderen lid van zijn. Overigens werkt het bij de succesvolle (jeugd)schaakverenigingen zoals jij aangegeven hebt. Wellicht is het niet verplicht, maar bij de meeste jeugdafdelingen die ik ken spelen ouders een (grote) rol.
Wat ik wel met je eens ben is dat het verrichten van vrijwilligerswerk het lid zijn van een vereniging meer waard maakt. Er wordt samen gewerkt, liefst aan een gezamelijk doel, er komt sociaal contact en dus meer binding. Dit zouden mensen echter zelf moeten inzien, dwingen slechts in uitzonderingsgevallen goed. Bij iets als bardienst is het vaak verplicht, dit is bij mijn schaakvereniging (DSC) ook min of meer het geval.